- 101 - Het zijn juist deze kosten die de wet Oort heeft afgeschaft. De VOORZITTER neemt hiervan kennis. Hij zegt dat het een landelijke rege ling is. Het advies van de V.N.G. is om de maximaal toegestane bedragen toe te kennen. Voor het college is het een duidelijke zaak dat de onkosten voor de wethouders niet lager zijn dan deze bedragen. Het lid REIJNDERS kan in grote lijnen bepaalde bedenkingen hebben tegen dit soort regelingen. Het zijn echter regelingen die fiscaal nauwkeurig bekeken zijn. Daarnaast is het zo dat bij vergelijkbare funktionarissen in het bedrijfsleven weliswaar andere fiscale regimes gelden, daartegenover staat dat onkostenvergoedingen daar vaak in een andere orde van grootte liggen. Voor de gemeente acht hij het echter een betrekkelijk profijtelijke rege ling. Het lid JANSSON heeft eveneens de indruk dat er sterk met twee maten wordt gemeten door met name politiek Den Haag. Hij wil echter niet zo ver gaan om tegen het voorstel te stemmen. De VOORZITTER stelt voor om het voorstel aan te nemen, met de aantekening dat de fraktie van de Hoekse Lijst geacht wordt te hebben tegengestemd. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burge meester en wethouders, met inachtname van het bovenstaande. 11. Voorstel tot aanpassing van de structuur van de ambtelijke organi satie. Het lid VAN HAM vindt dat een heldere weg is ingeslagen. Wel heeft hij één belangrijk knelpunt, n.l. de afdeling POI. In het voorstel van het ODRP is deze ondergebracht onder één van de nieuwe sectorhoofden. Personeel en organisatie zijn 2 heel belangrijke stuurelementen voor een organisatie, die naar zijn overtuiging niet in een lijn moeten worden ondergebracht, maar gekoppeld dienen te worden aan het hoogste gezag, t.w. het college en de secretaris. Hij pleit ervoor om dat te doen en stelt voor om dit alsnog zodanig aan te passen. Het lid REIJNDERS is van mening dat het vooral een mentaliteitskwestie zal zijn. De doelstellingen van de reorganisatie moeten goed iri het oog worden gehouden en bezien zal daarom moeten worden of die doelstellingen inderdaad gehaald worden. Hij doet een nadrukkelijk beroep op het college om zich volledig open te stellen. Er zal een belangrijke voortrekkersrol gevraagd worden, zodanig dat de motivatie behouden blijft, maar effektiever wordt aangewend. Tot de randvoorwaarden behoort het zorgvuldig omgaan met de personeelsbe langen. Dat houdt niet op bij de garantie dat er geen ontslagen vallen of salarisvermindering optreedt. Het vraagt van het college wel degelijk een inspanningsverplichting om het personeel op een waardevolle wijze in te zetten in de nieuwe struktuur. Tot slot vraagt hij het college om de struktuur aan te houden voor de moge lijke gevolgen van de herindeling, zodat het sociaal statuut dan volledig tot haar recht kan komen. Ook vraagt hij het college om de raad voortdurend op de hoogte te houden van de voortgang van het proces en met name de ge volgen voor de doelstellingen. - 102 - Het lid SCHIPPER deelt mede niet veel meer toe te voegen te hebben. Hij gaat akkoord met het voorstel. Hij vindt het een goed rapport. Door de motivatie in het voorstel krijgt hij toch de indruk dat het college niet helemaal overtuigd is van de noodzaak van de reorganisatie. De maatschappe lijke ontwikkelingen worden niet verder gespecificeerd. De problematieken in de regio maken het noodzakelijk om de reorganisatie door te voeren. Bovendien zal de "politieke aansturing" in de toekomst beter dienen te worden. Met name de communicatie tussen het college en het managementteam is niet altijd even vlekkeloos verlopen. Uiteraard zal de noodzakelijke zorgvuldigheid betracht moeten worden zodat individuele ambtenaren niet het slachtoffer zullen worden. Daarnaast steunt hij hetgeen is gezegd m.b.t. de stafafdeling POI. Hij ondersteunt een even tueel amendement ter zake. De VOORZITTER deelt mede dat vanaf het begin is geconcludeerd dat de orga nisatie in Zevenbergen te klein is om met stafafdelingen te gaan werken. Het advies van het ODRP is dan ook in die richting. Hij stelt voor om POI onder de sektor middelen te brengen. Daarbij werd aangetekend dat wel een funktionele relatie aangebracht moet worden tussen de secretaris en POI, zodat de secretaris vanaf het begin daarbij betrokken is. Hij vindt dit een goede tussenoplossing. De vakorganisaties hebben in het G.O. betoogd dat die funktionele relatie er niet diende te zijn. Uiteindelijk hebben deze organisaties zich neergelegd bij die tussenoplossing. Hij voelt zich daar dan ook wel aan gebonden. Daarnaast zijn er z.i. toch een aantal voordelen. Het M.T. blijft er dan ook bij betrokken. Om die reden wil hij hier toch aan vasthouden. Wat betreft de opmerkingen dat de struktuur niet alleen zaligmakend is, merkt hij op dat dit juist is. Het is een belangrijk middel om het doel te bereiken. Er zal de komende jaren gezamenlijk naar gestreefd moeten worden dat er een kwalitatief goed produkt wordt afgeleverd en zoveel mogelijk cliëntgericht wordt gewerkt. Daar zal het college en het ambtelijk apparaat aan moeten werken, hetgeen gepaard zal gaan met een zekere kuituuromslag. Inzake de zorgvuldigheid die betracht zal moeten worden deelt hij mede dat de raad daar zonder meer van verzekerd kan zijn. In het sociaal statuut zijn een aantal garanties neergelegd welke zonder meer zullen worden gehan teerd door het college. Daarnaast is hij van mening dat de nieuwe struktuur een goede kans is voor de t.z.t. nieuw te vormen gemeente. Ook m.b.t. de personele invulling ver wacht hij geen problemen. Een eventuele herindeling zal waarschijnlijk pas per 1 januari 1996 gerealiseerd worden. Hij zegt toe de raad op de hoogte te houden van de voortgang van het proces. Dat kan in commissieverband gebeuren Het lid VAN HAM krijgt het gevoel dat het college niet terug wil. De raad kan z.i. een afwijkend standpunt op onderdelen innemen. Als het gaat om het uiteindelijk stellen van de randvoorwaarden voor het personeelsbeleid en het organisatiebeleid, moet dat in het hoogste gezag van de organisatie zitten. In de lijn onderbrengen zal zeker tot problemen leiden. Hij hand haaft dan ook zijn eerder gedane voorstel. Het lid JANSSON sluit zich hierbij aan. Hij voegt er aan toe dat het ook voor de betreffende funktionarissen beter is om POI rechtstreeks onder de secretaris te plaatsen. Het lid SCHIPPER steunt eveneens het gedane wijzigingsvoorstel.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1992 | | pagina 61