- 92 - Het lid REIJNDERS stelt vast dat het college nog niet met een zodanig afgerond voorstel is gekomen dat thans een juiste afweging gemaakt kan worden. Hij vindt dat een verantwoorde politieke keuze gemaakt dient te worden, hetgeen op dit moment nog niet mogelijk is. Het lid VAN HAM is het er mee eens dat een evenwichtige keuze gemaakt zal moe ten worden. Hij is dan ook van mening dat er in januari 1993 een voorstel moet komen waarin alle zaken aan de orde komen. Dan kan die keuze gemaakt worden. Het lid JANSSON deelt mede dat de raad reeds eerder verzocht heeft om een uit spraak te doen over de SPZ als een basisvoorziening. Daar hangt dan automa tisch een financieel plaatje aan. Die uitspraak wordt echter steeds vooruitge schoven De VOORZITTER heeft er moeite mee dat nu door de fractie van de PvdA wordt overwogen om een motie in te dienen. Hij vindt dat prematuur. Hij stelt voor dat het college de nota nader zal bekijken en hierover in februari 1993 met een voorstel naar de raad zal komen. Het lid VAN HAM is van mening dat alsdan wel een beslissing genomen dient te worden over het al dan niet zijn van een basisvoorziening. Daar blijft het om draaien. Het lid JANSSON wijst er op dat eerder gezegd is dat het peuterspeelzaalwerk behandeld zou worden bij de totale uitvoering van het ODRP-rapportNaar zijn idee moet daaraan worden vastgehouden. Het lid SCHIPPER vindt het niet eerlijk ten opzichte van welke andere instan tie dan ook om nu dit te regelen, terwijl er nog voldoende andere prioriteiten zijn. Ook hij is van mening dat dit in het totale beeld van de welzijnsvoor zieningen geplaatst dient te worden. Het lid VAN HAM deelt mede dat de motie niet zal worden ingediend. De VOORZITTER zegt toe dat in de raadsvergadering van februari 1993 een stand puntbepaling zal worden ingenomen ten aanzien van de nota. Het lid REIJNDERS dringt er nogmaals op aan bij het college om in het vervolg meer samenhang te brengen in alle zaken, zodat de raad tot een politieke keuze kan komen. Wethouder KRIJNEN-BOOT deelt vervolgens mede dat op korte termijn zeker niet tot een bovenbouw zal worden gekomen, met een vruchtbare samenwerking verwacht ze op langere termijn zeker dat daartoe een kans aanwezig zal zijn. Het SKOZ en de gemeente zitten op één lijn met betrekking tot de samenwerking met het Thomas More College. Ze zegt hierna dat de kinderopvang zeker op de bedrijvencontactavond aan de orde zal komen. Er zit wel een groei in, ook dank zij de acquisitie van de Stichting. Landelijk speelt dezelfde problematiek. Het lid VAN HAM vraagt hoeveel bedrijfsplaatsen er daadwerkelijk zijn ver kocht Wethouder KRIJNEN-BOOT weet dat niet exact, wel is er sprake van een toenemen de belangstelling. Het lid JANSSON is verheugd dat thans de negatieve opmerking over het be drijfsleven wat wordt genuanceerd. - 93 - Wethouder KRIJNEN BOOT deelt tot slot mede dat bepleit moet worden om de gel den voor kinderopvang langer daarvoor te blijven bestemmen. De aanloopfase vereist meer tijd dan aanvankelijk door de minister is voorzien. De VOORZITTER geeft hierna het woord aan wethouder VAN DE WETERING. Wethouder VAN DE WETERING deelt mede dat de plannen voor de Hoofdstraat bijna gereed zijn. In de commissievergadering van januari 1993 zal dit beleidsvoor- bereidend aan de orde komen, waarna zo snel mogelijk de informatie-avond voor de bewoners zal worden belegd. Inzake de woonomgeving oude wijken zegt hij dat ook in andere wijken getracht zal worden om te starten met een wijkcontactpersoon. Wat betreft de Zuiddijk is het college voornemens om deze gesloten te verklaren voor vrachtwagens, zodat dat verkeer daar geweerd zal gaan worden. Hij deelt vervolgens mede dat in de commissie is afgesproken dat het rapport evaluatie zelfwerkzaamheid van de sportadviescommissie integraal zal worden besproken met het rapport Sport 2000. Zijn opzet is er op gericht om vóór 1993 een rapport te hebben zodat verder kan worden gegaan. Hij stelt voor om eerst de visie van het college met betrekking tot de buitensportverenigingen af te wachten en daarna een algemene beleidslijn uit te zetten. Het lid KRAMER is er van overtuigd dat afgesproken is dat het rapport er deze zomer al zou zijn en dat het college binnen een maand een standpunt zou inne men. Hij vraagt of het rapport van de sportadviescommissie nog komt, en zo niet, komt er dan een eigen notitie door het college. Wethouder VAN DE WETERING antwoordt dat de SAC die taak op zich heeft genomen. Mocht dat niet lukken, dan zal het college die taak op zich nemen. Het lid KRAMER vraagt op wat voor tentlijn dat te verwachten is. Wethouder VAN DE WETERING deelt mede dat na het gesprek met de SAC een plan van aanpak zal worden opgesteld. Het lid KRAMER wil de toezegging dat dit plan van aanpak in de eerstvolgende commissievergadering zal worden aangeboden. Wethouder VAN DE WETERING deelt mede dat de op dat moment beschikbare gegevens zullen worden voorgelegd. Ten aanzien van de bedrijfsinterne milieuzorg deelt hij mede dat ook het ko mende jaar de nodige activiteiten zullen worden ontwikkeld om de milieuzorg ter hand te nemen. Hij merkt vervolgens op dat de tarieven voor het verwerken van het afval steeds verder zullen stijgen. Telkens als er een activiteit plaatsvindt worden de kosten daarvan doorberekend in de tarieven. Dat is de geleidelijke invoe ring. Inmiddels is besloten de KCA-box in te voeren, hetgeen zal leiden tot een groter aanbod van klein chemisch afval. In voorbereiding is een plan tot gescheiden inzameling van groente-, fruit- en tuinafval. Ook daardoor zullen de inzamelings- en verwerkingskosten stijgen. Ook een hogere papier- en glas opbrengst heeft financiële gevolgen. De kosten, verbonden aan al die activi teiten, zullen worden doorberekend aan de burger. Gestreefd zal worden naar een systeem, zodat slechts betaald hoeft te worden naar gelang het aantal ki lo's dat wordt aangeboden. Hij zegt vervolgens dat de nota's en rapporten op het gebied van het milieu geschreven worden door anderen. Daarin staan concrete acties die de gemeente kan uitvoeren.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1992 | | pagina 56