- 90 -
Het lid KRAMER vraagt of dit met zoveel woorden is aangegeven in de nota
groenstruktuur
Wethouder KRIJNEN-BOOT bevestigt dit.
Het lid SCHIPPER constateert dat 11 raadsleden de wethouder niet van haar
standpunt kunnen afbrengen. Hij 'is van mening dat het college rekening dient
te houden met de gevoelens van de raad.
Wethouder KRIJNEN-BOOT antwoordt dat het voorstel terzake in de vergadering
van december aan de orde zal komen.
Het lid JANSSON deelt mede dat 3 partijen in de raad argumenten naar voren
hebben gebracht om de kinderboerderij tegen te houden omdat er grotere priori
teiten zijn.
Het lid REIJNDERS zegt hierop dat zijn fractie van mening is dat er andere
zaken zijn die, net als de kinderboerderij, een hoge prioriteit hebben.
Het lid JANSSON wijst erop dat het een geheel nieuw onderwerp is geworden.
Het lid REIJNDERS is het hiermee niet eens. In de commissie is deze kwestie
reeds meerdere malen aangekaart. Hij pleit er voor om deze zaak niet reeds in
de eerstvolgende raadsvergadering aan de orde te stellen.
De VOORZITTER deelt mede dat het college zich hierover nader zal beraden en
dat hierop zal worden teruggekomen.
Wethouder KRIJNEN-BOOT zegt vervolgens dat met betrekking tot Het Anker be
stuurlijk verder nog geen zaken bekend zijn bij het college. Ze wacht daarom
nadere ontwikkelingen af.
Met betrekking tot de aanpak van werklozen deelt ze hierna mede dat via het
portefeuillehoudersoverleg invloed kan worden uitgeoefend op het RBA. Door
haar is gepleit om haast te maken met de samenwerkingsopzet RBA/gemeenteom
zo tot een optimale begeleiding van de werklozen te komen. Het college zal
daar duidelijk voor blijven pleiten. Ze zegt dat de gemeente bij het arbeids
bureau zal controleren of het beroep en de ervaring in dit beroep kloppen met
de inschrijving. Verder wordt gekeken of de betrokkene zich voldoende beschik
baar stelt en voldoende activiteiten ontplooit. Hercontroles vinden plaats en
beoordeeld wordt of de betrokkene voldoende actief is om werk te vinden. Ook
vinden regelmatig besprekingen plaats met het Arbeidsbureau.
Ze stelt vast dat het met het JWG wel goed gaat, ondanks de geringe instroom
van jeugdigen. De werkgevers staan wat afwachtender tegenover banenpoolers.
Het college heeft de afspraak gemaakt om de contacten met de werkgevers zoveel
mogelijk te verstevigen.
Het lid JANSSON begrijpt hieruit dat de banenpools bij de overheid mislukt
zijn en dat het nu nodig is om de marktsector hiervoor open te stellen.
Wethouder KRIJNEN-BOOT ontkent dit. Ze is van mening dat de non-profit werkge
vers wat te terughoudend zijn. Er is een mogelijkheid om ook tot plaatsing in
de bedrijfssector over te gaan.
Het lid JANSSON concludeert dat de non-profit sector de langdurige relatie
niet wenst, en het college verwacht wel dat het vrije bedrijf dat wenst.
Wethouder KRIJNEN-BOOT verwacht dat via gesprekken met de werkgevers wel een
stap verder zal worden gekomen. Ze ziet het als een welkome aanvulling.
Inzake de projectgroep zegt ze dat gewerkt wordt met een ambtelijke werkgroep,
en zal de commissie O W als klankbordgroep fungeren.
Wat betreft het muziekonderwijs zegt ze toe om vóór 1 januari aanstaande een
aantal concrete vragen richting de muziekschool in Oudenbosch te formuleren,
doelend op wat de gemeente verwacht. Ook de gemeente Oudenbosch heeft dit aan
gegeven. In het overleg is aangegeven dat voortgegaan wordt op de 2 sporen. Ze
verwacht dat het onderzoek mediro 1993 zal zijn afgerond. Over de inkomensaf
hankelijke bijdrage zijn geen concrete afspraken gemaakt. De bevindingen zijn
echter dat juist het tegenovergestelde wordt bereikt dan hetgeen wordt beoogd.
Hst lid SCHIPPER acht het onjuist om pas medio 1993 een beslissing te nemen.
Wat let de gemeente om deze zaak veel eerder te regelen?
Wethouder KRIJNEN-BOOT hoopt zo snel mogelijk tot een afronding te komen, maar
het college is ook afhankelijk van de gegevens van anderen.
Met betrekking tot het kunstobject aan het Haveneind deelt ze mede dat het van
een aantal factoren zal afhangen wie uiteindelijk de opdracht zal krijgen.
Inzake het Vaarrouteplan zegt ze dat binnenkort wederom met de Stichting over
leg zal worden gevoerd. Het slib levert geen gevaar op voor de volksgezond
heid. Het college zal de raad via de commissie op de hoogte houden.
Het lid VAN HAM merkt op dat gevraagd is om een onderzoek te doen naar de aard
van de vervuiling en de bron daarvan.
Wethouder KRIJNEN-BOOT antwoordt dat het risico voor een kanovaarder aanwezig
is dat deze in het slib komt vast te zitten.
Ze zegt vervolgens dat de begrote bedragen in het kader van de Bijzondere Bij
stand toereikend zijn om de voorzieningen in het kader van het HEM te betalen.
Voorlichting geschiedt via folders en in Het Midden.
Het aspect van de sociale vernieuwing zal worden meegenomen bij de verdere
uitwerking in het kader van de herstructurering van het Welzijnsbeleid.
Ze acht het vervolgens prematuur dat een motie wordt ingediend met betrekking
tot de Stichting Peuterspeelzalen. Ook het college heeft kennis genomen van de
problemen en zal in het voorjaar met een voorstel terzake naar de raad komen.
Het lid VAN HAM wijst er op dat de problematiek rondom de SPZ al jaren bekend
is. Het zou zinvol geweest zijn indien het college daar in de afgelopen perio
de wat uitdrukkelijker naar gekeken had.
Wethouder KRIJNEN-BOOT is van mening dat de problematiek een gevolg is van de
wens om de salariëring te verhogen. De raad heeft destijds de SPZ in de gele
genheid gesteld om dit niveau tot het minimumloon te brengen. Het is naar haar
idee op dit moment noodzakelijk om de onlangs verschenen nota grondig te be
kijken.
Het lid VAN HAM vindt het niet juist om nu te verwijzen naar die nota en daar
te zijner tijd pas op terug te komen met een voorstel. Hij houdt daarom de
motie achter de hand.
Wethouder KRIJNEN-BOOT vindt het merkwaardig dat juist de vorige spreker nu
versnippering van de welzijnsinstellingen weer zit te bepleiten.
Het lid VAN HAM maakt daartegen bezwaar. Tegen zijn voorstel om de kinderop
vang en de SPZ te laten samenwerken is steeds nee gezegd. Om die reden moet nu
niet gezegd worden dat hij thans deze zaak er wil uitlichten. Hij vraagt
slechts om mogelijkheden te creëren in het komende jaar.