te halen. De VOORZITTER merkt op dat die opmerking in de commissievergadering thuishoort. Het lid JANSSON vraagt zich af of t.a.v. de f rites-kraam in de wijk Molengors niet tevoren een hoop stennis voorkomen had kunnen worden indien genoemde argumentatie was aangedragen voordat tot het voorstel tot het verlenen van de vrijstelling was overgegaan. Het lid SCHIPPER vraagt wat het nut is van een besloten vergadering indien het daarin behandelde een paar dagen later uitvoerig in de krant staat. Het had betrekking op het feit dat er geen industriegrond in Zevenbergen meer voorhanden is. Het lid KRAMER wijst erop dat een inwoner van Zevenbergschen Hoek (m.n. Blauwe Sluis) in april 1991 een brief heeft gestuurd en pas in januari 1992 daar voor de eerste maal een reaktie op heeft gekregen. Hij benadrukt nogmaals dat aan dat aspekt de nodige aandacht moet worden besteed. Het lid REIJNDERS dringt er nogmaals op aan dat het gemeentebestuur waar mogelijk, het voortouw neemt in het aktiveren van instanties die zich betrokken kunnen voelen bij de sluiting van bedrijven. Hij benadrukt dat de vraagstelling van zijn fraktie geenszins bedoeld was als een aanval op het college. Het lid VAN DER STEE-VAN AGTMAAL informeert naar de stand van zaken m.b.t. het podium. De VOORZITTER antwoordt dat het college in eerste instantie ervan uit ging dat de plaatsing van een frites-kraam wellicht door de bewoners als een dienstverlening zou kunnen worden beschouwd. Het tegengestelde bleek echter waar, zodat na afweging van alle belangen de conclusie is getrokken om daaraan geen medewerking te verlenen. Met betrekking tot de opmerking van het lid SCHIPPER deelt hij mede dat hetgeen in de krant stond in een openbare vergadering is gezegd, zowel in de commissie financiën als in de commissie gemeentebedrijven. Ten aanzien van de brief van een inwoner van Blauwe Sluis zegt de VOORZIT TER toe hieraan de nodige aandacht te zullen besteden. Tot slot deelt hij mede dat het college graag bereid is om, waar mogelijk en indien daartoe behoefte bestaat, intermediair te zijn bij de instellin gen die bij een sluiting van een bedrijf betrokken gaan worden. Wethouder KRIJNEN-BOOT antwoordt dat de beheerder nog wacht op een prijsop gave. Ze verwacht dat de gemeente Terheijden op korte termijn kan overgaan tot het op een rij zetten van de mogelijkheden. Zodra dit is gebeurd zal de commissie bij elkaar komen. Ten aanzien van E.7 merkt het lid REIJNDERS op dat zijn fraktie erop heeft aangedrongen om een en ander op lokaal niveau onder de loep te nemen. Hij vraagt het college om zich hier intern nog eens over te beraden. Hij wil deze zaak in een breder kader plaatsen en verzoekt het college om met een voorstel te komen. De ontwikkelingen t.a.v. het IHM en de ruimtelijke ontwikkelingen in geheel West-Brabant moeten op regionale schaal worden benaderd. Eerst zal daarom de gemeente Zevenbergen op lokaal niveau haar positie moeten bepalen.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1992 | | pagina 2