Het lid KRAMER deelt mede dat de toezending van de stukken aan de leden van de gewestraad van het Stadsgewest Breda uiterst chaotisch verloopt. Vaak worden zelfs niet alle stukken verzonden, zodat het secretariaat in feite bepaalt wat de leden ontvangen. Het lid SCHIPPER informeert naar de stand van zaken met betrekking tot de aanpassing van de Hoofdstraat. Het lid REIJNDERS is het met het lid Kramer eens dat de toezending van de stukken erg chaotisch verloopt. De leden van de gewestraad ergeren zich aan de bureaucratische gang van zaken. De VOORZITTER antwoordt dat er een aantal aanpassingen in het te bouwen politiebureau zijn aangebracht, mede op verzoek van de rijkspolitie. De projektontwikkelaar heeft hem verzekerd dat de bouw van het politiebureau zeker niet in gevaar is. Het zal vóór het einde van dit jaar in gebruik kunnen worden genomen. Hij zegt vervolgens dat het college alle voorstellen van het Stadsgewest op hun merites bekijkt, hetgeen niet wegneemt dat een vertegenwoordiger van het college in het DB dicht bij het vuur zit. Het lid KRAMER acht het van groot belang dat het college aandacht heeft voor dergelijke zaken. Wethouder KRIJNEN-BOOT wijst op de mogelijkheid om gratis zwemles te ont vangen in De BosselaerDe acquisitie gebeurt via de scholen. Bekendmaken in de te verspreiden folder heeft echter zeker de aandacht. Wethouder VAN DE WETERING deelt mede dat in de loop van 1992 gestart zal worden met de voorbereidingen tot aanpassing van het middengedeelte van de Hoofdstraat. De VOORZITTER antwoordt nog dat klachten inzake het secretariaat in eerste instantie thuishoren in de Stadsgewestraad. Overigens zal ook wethouder van de Wetering, als lid van het DB, zien wat hij daaraan kan doen. Ten aanzien van F 2 wijst het lid REIJNDERS op de zorg ten aanzien van het ontbreken van goede, grensoverschrijdende rampenplannen met betrekking tot Doel. Hij vraagt of het college voornemens is om de aanpak, zoals de Com missaris der Koningin deze voorstaat, over te nemen. De VOORZITTER antwoordt dit in het college aan de orde te zullen stellen. De raad zal daarover te zijner tijd worden geïnformeerd. Ten aanzien van F 3 is het lid SCHOUWENAARS blij met het standpunt van het college inzake de motie-Emmen. Hij vraagt op welke termijn de resultaten van Zaanstad in de commissie aan de orde kunnen worden gesteld. Wethouder VAN DE WETERING verwacht dat pas eind 1992, begin 1993 de resul taten van die proef in Zaanstad binnen zijn. Daarna zullen deze zeker aan de commissie worden voorgelegd. - 23 - Ten aanzien van IV 3 zegt het lid BROEDERS-DE BRUIJN dat er tal van argu menten zijn om tot uitzending van TRT over te gaan, onder andere het volgen van aktuele gebeurtenissen in het land van herkomst en het bevorderen van participatie. Ze is dan ook voorstander van de voorliggende overeenkomst met de Stichting Turken Zevenbergen. Het lid WIJBENGA-HELMER vindt het een goede zaak om TRT via de CAI uit te zenden. Het betekent veel voor de Turkse gemeenschap. Wel heeft ze princi pieel bezwaar tegen de eigen bijdrage die die gemeenschap eenmalig moet opbrengen, omdat naar haar mening alsdan sprake is van precedentwerking. Ze vraagt zich af welk argument het college hanteert indien andere groeperin gen in Zevenbergen eveneens geld beschikbaar willen stellen voor een eigen zender. Daarnaast vindt ze dat het geld van de Turkse gemeenschap niet wordt gebruikt voor het doel waarvoor het bedoeld is. Het gaat nu ten koste van andere kulturele aktiviteiten. Ze vraagt zich af of het niet beter is alles in eigen hand te houden en de Turkse gemeenschap niet met een last op te zadelen. Ze stelt voor om het voorstel te amenderen, in die zin dat het tekort van f 10.000,gedekt wordt uit de post onvoorzien of ten laste komt van de exploitatie van de CAI. Het lid SCHIPPER vraagt zich eveneens af welke lijn er gevolgd zal gaan worden als er nog een groepering komt die geld beschikbaar wil stellen voor een eigen zender. Hij is van mening dat de kosten ten laste moeten komen van de CAI en niet afgewenteld moeten worden op andere groeperingen. Ook hij is van mening dat op deze manier een precedentwerking ontstaat. Het lid VAN DER STEE-VAN AGTMAAL is van mening dat TRT een eigen leven is gaan leiden. Het is zaak om uit hetgeen thans is voorgevallen een les te leren. De Turkse gemeenschap is bereid om een bedrag van f 10.000,bij te dragen. Ze juicht dat toe. Het mag echter niet zo zijn dat die gemeenschap thans van oordeel is dat die zender is gekocht. De keuze van invulling van de zenders op de CAI is aan de raad. Ze deelt verder mede dat de looptijd van 20 jaar, genoemd in de overeen komst, erg lang is. Ze stelt een tussentijdse toetsing voor via de commis sie. Wethouder KRIJNEN-BOOT antwoordt dat de plaatsing van de TRT op de CAI niet inhoudt dat de Turkse gemeenschap daarmee recht op een eigen zender ver werft. In de overeenkomst is bepaald dat deze door beide partijen opzegbaar is. Na 10 jaar behoeft geen restitutie meer plaats te vinden. Ze zegt ver der dat andere groeperingen geen rechten kunnen ontlenen aan de plaatsing van TRT op de CAI. Verzoeken van anderen zullen worden getoetst aan de volgende uitgangspunten: - het moet een minderheidsgroepering van minimaal 100 personen zijn; - de gevraagde zender moet een positieve bijdrage leveren aan de eigen kuituurbeleving, dit ter beoordeling van het college; - verzoeken kunnen alleen gedaan worden door kulturele minderheden; - de gemeente betaalt niet meer bij dan f 5.000, Ze is verder van mening dat van tijd tot tijd zeker bezien zal worden hoe het zich ontwikkelt. Het lid WIJBENGA-HELMER blijft bij haar standpunt. Waarom moet deze ge meenschap een financiële bijdrage leveren? Het door haar ingediende amende ment zou ze daarom graag in stemming brengen.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1992 | | pagina 18