(7
-
- 10 -
Het lid JANSSON vindt dat op zijn minst een pas op de plaats moet worden
gemaakt. In de volgende raadsvergadering zou dan reeds een voorstel voor
moeten liggen op welke wijze de professionele welzijnsinstellingen zullen
gaan werken.
Wethouder KRIJNEN-BOOT antwoordt er naar te streven om in ieder geval voor
het jaar 1993 zicht te hebben op hetgeen nodig is als budget.
Het lid JANSSON reageert hierop met de mededeling dat alsdan gedurende het
jaar 1992 een groot gedeelte van het budget ondoelmatig zal worden uitgege
ven. De V.V.D. zal daar zeker geen goedkeuring aan verlenen.
Wethouder KRIJNEN-BOOT acht het onzorgvuldig en onverantwoord om, zonder
goede onderbouwing, de posities van een aantal personen te ondermijnen.
Het lid VAN HAM is het ermee eens dat zeker niet direct kan worden overge
gaan tot het niet meer uitbetalen van het personeel. Maar pas per 1 januari
1993 komen tot een bijstelling van de budgetten is zeker niet de bedoeling.
Dat moet op zo kort mogelijke termijn.
Wethouder KRIJNEN-BOOT deelt mede met een voorstel te zullen komen met een
tijdpad terzake. Op dat moment kan de raad eventuele bezwaren daartegen
naar voren brengen.
Wat betreft het aktiviteitenplan n.a.v. de Emancipatienota zegt ze toe dit
onderdeel op te zullen nemen in het Welzijnsprogramma 1993.
Ze zegt verder dat het in eerste instantie noodzakelijk is om alle zaken in
beeld te brengen en de samenhang te bewerkstelligen. Dat betekent niet dat
alles in een nota geregeld moet worden. Met name de kunstzinnige vorming
behoeft niet in een nota uitputtend neergezet te worden. Er zal eerst
bezien moeten worden wat de mogelijkheden zijn voordat de intentie in een
nota wordt vertaald.
Het lid SCHIPPER is van mening dat de raad thans nog niet weet wat de
bedoeling is. Afhandeling van zaken op deze manier is voor hem aanleiding
om hier zeker geen toestemming aan te verlenen.
De VOORZITTER stelt vast dat de raad kan instemmen met de Cultuurnota. Hij
concludeert verder dat eveneens kan worden ingestemd met het Welzijnspro-
gramma, evenwel met uitzondering van de onderdelen S.K.W. en G.O.W. Deze
onderdelen worden aangehouden. In het kader van de behandeling van de
V.O.G. rapportage en de voorstellen terzake van het college zal daarop
nader worden teuggekomen.
Het lid JANSSON deelt mede er geen behoefte aan te hebben te wachten tot 1
januari 1993. Hij wenst daar op korte termijn een beslissing over te nemen.
De VOORZITTER antwoordt dat in de raadsvergadering van 10 maart a.s. de
V.O.G.-rapportage aan de orde zal komen met voorstellen van het college
terzake. Hij deelt tot slot mede dat ook het amendement van het CDA/Hoekse
Lijst om die reden wordt aangehouden tot die vergadering.
Met inachtname van het vorenstaande wordt besloten conform het voorstel van
burgemeester en wethouders.
14. Voorstel tot het voteren van een kre
diet voor de aanschaf van een voertuig