- 88 -
Het lid VAN HAM vindt het overdreven en daarnaast overlappend.
Wethouder KRIJNEN-BOOT zegt tot slot dat het schrappen van het HEM in een
totale discussie zal worden meegenomen.
De VOORZITTER stelt voor om agendapunt 14 eerst aan de orde te stellen.
14. Voorstel tot aanpassing van de Verordening
reinigingsheffingen 1992.
Het lid REIJNDERS vindt het een ongelukkige zaak dat in september jongstle
den een bedrag is vastgesteld, hetgeen thans opnieuw moet worden gedaan.
Hij verzoekt via het portefeuillehoudersoverleg te voorkomen dat zoiets
wederom gebeurt. Met de hoogte van het bedrag heeft hij wat moeite, maar de
reservering is dermate verbonden aan de te maken kosten op de stortplaats
dat daar toch niet onderuit kan worden gekomen. Hij kan dan ook akkoord
gaan met het voorstel.
Het lid SCHIPPER merkt op dat er sprake is van een verhoging van 36,5
Daarnaast vraagt hij zich af waarom op dit moment die tariefsverhoging aan
de orde is. Hij doet dan ook een beroep op de vertegenwoordigers in het
Stadsgewest om er voor te pleiten dat de onderhavige verhoging pas ingaat
zodra de vuilstort operationeel is.
Tevens deelt hij mede dat hij de belastingen in zijn totaliteit nog eens
wil bezien. Tariefsverhogingen van 36,5 vindt hij niet acceptabel. Op dit
moment gaat hij dan ook niet akkoord met het voorstel.
Het lid KRAMER deelt mede dat in de laatste vergadering van het Stadsgewest
een voorstel aan de orde is geweest om een bedrag van f 63,inclusief BTW
vast te stellen. In het Zekluza-beraad heeft hij reeds gezegd tegen fonds
vorming te zijn. Door het Stadsgewest wordt thans een bedrag van f 28,18
gereserveerd. De onderbouwing is dat met het te reserveren gedeelte eventu
ele exploitatie-verliezen van de stortplaats in 1992 kunnen worden opgevan
gen. Tevens kunnen de gelden aangewend worden voor calamiteiten en nazorg.
Hij vraagt zich af of in 1992 reeds exploitatie-verliezen zullen optreden.
Daarnaast wordt er vanuit gegaan dat er zich calamiteiten zullen voordoen
en wordt reeds gesproken over nazorg, terwijl men nog doende is met de
nazorg van Bavel/Dorst. Hij vindt het dan ook niet nodig om nu reeds een
potje te creëren. Hij acht het onjuist om dat door te berekenen aan de
burgers. Zijn fractie stemt derhalve tegen het voorstel voor wat betreft de
helft van het bedrag.
Het lid VAN HAM stelt vast dat het bedrag van f 168.500,door het Stads
gewest wordt doorberekend aan de gemeente. In de huidige begroting zit een
ruimte van f 45.000,Zijns inziens is het onmogelijk om het bedrag niet
door te berekenen aan de burgers. Dat besluit zou in principe genomen kun
nen worden. Wanneer dat geëffectueerd zal worden is nog niet bekend. In de
tariefstelling wil hij zeker de inkomsten betrekken die de gemeente Zeven
bergen verkrijgt via de vuilstort. Daarom wil hij graag op korte termijn
terugkomen op hetgeen gedaan zal worden met de ongemakkentoeslag.
Het lid KRAMER vult nog aan dat zijn voorstel is om uit die ongemakkentoe
slag eventuele kosten te betalen.
- 89 -
De VOORZITTER antwoordt dat in juni jongstleden er reeds op is geattendeerd
dat de storttarieven van f 34,naar f 59,per ton zouden worden ver
hoogd. Deze schoksgewijze verhoging wordt echter niet door het college
veroorzaakt, maar in zijn algemeenheid worden de tarieven drastisch ver-'
hoogd
Hij zegt vervolgens dat ook reeds gelden worden gereserveerd voor GFT-af-
val. Dat moet zeker in ogenschouw worden genomen. De gemeente kan niets
anders doen dan het besluit van het Stadsgewest overnemen. Hij waarschuwt
er reeds voor dat de komende jaren de storttarieven nog meer zullen stij
gen.
Hij vindt het verder reëel om de kosten van de afvalverwerking in rekening
te brengen bij de burgers. Daarmee kan tevens worden bereikt dat de afval
stroom wordt verminderd. Ook uit dat oogpunt is het van belang om deze
kosten volledig door te berekenen. Het uitgangspunt is nu om de ongemakken-
toeslag toe te voegen aan de saldireserve. De rente daarvan wordt jaarlijks
toegevoegd aan de begroting.
Het lid VAN HAM merkt op dat de burger van Zevenbergen een deel van haar
eigen ongemakkentoeslag betaalt. Daar komt het in feite op neer. Om die
reden moet naar zijn mening de tariefsverhoging in Zevenbergen anders wor
den opgebouwd
De VOORZITTER acht het een goede zaak indien in 1992 daarover een discussie
zal plaatsvinden.
Het lid REIJNDERS acht de verhoging thans op zijn plaats, omdat anders
volgend jaar een nog grotere verhoging zal moeten plaatsvinden.
Het lid KRAMER blijft van mening dat fondsvorming in 1992 voor de stort
plaats in Zevenbergen niet noodzakelijk is. Het is voor hem onverklaarbaar
dat eventuele kosten niet uit de ongemakkentoeslag worden betaald. Thans
worden aan de burgers geen reële kosten doorberekend, terwijl het Stadsge
west bepaalde revenuen krijgt.
Het lid VAN HAM zegt dat een en ander een gevolg is van het besluit van het
Stadsgewest.
De VOORZITTER stelt dat de fondsvorming inderdaad een gegeven is. Hij stelt
voor het onderhavige voorstel aan te nemen, met daarbij de aantekening dat
in de loop van 1992 een nadere discussie zal plaatsvinden of, en zo ja, in
welke mate de ongemakkentoeslag in de toekomst een relatie krijgt met de
reinigingsrechten
Het lid KRAMER merkt op dat de fractie van de WD geacht wil worden tegen
te stemmen.
Het lid SCHIPPER stelt dat in het stadsgewest een beslissing is genomen.
Tegen het voorstel stemmen betekent wellicht volgend jaar een verhoging van
70 a 80 Er is derhalve geen keuze.
Het lid REIJNDERS zou graag aan de conclusie van de VOORZITTER willen toe
voegen: "en/of de OGB".
De VOORZITTER concludeert dat de raad kan instemmen met het voorstel, waar
bij de fractie van de WD tegenstemt.