- 76 - Dit jaar, voorzitter, bij de beschouwingen voor de begroting 1992 hebben wij wederom er voor gekozen aandacht te vragen voor enkele centrale onder werpen. Wij hebben aandacht gevraagd voor de onderwerpen vergrijzing en werkgelegenheid. Bovendien hebben wij het feit gehekeld dat samenhang in uw beleid ontbreekt, doordat u liefst over 15 onderwerpen notities en onder zoeken aankondigt, doch de eventuele financiële gevolgen hiervan buiten het begrotingsinstrument houdt. Op deze 3 thema's hebben wij, doch in feite de gehele Raad onvoldoende antwoord gekregen. Thema's toch, die op grond van alleen al het vigerend beleidsakkoord, terecht aan de orde werden gesteld. Voorzitter, op grond van uw reactie op deze onderwerpen, of liever gezegd, op grond van het ontbreken van die reactie moeten wij helaas concluderen dat uw college behoorlijk vastgeroest zit, daar waar het de begrotingsop stelling betreft. Simpel voorgesteld hanteert u bij de opstelling van de begroting het vol gende recept: men neme, de begroting van het lopende jaar en laat daar op los de juni- en septembercirculaire van het Ministerie van Binnenlandse Zaken ten behoeve van het nieuwe begrotingsjaar en de meerjarenraming. De uitkomst daarvan bepaalt de ruimte. Als die ruimte gelijk blijft hebben we geluk en kan bestaand beleid uitgevoerd blijven worden. Worden de beschikbare middelen lager dan schaven we hier en daar wat weg en verhogen de tarieven wat, waarbij het profijtbeginsel nogal opportunistisch wordt gehanteerd. In dat proces mag de raad vragen stellen, die op zijn hoogst ingegeven mogen zijn door de wens tot verduidelijking. Daarbij valt het altijd weer op dat u voor het antwoord op die vragen 2 tot 3 x zoveel tekst nodig heeft als voor de Beleidsnota zelf. Voorzitter, dat is het stramien waarin u als College zit, en laten we eer lijk zijn: wij zouden, indien wij op de stoel zouden zitten van de ambtena ren, die de Aanbiedingsnota moeten schrijven, en daarbij zo weinig steun en inspiratie van het politiek verantwoordelijk college ontvangen, precies hetzelfde doen. Want dat is natuurlijk het probleem, voorzitter. Het CDA schreef het ook al in haar Algemene Beschouwingen en ook de Hoekse Lijst maakte kritische opmerkingen terzake: Van dit college zijn geen gedurfde initiatieven te verwachten, en zelfs aan de competentie wordt door het CDA getwijfeld. Hoewel voorzitter, en dit even terzijde: het CDA mag natuurlijk ook weer niet teveel klagen. De verdediging van typisch CDA-georiënfeeerde belangen als het beoefenen van de voetbalsport op Prot. Chr. grondslag en de dis- trictscatechese, zijn bij dit college in goede handen. Voorzitter, de echte oorzaak van deze onmacht is natuurlijk de volgende: Het nemen van initiatieven en het maken van keuzes, maar ook het formuleren van integraal beleid, heeft altijd financiële consequenties. De verantwoordelijkheid daarvoor berust bij het gehele college, doch bij uitstek bij de portefeuillehouder van financiën, maar die kennen we in Zevenbergen niet, althans niet een die politieke verantwoording draagt en zijn nek uitsteekt. Als die verantwoordelijkheid niet wordt gedragen, is het gevolg, dat visie op de ontwikkeling op de lange termijn in uw aanbiedingsnota totaal ont breekt - 77 - Daarvoor in de plaats komen dan opmerkingen waarbij het college zichzelf op de schouder klopt, en zich wentelt in zelfgenoegzaamheid, wanneer de PvdA- fractie zich laat ontvallen dat er zoveel bereikt is de afgelopen jaren. Nutteloze opmerkingen ook of de Aanbiedingsnota een soort jaarverslag zou moeten zijn. Voorzitter, als de WD-fractie twee onderwerpen als vergrijzing en werkge legenheid centraal stelt en bijna de gehele raad het vooruitschuiven van beleid hekelt, dan is er geen plaats voor opmerkingen zoals u terzake ge maakt heeft. Waar, naar de mening van de WD, wel plaats voor is, is voor een derde wethouder, politiek verantwoordelijk voor Financiën en geleverd door Hoekse Lijst of WD. De WD verzoekt het CDA, maar ook de PvdA, hierover nog eens grondig na te denken Met name het CDA zij nog eens herinnerd aan de toezegging die zij, tijdens de onderhandelingen over Beleidsakkoord en Collegevorming 2 jaar geleden, over uitbreiding van het College met 1 wethouder, deed. Voorzitter, wij blijven, zeker voor dit jaar, bij onze keuze om aandacht te vragen voor de grote lijnen van beleid. Voor voorzieningen die wellicht in het jaar 2000 gerealiseerd moeten worden, is dat bepaald noodzakelijk. Voor het onderwerp werkgelegenheid ligt dat belang nog veel dichterbij. Wat de WD betreft kunt u er op rekenen dat wij geen gelegenheid voorbij zullen laten gaan deze onderwerpen op de agenda te zetten c.q. te houden. Voorzitter, een en ander impliceert dat wij nog slechts enkele opmerkingen zullen maken met betrekking tot zaken die wij reeds eerder aan de orde stelden. Financiën: Werd de onzekerheid vroeger alleen bepaald door financiële tegenvallers, thans gebeurt dit ook door financiële meevallers. De potentiële tegenvallers zijn er nog steeds. Te denken valt aan: mogelijke claims van grondeigenaren met betrekking tot ten onrechte betaalde BTW; het beleid van de rijksoverheid; de claim van de Waterleidingmaatschappij Ten aanzien van het eerste punt vernemen wij graag of Zevenbergen terzake nog risico's loopt. Voor wat betreft het derde punt vragen wij aan u waarom de raad niet uw eerder geventileerde optimisme zou mogen delen, dat deze claim zonder ge volgen zal blijven voor Zevenbergen. Voorzitter, wij zouden het optimisme nog wat willen versterken door te stellen dat u ook nog ruimte kunt vinden in de volgende posten: het schrappen van het H.E.M., dat toch niet gebruikt wordt. Levert f 15.000,— op; het schrappen van de post districtscatechese: lever f 20.000,op. U geeft namelijk geen enkel argument waarom deze post gehandhaafd zou moeten blijven; meeropbrengst hondenbelasting. Als u de juiste invorderingsmaatregelen treft, levert dit naar onze schatting ook circa f 20.000,op.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1991 | | pagina 45