Het lid SCHIPPER stelt dat reserveringen voor de infrastructuur van essentieel belang zijn voor een goede bedrijfsvoering. Ze behoeven inderdaad niet te groot te worden. Hij pleit ervoor goede sleutels te hanteren. Wethouder VAN DE WETERING is van mening dat op het gebied van het milieu de zaken goed geregeld zijn. Door contröle de regels naleven is één van de aspec ten. De kwaliteit van industriegebieden, eventueel zelfs een milieu-steunpunt, komt in zowel het gewestelijk milieubeleidsplan als het gemeentelijk milieube leidsplan aan de orde. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders. 9. Voorstel tot voorlopige vaststelling van de werkelijke uitgaven, als bedoeld in artikel 102, le lid van de Wet op het Basisonderwijs, van de openbare basisschool over het jaar 1990, alsmede over het tijdvak 01-08-1985 t/m 1990. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders. 10. Voorstel met betrekking tot de finan ciële problematiek van gemeenschapshuis "De Meerenhof". Het lid Vrolings merkt op dat het totale verlies is opgelopen tot ruim f 73.000,Hij vraagt of het college ervan uitgaat dat er door de éénmalige bijdrage van ruim f 50.000,een voldoende basis ontstaat voor een nieuwe start, op basis waarvan de Stichting een zelfstandige exploitatie kan vormgeven. Het verbaast hem dat er nog een afzonderlijk bedrag van ruim f 39.000,achter de hand wordt gehouden. Hij ziet liever dat er een risicofonds wordt gevormd t.b.v. de exploitatie van De Meerenhof, zijnde een risicofonds voor onvoorzienbare calamiteiten voor alle gemeenschapshuizen. Hij bedoelt hiermede niet een éénmalig exploitatieverlies. Het lid SCHIPPER onderschrijft de gedachte van de vorige spreker. Hij is het daarnaast volledig eens met de structurele bijdrage van f 10.000,Daarmede zal de Stichting zeker in staat zijn om de exploitatie rond te krijgen. Tot slot vraagt ook hij of thans een financiële basis aanwezig is om tekorten te voorko men. Het lid WIJBENGA-HELMER stelt voor om na een jaar nader te bezien of het niet nodig is om de vide te verbouwen. Ook zij is van mening dat het restant van het risicofonds niet alleen voor De Meerenhof bestemd dient te zijn. Het lid BROEDERS-DE BRUIJN wil eraan toevoegen dat, zodra er een beroep wordt gean op het risicofonds, dit zal worden voorgelegd aan de raad. Wethouder KRIJNEN-BOOT is er geen voorstander van om het risicofonds een bredere bestemming te geven. Ze is van mening dat er van precedentwerking voor de andere gemeenschapsvoorzieningen geen sprake is. -62- Ze deelt verder mede dat de verbouw van de vide niet is meegenomen, omdat nog niet is gebleken dat deze ruimte inderdaad nodig is. Wat betreft het gebruikmaken van het risicofonds zegt ze toe dat dit inderdaad in overleg met de commissie zal gebeuren. Het lid VROLINGS vraagt zich af of het niet beter is om het resterend bedrag van ruim f 39.000,in één keer te verstrekken, zodat de Stichting zelfstandig tot een sluitende exploitatie kan komen. De maatregelen die thans getroffen worden zijn strikt genomen niet voldoende. Het lid SCHIPPER vraagt nogmaals concreet of de Stichting thans een gezond financieel beleid kan voeren. Daarnaast is hij van mening dat, indien voor De Meerenhof aan reservevorming wordt gedaan, dit ook voor de andere gemeenschaps huizen dient te gebeuren. Zeker t.a.v. Het Anker bestaat er een morele verplich ting in de exploitatie. Het lid BROEDERS-DE BRUIJN vraagt of bij gebruikmaking van het risicofonds behandeling in de raad zal plaatsvinden of slechts advies aan de commissie zal worden gevraagd. Wethouder KRIJNEN-BOOT antwoordt dat er vanuit wordt gegaan dat met de bijdragen de exploitatie van De Meerenhof rond zal komen. Wat betreft punt 3 van het voor stel deelt ze mede dat dit geldt voor de eerstkomende jaren. Inzake de opmerkingen over Het Anker zegt ze dat dit gebouw geen onderdeel uit maakte van de inventarisatie van een paar jaar geleden. In dat rapport was even eens een uitgangspunt dat gesubsidiëerde gebruikers zoveel mogelijk in gemeente lijke gebouwen onder te brengen. Om die reden is het niet terecht om aan te voeren dat huurders in Het Anker zijn weggehaald. Ze deelt tot slot mede dat door dit voorstel wordt beoogd de perikelen m.b.t. De Meerenhof definitief onder de knie te krijgen. Het lid VAN HAM stelt dat door de fractie van het C.D.A. is voorgesteld om het risicofonds over meerdere akkommodaties uit te spreiden. Daarover is thans nog geen besluit genomen. Het lid REIJNDERS is eveneens van mening dat daarover nog gesproken dient te worden. Het lid SCHIPPER is van oordeel dat t.a.v. de re serve vorming een amendement is ingebracht om daaraan een andere invulling te geven. Het college negeert dat verzoek hetgeen niet correct is. Het lid JANSSON vraagt zich af of het niet beter is om het totale voorstel terug te nemen en een aantal punten nader uit te werken. Hij heeft de indruk dat met dit voorstel de problematiek rondom De Meerenhof nog niet definitief geregeld zal zijn. De VOORZITTER doet het tussenvoorstel om t.a.v. het risicofonds een discussie in de toekomst open te houden. Daarover zou alsdan zowel in de commissie als in de raad nog van gedachten gewisseld kunnen worden. Niet vergeten mag worden dat een belangrijke factor in dit alles is dat de gemeente eigenaar is van het gebouw. Het lid JANSSON vraagt zich af of niet over alle punten uit het voorstel nader beraad noodzakelijk is.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1991 | | pagina 37