- 50 -
Hij vraagt of het college het Stadsgewest inmiddels suggesties heeft aangedragen
om tot verbetering van het funktioneren te komen. Ook de rampenbestrijding is
een punt van zorg. Hij vindt het merkwaardig dat hiervoor thans weer te weinig
geld is. Tot slot zou hij graag een toelichting hebben op de passage op blz.24
t.a.v. het bevolkingsonderzoek.
Het lid SCHOUWENAARS wijst erop dat nieuwe initiatieven worden opgenomen en
belangrijke nieuwe taken worden opgepakt. Het Stadsgewest toont daarbij aan dat
voor de deelnemende gemeenten een heldere taak kan worden vervuld. Dat geeft
vertrouwen voor de toekomst.
De VOORZITTER deelt mede dat in de commissie is afgesproken dat intern nog beke
ken zal worden welke suggesties aan het Stadsgewest zullen worden gedaan.
Die toezegging zal uiteraard worden nagekomen. Wat betreft de rampenbestrijding
en het bevolkingsonderzoek zegt hij dat hij dat zal nagaan, hoewel hij van
mening is dat dit bij de voorbereidende behandeling in de Stadsgewestraad aan de
orde gesteld had moeten worden.
Het lid KRAMER is van oordeel dat bepaalde vragen zeker in een raadsvergadering
gesteld mogen worden. Hij zal deze vragen zeker in het Zekluza-beraad inbrengen.
Het neemt echter niet weg dat het college nauwlettend op de redaktie van de
raadsvoorstellen dient te letten.
De VOORZITTER is van mening dat de behandeling van de begroting van het Stadsge
west thuishoort in de Stadsgewestraad. Voor de toekomst zou hij graag zien dat
bij de behandeling ervan in de commissie een aantal aandachtpunten zullen worden
geformuleerd, zodat het college daarop een gemeentelijk standpunt kan innemen.
Het lid SCHIPPER zegt dat het erg goed is om voldoende aandacht te besteden aan
het beleid van het Stadsgewest. Hij dringt erop aan om zeker de vinger aan de
pols te houden.
De VOORZITTER onderschrijft het standpunt van de vorige spreker.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester
en wethouders.
10. Voorstel tot vaststelling van diverse
belasting- en tarievenverordeningen
1992.
Het lid SCHOUWENAARS zegt dat, indien bij de begrotingsbehandeling mocht blijken
dat een verhoging van de tarieven niet of in mindere mate noodzakelijk is, geen
gebruik gemaakt dient te worden van de thans vast te stellen tariefsverhogingen.
Het lid JANSSON verwacht van het college dat het dienstbetoon bij het zwembad
eveneens zal stijgen. Tevens zullen de aanslagen onroerend-goed belasting tijdig
gereed moeten zijn en worden verzonden. Daarnaast wijst hij op de hondenbelas
ting. Een gedeelte van de belastingbetalers betaalt niet. Verhoging van deze
belasting is naar zijn mening korrekt, maar het college zal ervoor moeten zorgen
dat alle belastingplichtigen inderdaad zullen betalen. In de loop van 1992
zullen daartoe maatregelen getroffen dienen te worden. Hij denkt dat dit slechts
mogelijk is door invoering van de hondenpenning.
- 51 -
Het lid SCHIPPER vindt het erg belangrijk dat de hertaxatie in verband met de
onroerend-goed belasting tijdig heeft plaatsgevonden.
Het lid HUIJSSOON zou wat meer samenhang in de tariefsverhogingen op prijs stel
len. Daarnaast neemt hij het college kwalijk dat de hertaxatie niet tiidifkL
gebeuren. Een tijdelijke externe kracht is daarvoor een oplossing Wat betreft
de verhoging van de begrafenisrechten gaat hij eveneens akkoord. Wel zal het
college aktie moeten ondernemen, iets moeten doen aan de wateroverlastd de
begraafplaats. Ten aanzien van de hondenbelasting deelt hij mede dat er iets
gedaan moet worden aan het uitlaten van de honden op de rekreatieterreinen
isZvoor ZWeml>ad vindt hiJ het vreemd dat een gezinsabonnement pas voordeliger
is voor een gezin van meer dan 4 personen. Dat tarief zou door het coUege onder
de loep genomen moeten worden. ge °naer
in ant"°°rdt d" het st"ve" "°p serlcht Is om de aanslagen o.g.b.
i a verzenden. Problemen daarbij zijn de verplichte hertaxaties en de
Inning door de gemeente zelf. Hij deelt verder mede dat ln het kader van de
bezuinigingsoperatie voorgesteld Is om de leges extra te verhogen .«10™ het
zwembad met 5Z extra en een aantal andere zaken kostendekkend te maken Ïij
V "6de dS raa" de «""elling van de begroting de vrijheid
hondenheT m™8 °P de nu vast te stellen tarieven. Inzake de
hondenbelasting wordt er van de burgers verwacht dat deze een korrekte aanjifte
zo"zk,?r,r°df.8dUl:|Ze "ordt," scht« »sl gekontroleerd. Anderzijds moet het niet
zo zijn dat de perceptiekosten hoger worden dan de inkomsten. Deze inkomsten
vloeien thans in de algemene middelen. itiKomsten
dfko^tm?^ d3t Zljn fraktle 31 Va3k gen0eg voorsteHen heeft gedaan om
de kontrole te verbeteren. Die zijn steeds door het college van de hand gewezen.
het ambtP^flf500*1 vraagt zich af of er °P d*-t moment geen onderbezetting is in
het ambtelijk apparaat. Het is wellicht te overwegen om voor de hertaxaties een
externe kracht aan te nemen. Wat betreft de hondenbelasting is hij er ook niet
van overtuigd dat een hondenpenning een oplossing zal zijn. Voor hem mag die
borden geplaatst^ëcutirmn woerden*. DaarV°°r da" °P °°k
Het lid JANSSON wijst erop dat bij het beleidsakkoord is afgesproken dat de
tarieven kostendekkend gemaakt zouden worden, mede met het oog om ruimte te
creeren O. nieuw beleid te realiseren. Ten aanzien van de Inning van dë og.K
Va° menlagdat fe hertaxaties tijdig dienen plaats te vinden zodat de
gemeente geen renteverliezen lijdt. Wat betreft de hondenbelasting deelt hij
b«ëeëfdr vefk°"8all3kheld «ssen de belastingplichtigen, namelijk dë
■SïlchM. «1 n t V. 3"let betalen' ondanks d« t°ch belasting-
plichtig zijn. Dat is onjuist, en hij stelt dan ook voor om in de loop van 1992
maatregelen te ontwikkelen die de inning van die belasting zeker stelt.
De VOORZITTER antwoordt dat in het college besproken zal worden op welke wijze
uitvoering zal worden gegeven aan een volledige inning van de hondenbelasting.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester
en wethouders.