Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester
en wethouders.
9. Voorstel tot vaststelling van de
verordening, regelende de afvloeiing
van het personeel van de openbare
school onder intrekking van de gel
dende regeling.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester
en wethouders.
10. Voorstel tot bekostiging als bedoeld
in artikel 74 WBO ten behoeve van de
vervanging van vloerbedekking in de
openbare school onder gelijktijdige
votering van het benodigde krediet.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester
en wethouders.
11. Voorstel tot gedeeltelijke honorering
van een verzoek als bedoeld in arti
kel 74 WBO van de Stichting Katholiek
Onderwijs Zevenbergen inzake vervan
ging van meubilair van de R.K. Basis
school "De Toren".
Het lid VAN BRENKELEN vraagt op welke wijze de objektiviteit gewaarborgd is.
Tevens informeert hij wie er bepaalt of al dan niet tot vervanging moet worden
overgegaan.
Het lid VAN DER STEE-VAN AGTMAAL is van mening dat de stedenband met Opalenica
er niet is om daar "afdankertjes" naar toe te zenden.
Wethouder KRIJNEN-BOOT antwoordt dat het schoolbestuur in eerste instantie be
ziet wat voor vervanging in aanmerking dient te komen. Het college is verplicht
om de noodzaak tot vervanging te bezien, hetgeen uiteraard via de ambtenaren
gebeurt.
Wat betreft de beschikbaarstelling van de meubeltjes aan Opalenica is ze van
oordeel dat die keuze in goede handen is bij de plaatselijke stichting.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester
en wethouders.
12. Voorstel tot toekenning van een eve
nementensubsidie aan het jeugdkoor
"The Young Voices".
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester
en wethouders.
13. Voorstel inzake een tweetal verzoeken
om zendmachtiging ten behoeve van een
lokale omroep
Het lid BROEDERS-DE BRUIJN vindt het een merkwaardig voorstel, omdat door het
college duidelijk een voorkeur wordt uitgesproken.
- 42 -
Bij de Stichting Stadsomroep Zevenbergen worden door het college vraagtekens
gezet. Die twijfels worden ook door haar gedeeld. Ook het Commissariaat voor de
Media heeft bedenkingen tegen de samenwerking van de S.S.Z, haar externe advi
seur en het lokaal belang. Om die reden vindt ze het merkwaardig dat ook voor de
S.S.Z. een goedkeurend advies aan de Mediaraad wordt verstrekt. Ze stelt uit
drukkelijk dat het college niet moet schromen om een voorkeur uit te spreken
Haar fraktie is van mening dat het advies gegeven dient te worden om aan dé
Zevenbergse Radio- en Televisiestichting een zendmachtiging te verlenen.
Het lid WIJBENGA-HELMER gaat in principe akkoord met het voorstel. Beide stich
tingen voldoen aan de gestelde eisen, wel moeten ze bereid zijn hun statuten aan
te passen. Naar haar mening is er geen doorslaggevend verschil tussen beide
stichtingen, zodat de keuze door de mediaraad gemaakt dient te worden. Ze wil
wel benadrukken dat haar fraktie het uitgangspunt onderschrijft, dat de gemeente
gebaat is met een lokale omroepinstelling die zich uitsluitend bezighoudt met
lokale aangelegenheden en tevens een zo sterk mogelijke omroep is. De invloed
van de externe adviseurs is naar haar oordeel een belemmering geweest in de
onderhandelingen tussen beide partijen. Wellicht zou thans het kont^akt tussen
beide partijen hersteld kunnen worden. Ze is er van overtuigd dat er maar één
goede oplossing is, namelijk één sterke zender waarbij kennis, kreativiteit en
financiële middelen van de inwoners zoveel mogelijk gebundeld worden om tot
kwaliteit van programma's te komen. Ze verzoekt het college om nog een poging te
ondernemen beide partijen tot elkaar te brengen.
Het lid SCHIPPER onderschrijft het standpunt van de P.v.d.A. Het college dient
een objektieve weergave te doen. In het voorstel proeft ook hij een duidelijke
voorkeur voor een bepaalde omroep. Ook hij is er voorstander van om alsnog te
proberen beide partijen tot elkaar te brengen.
Het lid VAN DER STEE-VAN AGTMAAL vindt het noodzakelijk dat de bestuursleden van
de lokale omroep woonachtig zijn in de gemeente Zevenbergen. Dit dient nadrukke
lijk als eis te worden gesteld.
Wethouder KRIJNEN-BOOT zegt dat nadrukkelijk pogingen zijn ondernomen om beide
partijen bij één omroep onder te brengen. Dat is helaas niet gelukt. De enquête
heeft duidelijk gemaakt dat beide partijen in aanmerking komen. Om die reden is
de keuze neergelegd bij het Commissariaat en is geen voorkeur uitgesproken door
het college.
Het lid WIJBENGA-HELMER vraagt zich af of het college gebonden is aan een be
paalde termijn.
Het lid BROEDERS-DE BRUIJN benadrukt nogmaals dat het college in het voorstel
zeker niet objektief is geweest. Ze vraagt zich af of dit niet is gedaan om geen
mening naar voren te hoeven brengen.
Wethouder KRIJNEN-BOOT antwoordt dat het Commissariaat reeds meerdere malen het
college heeft verzocht om een advies uit te brengen. Ze is van mening dat alle
mogelijkheden benut zijn om tot een samenwerking te komen, hetgeen nimmer is
gelukt. Beide partijen zijn hiertoe niet bereid. Ze zegt tot slot toe om alle
stukken ter informatie aan het Commissariaat te doen toekomen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester
en wethouders.