- 15 - In de verordening mist ze de kontakten naar de ouders toe. Ze stelt voor om aan de stichting voor te leggen een oudercommissie in het leven te roepen. Wethouder KRIJNEN-BOOT antwoordt dat uitgegaan is van minimum-eisen. Wat betreft het aantal dagdelen is uitgegaan van de richtlijnen van W.V.C., te weten mini maal 3 dagdelen. In het begin zal zeker met enige soepelheid gewerkt moeten worden. Naar haar mening moet dan ook niet gesleuteld worden aan de voorliggende tekst. Voorop staat de intentie om het voor de gemeente budgettair neutraal te laten verlopen. Dat blijft overeind. In het begin zal de exploitatie naar verwachting wel problemen opleveren. De acquisitie zal in grote mate in handen zijn van de stichting. Ook de gemeen ten zullen echter alle medewerking dienen te geven. Wat betreft de subsidies aan bedrijven deelt ze mede dat op dit moment hiermede in de exploitatie-opzet rekening wordt gehouden. Ze is er van overtuigd dat door de stichting bezien zal worden of er een oudercommissie in het leven geroepen zal worden. Zonder meer zullen er regelmatig met de ouders zaken doorgesproken dienen te worden. Ze spreekt tot slot de verwachting uit dat de kinderopvang zeker zal slagen. Het lid BROEDERS-DE BRUIJN stelt dat door aanpassing van de artikelen 21 en 22 de kwaliteit gegarandeerd zou worden. Daarnaast is haar niet duidelijk dat ge steld is dat een versoepeling van de regels in de aanloopperiode gehanteerd zal kunnen worden, terwijl eerder is geantwoord dat de verordening niet voor tweeër lei uitleg vatbaar mag zijn. Wethouder KRIJNEN-BOOT stelt dat in de overgangsfase enige ruimte moet zijn om in te spelen op de behoefte. Het lid VAN HAM zegt dat met het amendement dit precies wordt beoogd. Hij is van mening dat aan de stichting enige ruimte gegeven moet worden. Wethouder KRIJNEN-BOOT antwoordt dat met de stichting goede afspraken daarover zullen worden gemaakt. Het lid VAN HAM vraagt waarom een en ander dan zo strak vastgelegd moet worden in de verordening. Dat ontgaat hem helemaal. Wethouder KRIJNEN-BOOT zegt dat de mond-tot-mond reklame erg belangrijk is. Het lid VAN HAM deelt mede dat akkoord wordt gegaan met het voorstel, met de aantekening dat het streven er op gericht moet zijn naar minimaal 3 dagdelen, en niet zoals de tekst in de verordening is opgenomen. De VOORZITTER konkludeert dat het voorstel is aangenomen, maar met de aanteke ning van de P.v.d.A. met betrekking tot de artikelen 21 en 22. 10. Voorstel tot bekostiging van de ver vanging van de c.v.-ketel van R.K. Basisschool "De Neerhof" onder ge lijktijdige votering van het benodig de krediet. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten konform het voorstel van burgemeester en wethouders. - 16 - 11. Voorstel tot bekostiging van vervan ging van gloeilampen door TL-verlich- ting in de verkeersruimten van de basisscholen De Boemerang, Arenberg en Wegwijzer, alsmede vervanging der verlichting in de klaslokalen van de openbare school de Boemerang. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten konform het voorstel van burgemeester en wethouders. 12. Voorstel tot subsidieverlening aan het Buro slachtofferhulp Breda e.o. (B.S.B.). Het lid WIJBENGA-HELMER zegt dat slachtofferhulp een vorm van hulpverlening is die steeds meer de aandacht krijgt, zowel landelijk als regionaal. Sinds enkele jaren is deze hulp opgenomen in het beleidsplan van het Algemeen Maatschappelijk Werk. Het was een summiere vorm van hulpverlening en de daaruit voortvloeiende kosten konden worden ondergebracht in de door de jaarlijks door de gemeente verstrekte subsidie. Thans is de vorm van slachtofferhulpverlening veranderd. Inhoudelijk zijn er betere afspraken gemaakt tussen het Buro Slachtofferhulp en het Algemene Maat schappelijk Werk en sinds 1 augustus 1990 is men gaan werken volgens een door het LOS ontwikkeld model. De hulpverlening wordt nu niet meer alleen door het Maatschappelijk werk gedaan, maar er is een regionale samenwerking ontstaan, waarin vertegenwoordigd zijn: - de Rijkspolitie van Zevenbergen; - 3 vrijwilligsters: 1 uit Hooge Zwaluwe, 1 uit Lage Zwaluwe en 1 uit Klundert; - 1 beroepskracht van het Maatschappelijk Werk. Ze werken volgens een vast schema en zijn wekelijks bij het Maatschappelijk Werk in Zevenbergen te bereiken. Gevolg van deze verandering is dat men u vraagt om een extra bijdrage van f 0,18 per inwoner. Met de 8 cent voor het buro in Breda bent u het eens, maar de 10 cent per inwo ner voor het Maatschappelijk Werk wijst u af. In de commissie werd als argument aangevoerd dat het Maatschappelijk Werk zelf altijd heeft aangegeven dat zij de kosten In hun budget konden inpassen. Naar onze mening is er nu een nieuwe situatie ontstaan. Graag willen wij van u weten of er tussen u en het Maatschappelijk Werk overleg is geweest over deze situatie. Zo niet, wilt u hier dan nog eens naar kijken. Het lid BROEDERS-DE BRUIJN zegt, dat zoals in het raadsvoorstel staat omschre ven, het noodzakelijk is het Buro Slachtofferhulp middels subsidie in stand te houden. Ook onze gemeente ontkomt niet aan het gegeven dat de kriminaliteit toeneemt. Daaruit voortvloeiend mag duidelijk zijn dat een goede en op adekwate wijze manier van hulpverlening noodzakelijk is. D samenwerking tussen Buro Slachtofferhulp, Maatschappelijk Werk en politie Is dan ook een zeer goede manier om op deze wijze hulp aan gedupeerden te verlenen. De laatste ontwikkelingen wat betreft deze, Is dat sinds kort In Zevenbergen een dependance van B.s. Breda in het werk is gesteld. Hieromtrent vinden wij in uw raadsvoorstel niets terug.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1991 | | pagina 12