Het lid JANSSON is van mening dat het wellicht beter is deze werkgroep op te heffen, zeker ook gelet op de werkdruk. De VOORZITTER antwoordt dat bij het verder dalen van het rendement inderdaad overwogen zal moeten worden om deze werkgroep op te heffen. Ten aanzien van de openbare orde en veiligheid op het industrieterrein Moerdijk zegt de VOORZITTER toe hierover met de Rijkspolitie kontakt op te nemen. Inzake de bevordering van winkelvoorziening in de kleine kernen wil het gemeen tebestuur graag stimulerend optreden. Het blijft echter toch een partikulier initiatief. Hij is van mening dat subsidiëring door de gemeente niet dient plaats te vinden. Hij deelt die zorg echter. Hij geeft hierna het woord aan wethouder KRIJNEN-BOOT. Wethouder KRIJNEN-BOOT zegt ten aanzien van het organisatierapport toe dat het seniorenconvent zeer nadrukkelijk betrokken zal worden bij het plan van aanpak. Het lid VAN HAM vraagt of dat tegelijk met het tijdpak van het beleidsakkoord kan worden behandeld in het seniorenconvent. Wethouder KRIJNEN-BOOT is van mening dat beide zaken niet gekombineerd behandeld hoeven te worden. Het lid VAN HAM stelt voor, gezien het belang, dit toch reeds begin 1991 In het seniorenconvent te behandelen. Het lid SCHIPPER deelt de mening van het lid van Ham. Ook hij heeft graag de toezegging dit begin 1991 aan de orde te stellen. Het lid JANSSON steunt het voorstel van de beide vorige sprekers. Wethouder KRIJNEN-BOOT stelt dat dit zo snel mogelijk zal worden opgestart. Het is zeker de bedoeling dit in 1991 afgerond te hebben. Inzake de kinderopvang deelt ze mede dat de uitvoering van het akkomraodatierap- port gereed is. Er wordt naar gestreefd om met een zo klein mogelijk akkommoda- tlebestand een optimale bruikbaarheid te bereiken. Het lid VAN HAM wijst er op dat de bezetting van de akkommodaties goed bezien dient te worden voordat een besluit genomen gaat worden om weer een nieuwe ak- kommodatie te bouwen. Dat is de essentie van zijn verhaal in eerste instantie. Wethouder KRIJNEN-BOOT zegt dat de raad in de vergadering van 11 december aan staande de gelegenheid krijgt om haar standpunt te bepalen. Ze stelt wel vast dat de fraktie van de P.v.d.A. verkeerde berekeningscijfers hanteert. Een kind plaats betekent dat deze door 3 kinderen opgevuld kan worden. In de optimale situatie betekent dit 75 kinderen. Uitgegaan wordt van een aantal van 42. Wat betreft het welzijnsplan stelt ze dat de bezuinigingen zijn opgevangen door een éénmalige strukturele bijdrage. Dat verklaart de huidige cijfers. Het lid JANSSON informeert of er meer dekkingsmiddelen aanwezig zijn dan uitge geven behoeven te worden. Wethouder KRIJNEN-BOOT antwoordt dat in het welzijnsplan een duidelijke finan ciële onderbouwing is gegeven. - 91 - Ten aanzien van het muziekonderwijs deelt ze mede dat er regelmatig met de mu ziekschool een gestruktureerd overleg plaatsvindt. Daarin worden alle zaken aan de orde gesteld. Met betrekking tot de zelfstandigheid van Markt 23 worden de regionale ontwikke lingen kritisch gevolgd. Het college houdt echter vast aan de vestiging in Zevenbergen. Over de emancipatie zegt ze dat de koördinatie in eigen hand wordt gehouden. Dit betekent dat bij bepaalde sektoren zelf de deskundigheid moet worden verworven c.q. deskundigen aantrekken. In plaatselijke inspraaksituaties ziet ze wel een taak voor de vrouwenraad. Het lid VAN HAM stelt dat de vrouwenraad de kans moet krijgen om de nodige ad viezen uit te brengen. In het kader van de emancipatie is dat een positieve ontwikkeling Wethouder KRIJNEN-BOOT stelt nogmaals dat de koordinatie in eigen hand wordt gehouden. De deskundigheid op bepaalde terreinen staat bij het college echter voorop. Het lid BROEDERS-DE BRUIJN zegt vraagtekens bij die deskundigheid. Deskundigen bekijken dit soort zaken weer vanuit hun eigen invalshoek. Wethouder KRIJNEN-BOOT antwoordt dat wel deskundigen gezocht worden die vanuit de vrouwelijke optiek tegen dat soort zaken aankijken. Ten aanzien van de sociale vernieuwingen deelt ze mede dat in het welzijnsplan duidelijk een aantal zaken te vinden is. Het lid JANSSON is het daarmee eens, maar bijvoorbeeld het argument van achter standsituaties is duidelijk geen aspekt van sociale vernieuwing. Het lid VAN HAM acht het zinvol om ook in het welzijn aan sociale vernieuwing te doen. Het welzijnsplan zal daaraan moeten worden aangepast. Wethouder KRIJNEN-BOOT is van mening dat onder andere kinderopvang, renovatie van woonbuurten en het v.c.p. zaken zijn van sociale vernieuwing. Wat betreft het Hulpfonds Echte Minima (H.E.M.) deelt ze mede dat het minimabe leid een taak Is van de Commissie Sociale Zekerheid. Gekozen is voor een snelle ambtelijke afhandeling, waarna deze zaken terug komen in die commissie. Bij afwijzingen is er altijd een bezwarenprocedure mogelijk. Het lid VAN HAM is van mening dat afwijzingen beter eerst door de kommissie beoordeeld kunnen worden in plaats van het ambtelijk af te wijzen. Wethouder KRIJNEN-BOOT zegt toe dit in de Commissie Sociale Zekerheid aan de orde te stellen. Ten aanzien van het maatschappelijk werk stelt ze dat er een overeenkomst is waarin de beleidsmatige en financiële aspekten, alsmede de overlegstruktuur duidelijk zijn vastgelegd. Het ligt niet voor de hand dit in het welzijnsplan op te nemen, omdat er dan sprake Is van doublures. Het lid VAN HAM zegt dat het zijn bedoeling is, om doublures te voorkomen, dat het maatschappelijk werk onderdeel gaat uitmaken van het welzijn- en zorgplan van Zevenbergen. Volgend jaar zou dat kunnen worden meegenomen.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1990 | | pagina 51