- 88 -
Het kan niet meer komen uit de sociale woningbouw. Het aksent zal moeten liggen
op partikuliere woningbouw. Kom met een nieuw voorstel en zorg voor konkurreren-
de prijzen.
Wij hebben niet gesteld dat wij geen bewondering hebben voor het bestuur van de
Stichting Gasthuis St. Joseph. Onze vraag was alleen: "Wanneer wordt er begonnen
met de bouwaktiviteiten"
schreef namelijk dat er al begonnen was.
Overigens willen wij nog opmerken dat ook in andere woningen voor bejaarden
noodzakelijke voorzieningen worden aangebracht. Denkt u maar eens aan onder
andere de liftinstallatie bij de woningen in De Donk en dat naar de toekomst
gezien uitbreiding van bejaardenwoningen een must zal worden. Wij zijn geschrok
ken van de publikaties in Dagblad De Stem van 17 november 1990. We zullen hiero
ver nog nader van gedachten moeten wisselen en wij zijn benieuwd naar uw initia
tieven in deze.
College, hopelijk komt u terug met een aantal bevredigende antwoorden.
Bedankt voor uw aandacht.
De VOORZITTER schorst hierna de vergadering.
Na 40 minuten heropent de VOORZITTER de vergadering.
De VOORZITTER stelt ten aanzien van het Beleidsakkoord duidelijk voorop dat het
college dit beleidsakkoord onverkort onderschrijft en de nodige uitvoeringsmaat
regelen zal nemen. Dat zal over een aantal jaren verspreid moeten gebeuren. De
vraag blijft echter overeind of er voldoende dekkingsmiddelen zullen zijn. Mo
menteel wordt er aan een tijdspad ten aanzien van de uitvoering gewerkt. Begin
1991 zal dat aan de fraktievoorzitters worden voorgelegd. Tevens zal getracht
worden om de vereiste dekkingsmiddelen daarbij aan te geven.
Inzake het I.H.M. deelt hij mede dat het overleg over de bijdrage 1990 nog moet
beginnen. Er moet nog een standpunt in het dagelijks bestuur bepaald worden. Dat
overleg zal in nauw overleg met de commissie financiën plaatsvinden. De raad zal
uiteindelijk hierover een beslissing moeten nemen.
Het lid WOLTMAN zou het beter vinden dat het college de raming als zodanig niet
als raming zou zien, maar dat er bijvoorbeeld een reservepost voor zou worden
aangehouden. Hij vindt het principieel niet juist om nu van zo'n hoge raming uit
te gaan.
De VOORZITTER stelt dat die raming het jaar 1991 betreft. Thans moet nog gespro
ken worden over de bijdrage 1990. Die zal zonder meer lager zijn.
Hij zegt verder dat de hoogste prioriteit van het I.H.M. is om voldoende bouw
rijpe grond voorhanden te hebben. Dit jaar zijn reeds meer dan 50 ha. uitgege
ven, waarvan 1/3 in het zogenaamde exploitatlegebied ligt. De investeringen van
nu zullen echter de winst voor de toekomst uitmaken. De grondprijzen voor de
gronden voor milieutechnologie bedragen ongeveer f 70,a f 75,per m2. Dat
is naar zijn mening toch een fors bedrag.
Met betrekking tot het R.W.I. deelt de VOORZITTER mede dat de bezwaren van de
raad ten aanzien van de gewijzigde kostentoerekening toegezonden zijn aan het
Stadsgewest. Hij heeft er geen bezwaar tegen om in de commissie financiën aan de
hand van een notitie daarover nog eens van gedachten te wisselen.
Wat betreft de voorlichting stelt hij dat het college daarover In 1991 een nader
standpunt zal innemen, met name ten aanzien van de gerichte periodieke informa
tie. Ook zullen de huis-aan-huis bladen daarbij betrokken worden. De c.a.I. zal
daarbij tevens een belangrijke rol kunnen spelen.
- 89 -
Inzake de stedenband zal op korte termijn in het seniorenconvent een oriëntatie
en overleg plaatsvinden. Van het resultaat daarvan wil hij laten afhangen of
reeds in 1991 daarvoor gelden vrijgemaakt moeten worden.
Het lid VAN HAM vraagt of indien nodig daarvoor alsnog een bedrag beschikbaar
kan worden gesteld.
De VOORZITTER antwoordt dat dit inderdaad via een begrotingswijziging mogelijk
Ten aanzien van de kommissie ruimtelijke ordening deelt hij mede dat er geen
nieuwe ontwikkelingen zijn. Op dit moment is er naar de mening van het college
nog geen behoefte aan een dergelijke kommissie. Wel zal het college zich nader
beraden over de inspraakmogelijkheden in het kader van de ruimtelijke ordening
met name ten aanzien van rekonstruktles
Inzake de sterkte van de politie stelt hij voorop dat die veel te laag is. Dit
is echter een landelijk verschijnsel. Het neemt niet weg dat Iedere mogelijkheid
zal worden aangegrepen om te bepleiten dat het politiekorps in Zevenbergen op
sterkte wordt gebracht. Overigens verwacht hij op korte termijn een uitbreiding
met één persoon ten behoeve van milieuzaken, en wel met name voor het industrie
terrein Moerdijk.
Het lid JANSSON vraagt of het college daadwerkelijk met het ministerie kontakt
zal opnemen.
De VOORZITTER is van mening dat meer pragmatisch moet worden gehandeld. Het
overleg moet binnen het distrikt worden gevoerd. Op korte termijn zal dan ook
met de leiding daarvan kontakt worden opgenomen.
Het lid KRAMER informeert of de te verwachten extra persoon' zich uitsluitend met
milieu-zaken zal gaan belasten.
De VOORZITTER antwoordt dat het een experiment voor 2 jaar betreft. Ook voor
milieuzaken in Zevenbergen zal hij worden ingezet. Binnen het korps zullen daar
omtrent zeker prioriteiten gesteld worden.
Met betrekking tot het politiebureau zegt de VOORZITTER optimistisch te zijn
over de gang van zaken. Er is een kompromis in de maak, hetgeen wel betekent dat
ook de gemeente wat water in de wijn zal moeten doen. Hij heeft er het volste
vertrouwen in dat er op korte termijn een oplossing zal zijn.
Over de koördinatie kriminaliteitspreventie deelt hij mede dat daarvoor geen
speciaal uitvoeringsbesluit genomen dient te worden.
Het lid JANSSON stelt dat het wel de bedoeling is dat het college de intenties
van de raad uitvoert. Vandaar de vraag of de koördinatie inderdaad gebeurt en
waar blijkt dat uit.
De VOORZITTER benadrukt dat in het college zeer zeker een koördinerend beleid
terzake wordt gevoerd.
Hij zegt verder dat inzake het niet tijdig beantwoorden van brieven er een rap—
pelsysteem is ontwikkeld. Binnen de gestelde termijn is 80 a 90 beantwoord. In
andere gevallen wordt een ontvangstbevestiging verzonden. Een waterdicht systeem
zal echter nooit haalbaar zijn.
Wat betreft de werkgroep werkgelegenheid deelt hij mede dat de doelstelling er
van is om aktiviteiten zoveel mogelijk te koördineren. Op dit moment hebben de
werkzaamheden echter niet de hoogste prioriteit.