- 78 - AANGAAN STEDENBAND kondigt aan dat u daar met plannen voor zult komen. Wij denken dat u op zijn minst middelen vrij moet maken voor een op te zetten beleid. In eerste instantie lijkt f 10.000,hiervoor afdoende. COMMISSIE RUIMTELIJKE ORDENING Terecht stelt u dat de P.v.d.A. niet aflatend vraagt om de instelling van een commissie ruimtelijke ordening. Helaas moeten wij konstateren dat u zelfs niet de moeite neemt om inhoudelijk in te gaan op telkens door ons aangegeven nieuwe argumenten. "De burgers meer betrekken bij de inrichting van hun woonomgeving", dat was de opzet bij de instelling van commissie ruimtelijke ordening. Uw plannen met be trekking tot verbetering van de woonbuurten rechtvaardigen, nee vragen om her instelling van deze commissie. GEMEENTEHUIS U kondigt een inventarisatie aan op basis waarvan verbouw en herinrichting zou moeten plaatsvinden. De vermoedelijke, nog niet gedekte kosten hiervan zouden 4 ton gaan bedragen. Op de eerste plaats vragen wij ons af op basis waarvan u de huidige verbouwingen pleegt en hoe deze kosten dan gedekt zijn. Meer fundamenteel vragen wij ons af of wij op deze weg verder moeten met het huidige gemeentehuis. Opnieuw zou op korte termijn 1,1 miljoen moeten worden gestoken in wat wij lapmiddelen willen noemen. Wellicht kunnen we nu een pas op de plaats maken en bezien of wij niet moeten komen tot andere huisvesting. VERKEERSMAATREGELEN V.G.P. Met betrekking tot uw programma van verkeersmaatregelen in het kader van het V.C.P. en ook de aanvullende plannen voor de kerkdorpen hebben wij een aantal punten aan de orde gesteld die niet volledig verduidelijkt zijn in uw antwoord. Ook nieuwe gegevens in uw beantwoording roepen bij ons vragen op. - Wij missen een konkreet voorstel om de maatregelen uit het oorspronkelijke V.C.P. in uitvoering te brengen. - Er worden maatregelen aan het V.C.P. toegevoegd en direkt In uitvoering geno men (mini-rotonde, oversteek Westrand) die niet in de kommissie ruimtelijke ordening zijn behandeld. - De kommissie financiële ruimtelijke ordening heeft In de vergadering van 15 mei 1990 ongetwijfeld instemmend gereageerd op uw voorstellen met betrekking tot Zevenbergschen Hoek en Langeweg. Een en ander op basis van de toen beken de gegevens. Overigens worden In de kommissies geen besluiten genomen. Wij vragen u nogmaals duidelijke, op prioriteiten afgestemde, integrale voor stellen met betrekking tot de verkeersmaatregelen. OPENBAAR VERVOER In verband met de mogelijke aanleg van het verkeerslicht aan de Westrand zagen wij graag een wat aktievere, meer eisende opstelling van uw college naar de B.B.A. Voor ons een voorwaarde voor realisering van de genoemde maatregelen. Aansluiting van de diverse openbaar vervoer voorzieningen, zoals door ons voor gesteld, is noodzakelijk voor het doen slagen van diverse beleidsvoornemens zoals verkeersveiligheid en milieu. INDUSTRIE EN HAVENSCHAP MOERDIJK Wij vermogen niet in te zien dat u een, voor diverse frakties nog ter diskussie staande bijdrage uit de O.G.B.-inkomsten wilt handhaven als raming in de begro ting (zeker niet als u dit afzet tegen uw weigering enige jaren geleden een raming op te nemen van de dekking van I.H.M.-tekorten) Wij willen niet akkoord gaan met een bijdrage uit onze O.G.B. inkomsten hoger dan de procentuele bijdrage die ook Klundert uit zijn inkomsten bijdraagt. - 79 - Daarnaast wensen wij gaarne een diskussie in het kader van de totale baten en lasten met betrekking tot het onderhoud van het I.H.M. REGIONAAL WERKGELEGENHEIDSINSTITUUT Met betrekking tot het regionaal werkgelegenheidsinstituut spelen naar onze mening twee zaken: Als eerste (wij stelden dat reeds In de kommissie en het Is ook in de vorige raadsvergadering aan de orde geweest): - Op welke wijze is onze gemeente gebonden aan het R.W.I. U zou dit uitzoeken. Op de tweede plaats: Hoe heeft het R.W.I. zich ontwikkeld en welke voordelen heeft Zevenbergen nog van dit lidmaatschap. Het lijkt ons een goede zaak dat hieromtrent, op basis van de door u aan te leveren informatie, een nieuwe diskussie plaatsvindt waarop een definitief standpunt van de raad wordt geformuleerd. KULTUUR EN REKREATIE (WELZIJN) Kinderopvang/akkommodatle beleid Los van het inhoudelijke aspekt van kinderopvang zijn wij van mening dat de akkommodatie hiervan de nodige vraagtekens oproept. In uw antwoord geeft u eigenlijk al met stelligheid aan dat er gekozen is of zou moeten worden voor semi-permanente nieuwbouw in plaats van bijvoorbeeld verbou wing van De Meerenhof. Onze fraktie hecht er aan deze diskussie nog nadrukkelijk open te houden en wel om de volgende redenen: - Het wederom toevoegen van een akkommodatie zou een belangrijke kans om uit voering te geven aan het akkommodatie-rapport (waarin wordt gesteld dat wij al teveel akkommodaties hebben), voorbij laten gaan. Wij zijn er van over tuigd dat door goede herschikking van aktiviteiten (uiteraard in goed overleg met alle betrokkenen) alle gewenste funkties van de diverse gebouwen behouden kunnen blijven en daarmee het totaal aan kosten van nu niet effektief bezette gebouwen verminderd kan worden. Gezien uw noodkreet van onbetaalbaarheid van voorzieningen zou dit toch een zeer serieus te nemen argument moeten zijn. Ten aanzien van andere mogelijke bezwaren tegen huisvesting van de kinderopvang in De Meerenhof het volgende: - Het is voor ons niet duidelijk dat uw programma van eisen (ten aanzien van het aantal m2) voor 20 kinderen uitkomt op 486 m2 oftewel ruim 23 m2 per kind. Als wij de normen voor kinderopvang van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten er op naslaan (Groene reeks 110), dan zien wij dat er voor een kind minimaal 3 m2 speel-/werkoppervlak dient te zijn en daarnaast rust of slaapruimte voor een nader te bepalen aantal kinderen. Wanneer wij deze cijfers omzetten op basis van 20 op te vangen kinderen leidt dit naar onze mening tot In totaal zo'n 280 m2.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1990 | | pagina 45