Hij mist een antwoord ten aanzien van de huis-aan-huisbladen. Graag wil hij vernemen welk standpunt het college daarover inneemt. Ten aanzien van de voor lichting zou dat een positief antwoord dienen te zijn. Een aktievere voorlich ting bijvoorbeeld ten aanzien van bouwplannen zou erg dienstig kunnen zijn. Wellicht is het ook mogelijk om daarbij gebruik te maken van de c.a.i. Ook wordt door het college geen antwoord gegeven op de vraag om een waterdicht systeem te ontwerpen met betrekking tot de afdoening van door burgers gestelde vragen. Inzake het tekort aan politie is hij van mening dat de milieusituatie op het I.H.M. een specifieke situatie is. De milieutaak is een belangrijk onderdeel van het politiepakket geworden. Dat zou een reden kunnen zijn om met sukses te be pleiten dat het tekort zou kunnen worden teruggedrongen. Wat betreft de verkeerssituatie op de A 16 is hij van oordeel dat er onverwijld iets dient te gebeuren. Hij zegt dat er ten aanzien van de gemeentelijke bijdrage aan het I.H.M. weinig mogelijkheden zijn om dit terug te draaien. Het is een kwestie van goed onder handelen, waarbij de andere partij er van zal moeten worden doordrongen dat de inkomsten en uitgaven in een redelijk verband met elkaar moeten staan. Juist nu het I.H.M. zo nadrukkelijk een milieu-projekt wordt vindt hij, dat via behoorlijke grondprijzen en een goede sluitende exploitatie, ernaar gestreefd moet worden dat de omliggende gemeenten er iets van terugzien. Een winstuitke ring is voor hem een soort kompensatie voor de milieu-overlast. Het lijkt hem dienstig om op het I.H.M. één duidelijk aanspreekpunt te hebben voor wat betreft het milieu. Hij denkt daarbij aan een steunpunt waarin de pro vincie, de gemeenten en de T.M.D. vertegenwoordigd zijn. Hij vraagt hoe het college daartegenover staat. Hij is verder van mening dat er, ten aanzien van de c.a. i.-aansluiting in het buitengebied en op Zwanengat, nader onderzocht dient te worden wat de mogelijk heden zijn. Binnen afzienbare termijn zou dit aan de commissie kunnen worden voorgelegd. Over de afvalstoffenheffing deelt hij mede geen bezwaar te hebben tegen de re servering van f 6, Hier is naar zijn mening sprake van een zeer uitzonder lijke situatie. In zijn algemeenheid heeft hij wat vraagtekens op het gebied van het milieu. Het is verstandig, gezien de aanwezige mankracht, niet te veel hooi op de vork te nemen. Wat betreft de subsidiëring oud papier is hij van mening dat vooral voor de kleinere verzamelaars, zoals onder andere de scholen, iets gedaan moet worden. Dat kan bijvoorbeeld door voor een bepaald bodemkwantum een hogere garantieprijs te geven. Hij verzoekt het college dit alsnog te bezien. Ten aanzien van de MAVO-school aan de Zeestraat deelt hij mede ook hier de moge lijkheid open te willen laten om daar tot een grootschalige commerciële bestem ming te komen. Tot slot zegt hij er van overtuigd te zijn dat de milieubox er te zijner tijd zal komen. In dit stadium met deze kosten voor de gemeente is^het echter nog een te dure zaak. Dank u wel, voorzitter. Hierna spreekt het lid VAN HAM namens de P.v.d.A. Met de deur in huis vallend, mijnheer de voorzitter, de toonzetting van uw ant woord vinden wij teleurstellend. In plaats van de, weliswaar geringe, ruimte die ten opzichte van de voorgaande jaren gaat ontstaan, optimaal en kreatief te benutten, put u zich uit in het maken van excuses waarom dat naar uw mening niet kan. Reeds in onze eerste ter mijn gaven wij aan dat u weinig inzicht geeft in de wijze waarop en de termijnen waarin u het overeengekomen beleidsakkoord 1990-1994 wilt konkretiseren. In uw antwoord, evenals in de oorspronkelijke aanbiedingsbrief, is daarin we derom weinig terug te vinden. Zoals bijvoorbeeld de door u opgevoerde zeer hoge werkdruk van de ambtenaren. Indien zulks het geval zou zijn is het zaak dat doorlichting van de ambtelijke organisatie, zoals door u is aangekondigd, een zeer hoge prioriteit zou moeten krijgen zodat adekwate maatregelen kunnen worden getroffen om het door de raad gewenste beleid vorm te kunnen geven. Overigens willen wij u in dit verband een handreiking geven: voor het te reali seren nieuwe beleid op diverse onderdelen verwachten wij niet bij voortduring uitputtende beleidsnota's, maar praktische en puntig geformuleerde, te realise ren uitvoeringsvoorstellen (zoals nu bijvoorbeeld onder het stuk kriminaliteits- preventie is aangegeven). Ook uw visie op de mogelijke teruggang van de rijksbijdragen aan het gemeente fonds, en de mogelijke invloed hiervan op het uit te voeren beleid, is naar onze mening voor diskussie vatbaar. U anticipeert, of liever spekuleert op onbekende faktoren waardoor u nauwelijks tot initiatieven komt. Het is beter nu op bekende gegevens gewenst beleid te maken, dan op onbekende gegevens beleid na te laten. Bovendien, in de zogenaamde magere jaren die achter ons liggen, u kunt daarop de jaarrekeningen nog eens nalezen, is steeds gebleken dat er een overschot van tussen de 2 en 4 ton op de begroting bleek te zijn. Dat was nogal wat beleids ruimte zouden wij zo zeggen. Dat geld is uiteraard wel uitgegeven maar de raad heeft daar vooraf, omdat het aan het inzicht ontbrak, geen invloed op gehad. Ook vorig jaar hebben wij u op deze ontwikkeling gewezen. Tot slot wijzen wij u in dit verband op een belangrijke passage in het beleids akkoord: "Indien zou blijken dat en alle lopende zaken en nieuw beleid niet gelijk gere aliseerd kunnen worden moet nieuw beleid voor oud beleid kunnen komen". Al met al vinden wij dat er aanleiding en mogelijkheden genoeg zijn om uw eigen plan te trekken en u, ten aanzien van de realisering van het beleidsakkoord, minder afhankelijk en verontschuldigend op te stellen. Het is jammer dat onze tevredenheid ten aanzien van de wijze waarop u de begro ting heeft opgesteld en een aantal zaken op goede wijze aanpakt, wordt overscha duwd door een naar onze mening te voorzichtige, eigenlijk remmende aanpak, waar door aan invulling van het door de raad opgestelde beleidsakkoord te weinig inhoud wordt gegeven. Nogmaals, wij verwachten van uw college en de ambtenaren niet dat u een beleids akkoord over 4 jaren in 1 jaar realiseert. Wel verwachten wij een deugdelijk tijdpad en realisatiepunten per jaar. Om op basis hiervan de volledige begroting en de te maken beleidskeuzes te gaan herschrijven gaat ons echter te ver. Wij zullen dan ook in grote lijnen instemmen met de door u voorgelegde begroting zij het dat wij een aantal beleids- en aktiepunten in onze reaktie zullen aan scherpen. Een en ander betekent echter niet automatisch dat wij het met de nu niet genoemde punten eens zijn. In de komende periode zullen wij, het beleidsakkoord toetsend, in de betreffende kommissies op diverse onderwerpen terugkomen. Voordat wij overgaan tot kommentaar op diverse onderdelen van uw antwoorden willen wij u dringend verzoeken in de opstelling van de begrotingen in de komen de jaren met de gemaakte opmerkingen rekening te houden.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1990 | | pagina 44