- 68 - De VOORZITTER antwoordt dat inzake de vrachtwagenparkeerplaats de zaken gedegen zijn voorbereid. Tevens moest nog een rapport van de T.M.D. worden opgesteld. Wat betreft de verbouwing door Hartmann Juweliers deelt hij mede dat er, na dat publicatie had plaatsgevonden, geen bezwaren zijn ingekomen. Het college heeft daarna, vooruitlopend op de vrijstelling, reeds vergunning verleend. Het lid WOLTMAN vraagt of de kwestie m.b.t. de vrachtwagenparkeerplaats reeds ter visie heeft gelegen. De VOORZITTER bevestigt dit. Er zijn bezwaren ingekomen, welke uiteraard ook beantwoord dienden te worden. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders. 5. Voorstel tot het opnemen en uitzet ten van liquide middelen en het aan gaan van vaste geldleningen in het jaar 1991. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders. 6. Voorstel tot wijziging van de begro ting 1990 van de algemene dienst (algemene wijziging). Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders. 7. Voorstel met betrekking tot de begro tingen 1991 van het Stadsgewest Breda. Het lid SCHIPPER heeft er bezwaar tegen dat het college thans voorstelt om geen op- of aanmerkingen te maken en wel met name tegen het bedrag van ruim f 11.000,t.b.v. het R.W.I. Hij vraagt zich af of de gemeente Zevenbergen gebonden is aan verhogingen van de bijdrage aan het Stadsgewest. Dit soort zaken moet eerst in de raad aan de orde komen. Het lid KRAMER is van mening dat alles rondom het Stadsgewest langs het college heengaat. Hij stelt voorop dat het collegelid in het dagelijks bestuur, m.n. op het gebied van het milieu en volkshuisvesting, goed werk verricht. Er gaat in het Stadsgewest echter veel meer om. Waarom wordt er vanuit het college niet veel inhoudelijker gereageerd op de nota van aanbieding. Hij wijst er o.a. daarbij op dat de brandweer duurder wordt en er een ambulance bijkomt. Ook m.b.t. de kwestie van de stortplaats in Zevenbergen wordt door het college nog geen standpunt ingenomen. Zo zijn er in de nota een heleboel zaken waarop inhoudelijk niet door het college wordt ingegaan. Hij is van mening dat in de toekomst meer moet gebeuren. Ook het bedrag t.b.v. het R.W.I. vindt hij veel te hoog. Het lid REIJNDERS roept het college nadrukkelijk op om in de stadsgewestvergade ringen van de portefeuillehouders gebruik te maken van de mogelijkheid om zaken aan te kaarten en het standpunt van de gemeente Zevenbergen duidelijk te maken. - 69 - Wat betreft de Stadsregio is hij van mening dat er geen 2- of 3-deling binnen het Stadsgewest moet gaan ontstaan. Samenwerking binnen het Stadsgewest is een goede zaak, maar het mag niet zo zijn dat de Stadsregio met mooie gebouwen e.d. gaat prijken, terwijl het zgn. "buitengebied" de afvalstortplaats krijgt. Hij roept daarom op om buitengewoon allert te zijn. Het lid WOLTMAN deelt mede dat vorig jaar is toegezegd dat de aanbiedingsnota eerst beleidsvoorbereidend behandeld zou gaan worden. Door een abuis is dat nu niet gebeurd. Hij ondersteunt het pleidooi van het lid Kramer dat er bepaalde zaken in de nota staan die meer aandacht van het college verdienen. Hij doelt daarbij o.a. ook op de Stadsregio. Dit is wel degelijk een aandachtspunt. Tot slot vraagt hij hoe het procedureel is gelopen t.a.v. de verhoging t b v het R.W.I. s De VOORZITTER deelt mede dat de begroting en de aanbiedingsnota in de 3 commis sies aan de orde zijn gesteld. Alle commissies hebben derhalve de gelegenheid gehad om commentaar te geven. Het lid WOLTMAN zegt dat is toegezegd dat de raadsleden de stukken thuis zouden ontvangen om ze daarna beleidsvoorbereidend te behandelen. De VOORZITTER zegt dat het te regelen is dat de raadsleden de stukken tevoren krijgen. Hij deelt mede dat het college in grote lijnen akkoord gaat met de aanbiedingsnota. Een aantal zaken Is reeds eerder in de commissies aan de orde geweest, zoals o.a. de vuilstort en de brandweer. Hij is dan ook van mening dat aan de begroting van het Stadsgewest voldoende aandacht wordt besteed door het college. Wat betreft de Stadsregio deelt hij mede dat dit begrip al vele jaren bestaat. Het vloeit voort uit het streekplan en het structuurplan van het Stadsgewest. Natuurlijk kan een Stadsregio een wat dominante factor worden in het geheel. Men moet er echter vanuit gaan dat het een planologische zaak Is om de woningbouw in het gewest te regelen. De Stadsregio heeft daarbij de hoogste prioriteit. Inzake het R.W.I. stelt hij dat het college er niet gelukkig mee is dat de bij drage zo fors wordt verhoogd. In het antwoord op de algemene beschouwingen wordt gesteld dat het college bezwaren heeft tegen betaling van een bijdrage op basis van het inwoneraantal. Hij is van mening dat de grotere gemeenten meer profijt hebben van het R.W.I. Omdat de gewestraad reeds in juni heeft besloten om in te stemmen met het hoofdelijk omslaan m.i.v. 1 januari 1991 heeft het weinig zin om hiertegen nog bezwaren te maken. De raad heeft echter alle vrijheid om dat wel te doen. Hij heeft daarvoor alle begrip. Inzake het I.H.M. en de inspanningen daarvoor door Breda, deelt hij mede dat er gesproken wordt over de ontwikkeling van industrieterreinen en de verhouding van die industrieterreinen t.o.v. het I.H.M. Hierover is onlangs uitvoerig overleg geweest, waarbij de gemeente Zevenbergen afstand heeft genomen t.a.v. een aantal zaken die nadeel kunnen berokkenen aan het I.H.M. Het lid WOLTMAN informeert hoe het mogelijk is dat deze beslissing t.a.v. het R.W.I. zo wordt genomen en wat volgt later nog meer. De raad dient daarover een beslissing te nemen. Thans moet niet zo maar akkoord worden gegaan met die verhoging. Het lid KRAMER benadrukt nogmaals dat een heleboel zaken die in het Stadsgewest gebeuren aan de meesten voorbij gaan. Toch kunnen kritische opmerkingen die

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1990 | | pagina 40