-41- Het lid VOLTMAN benadrukt dat naast de regeling ook voor de openbare school deze zaak structureel moet worden aangepakt. Wellicht kan daarmee een voorbeeld worden gesteld voor het bijzonder onderwijs. Hij zou zich daarnaast kunnen voorstellen dat de onderwijsbegroting structureel met f 60.000, wordt verhoogd indien hij het voorstel vrij vertaalt. Hij zou daar graag wat duidelijkheid over hebben. De MOORZITTER zegt dat er eerst inzicht moet zijn in de onderwijsbegroting van de afgelopen jaren. Om duidelijkheid te krijgen worden de rekeningen 1988 en 1989 op deze manier opgesteld. Zo kan worden geconstateerd of de inkomsten van het rijk worden overschreden door de uitgaven aan de schoolbesturen. Hij ziet daarnaast echter niet in dat een belangrijke stimulerende werking zou kunnen uitgaan van een zuinig beleid t.o.v. het openbaar onderwijs. Wel natuurlijk om te voorkomen dat er een overschrijding in de zgn. 5-jaarlijkse periode is. Het lid W3LTMAN vraagt hoe een en ander besproken kan worden, zodat structureel er wat duidelijker mee kan worden omgegaan. Hij stelt voor om binnen 3 maanden een evaluatie te hebben. Wethouder KRIJNEN-BOOT antwoordt dat het college thans bezig is met een inven tarisatie. Op basis daarvan kan inzicht worden gekregen in de te verwachten ver vangingen. De VOORZITTER deelt mede dat uit de begroting 1991 zal blijken of de besparingen gehaald zijn. Daar kan dan uiteraard op worden teruggekomen. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders. 9. Voorstel tot vaststelling van het Meer jaren- programma 1995 Rijkssubsidieregeling Restau ratie Monumenten. Het lid VAN HAM vraagt n.a.v. de toestand van de molen of er door de dienst gemeentewerken een onderzoek wordt ingesteld. Wethouder KRIJNEN-BOOT antwoordt dat er n.a.v. het onderzoek geen aanwijzingen zijn dat de toestand riskant is. Q t lid SCHIPPER constateert een passief beleid. Hij vraagt of het college wat betreft de eventuele andere monumenten een aktiever beleid wil voeren. Wethouder KRIJNEN-BOOT zegt dat er bij het beleidsaccoord duidelijke afspraken zijn gemaakt. Andere opties blijven uiteraard open. Er is beslist geen afwachten de houding. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders. 10. Voorstel inzake wijziging tenaamstelling van ue bruikleenovereenkomst Hockeyclub Zevenbergen. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders. 11. Voorstel tot het voteren van een krediet ten behoeve van de reconstructie van de Lage Wip- straat. -42- Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders. a 12. Voorstel met betrekking tot de realisering van een vrachtwagenparkeerplaats aan de Koekoeksedijk, te weten: a. aankoop van grond van de Suiker Unie U.A. b. voteren van een krediet voor de aankoop en de aanleg; c. het in voorbereiding verklaren van een herziening van het bestemmingsplan "De Koekoek" Wethouder VAN DE WETERING deelt allereerst mede dat het voorstel is geschreven ervan uitgaande dat de chauffeurs het parkeerterrein zouden gaan beheren. De chauf feurs hebben nadien echter te kennen gegeven dat ze daartoe niet bereid zijn. Het beheer en onderhoud zal daarom wellicht anders geregeld gaan worden. Wel zal het parkeerverbod in de rest van Zevenbergen zeker gerespecteerd moeten worden en zal zonodig opgetreden worden. Het lid VAN HAM zegt dat er vele belanghebbenden zijn. De inwoners van Zeven bergen hebben overlast, de chauffeurs vanwege de onzekerheid,de werkgevers van de chauffeurs, de centrale overheid die voor een lokatie dient te zorgen omdat er anders geen sanctiemogelijkheid is, de gemeente vanwege de financiële en ruimte lijke ordening problemen en verkeersveiligheid, de omwonenden van een aan te wijzen lokatie, de provincie die toestemming dient te verlenen, de politie die zal moeten optreden en tenslotte de politiek die een keuze zal moeten maken. Dit betekent dat de raad een oplossing zal dienen te kiezen zodat er geen ruimte blijft voor onduidelijkheid. Met de oplossing die thans wordt aangedragen kan hij instemmen. Alle belangen zijn daarin met redelijkheid tegen elkaar afgewogen, al zijn uiteraard niet alle belangen daarmee gediend. Dat is echter onvermijdelijk. Het voorstel wordt door zijn fractie dan ook ondersteund. Wat betreft de chauffeursvereniging is hij van mening dat een meer openbare constructie de voorkeur verdient. De uitwerking daar van ziet hij graag in de commissie tegemoet. Tot slot vindt hij de rol van de centrale overheid te passief. Het college zou daartegen aktie moeten ondernemen. Daarnaast zou hij het geld dat thans noodzakelijk liever besteed hebben aan b.v. de milieuproblematiek, de kinderopvang of het minderhedenbeleid Het lid KRAMER zegt dat er gedurende een jaar helemaal niets is gebeurd. Hij vindt dat het college thans een heilloze weg is ingeslagen. De lokatie aan de Koekoekse- dijk is naar zijn mening volkomen ongeschikt. De lachende derde is de Suiker Unie, Het terrein nodigt tevens uit tot het berijden van sluiproutes. Ook vanwege de geluidshinder en de noodzakelijke bestemmingsplanwijziging is deze lokatie ona schikt. Het overleg met de omwonenden is teleurstellend verlopen, zodat de st~ d- punten verhard zijn. Tevens is de kwestie van de chauffeursvereniging niet opge lost. Het alternatief is naar zijn mening het terrein aan de Schansdijk. Hier zijn geen direct omwonenden, geen lawaai-overlast, geen mogelijkheden tot sluiproutes, op zichtafstand dicht bij de S6, een positieve benadering van Caldi*. Op basis van de doorgerekende gegevens komt het ook hier uit op een bedrag van f 300.000,--, hetgeen hetzelfde is als voor het terrein aan de Koekoeksedijk. Daarnaast zal het een veel minder tijdrovende procedure zijn om dat parkeerter rein aan de Schansdijk te realiseren. Hij is verder van mening dat het een open baar parkeerterrein dient te worden. Wat betreft de aanleg van het bedrijventerrein aan de Koekoeksedijk deelt hij mede dat er geen strategische discussie in de raad is gevoerd over nieuw aan te leggen bedrijventerreinen. Het college hanteert naar zijn mening een oneigenlijke handel wijze.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1990 | | pagina 26