Gemeente Zevenbergen
XX
X
19. Sluiting.
De VOORZITTER sluit hierna de vergadering met het bij reglement van orde voor de
vergaderingen van de raad voorgeschreven gebed.
Aldus vastgesteld in de openbare vergade
ring van 13 februari 1990,
de vq'orzijtterA
(dr. A..^,Dr^Seelen)
de secretaris,
-1-
Notulen van de openbare vergadering van de gemeenteraad gehouden ten gemeente
huize op 13 februari 1990.
Aanwezig de leden: C.Huijssoon, G.H.Kamp, J.F.Reijnders, B.J.G.Vrolings,
A.P.L.van Aart, A.B.MCornelS.J.Schipper, J.J.van Opdorp,
S.W.G.M.Kramer, J.N.P.Jansson, M.M.Wijbenga-Helmer
C.Houtenbrink, J.H.van Ham, D.T.H.Woltman, PJ.Krijnen-Boot
en J.van de Wetering.
Voorzitter: dr.A.J.D.Seelen
Secretaris: H.J.M.de Paepe
1. Opening.
De VOORZITTER opent de vergadering met het bij reglement van orde voor de verga
deringen van de raad voorgeschreven gebed.
2. Loting volgorde bij eventuele stemmin
gen.
Het nummer van volgorde bij eventuele stemmingen wordt bepaald op nummer 3 van
de presentielijst, zijnde het lid KRIJNEN-BOOT.
3. Vaststelling van de notulen van de
openbare vergaderingen van 21 november
1989 en 12 december 1989.
Het lid REIJNDERS merkt op dat wederom allerlei slogans bij de andere partijen
in hoofdletters en onderstreept zijn weergegeven.
Vorig jaar is toegezegd om een dergelijke selektieve notulering achterwege te
laten. Hij hoopt dat het college dit voortaan niet meer zal doen.
De VOORZITTER zegt dat het college zich wederom over dit probleem zal buigen.
De notulen worden overigens ongewijzigd vastgesteld.
4. Ingekomen stukken en mededelingen.
Ten aanzien van D.l. merkt het lid HUIJSSOON op dat de brief van de bewoners van
de Ringweg m.b.t. de aanleg van parkeerplaatsen in het college op 29 januari
1990 aan de orde is geweest, terwijl de voorzitter van de commissie op 30
januari 1990 mededeelde deze brief niet te kennen. Hij vraagt zich af hoe dat
kan.
De VOORZITTER antwoordt dat deze brief door de collegeleden reeds tevoren was
afgeparafeerd.
Ten aanzien van D.2. deelt het lid REIJNDERS mede verheugd te zijn door de mede
deling dat er bij het I.H.M. een winst zou zijn van f 650.000, De dreiging
van een catastrofe is daarmee in ieder geval een stuk minder grimmig geworden.
Hij vraagt of het college bekend is wat er met die gemaakte winst zal gebeuren.
Ook informeert hij of er zicht op is dat de resultaten over 1989 een struktureel
karakter kunnen gaan dragen. Tot slot vraagt hij of er al iets te zeggen is over
de gevolgen voor de gemeentelijke huishouding.