- 82 -
dat het vastgestelde budget verhoogd zal moeten worden om redenen die we hierna
zullen aangeven.
Want, meneer de voorzitter, in de periode tussen het opstellen van onze algemene
beschouwingen in eerste termijn en deze datum, hebben wij kennis genomen van een
aantal berichten, die onze verontrusting ten aanzien van het milieu alleen maar
vergroot hebben.
We denken daarbij aan de berichten over:
- het lozen van chemisch afval op het riool;
de bodemvervuiling in Etten-Leur;
- en over (vooral) de gesteldheid van het milieu in het algemeen.
Steeds meer wordt duidelijk dat alle ramingen tot nu toe veel te optimistisch
waren, dat het veel erger gesteld is met ons milieu, dan men tot voor kort
voor mogelijk hield.
Dit alles is voor ons en moet ook voor u voldoende signaal zijn om de verbete
ring en het behoud van een leefbaar milieu tot onze grootste zorg voor de toe
komst te maken, en alles op alles te zetten om verdere vervuiling te voorkomen.
Wij vinden dan ook uw terloopse opmerkingen m.b.t. de risico's, die voortvloeien
uit de aanwezigheid van de vuilstortplaats aan de Dikkendijk veronrustendVrij
lakoniek wordt daar verwezen naar de mogelijkheid dat (citaat) "deze risico's
ook eerst na vele jaren (10-30) evident kunnen worden".
Meneer de voorzitter, de recente ervaringen met de stortplaats in Bavel (de
bodem- en grondwaterverontreiniging en de daarbij behorende maatregelen om
"erger" te voorkomen) móeten voor u aanleiding zijn om niet af te wachten, maar
reeds nu maatregelen te nemen.
Konkreet vragen wij u dan ook naar een beheersplan voor de vuilstortplaats,
waarin deze maatregelen worden uitgewerkt.
Op twee punten van het onderwerp ruimtelijke ordening willen wij terugkomen,
namelijk:
- het opnieuw instellen van een commissie Ruimtelijke Ordening;
- het plan Molengors.
Meneer de voorzitter, wanneer wij pleiten voor het opnieuw ^instellen van een
commissie Ruimtelijke Ordening, dan denken wij daarbij met name aan de inbreng
van burgerleden in zo'n commissie en aan het feit dat in die samenstelling
vanuit een specifieke belangstelling voor ruimtelijke ordening naar plannen
gekeken wordt, los van politieke en financiële invalshoeken.
Zeker nu in de afbouw van het struktuurplanmaar ook voor de al eerder door ons
gememoreerde herziening van de diverse bestemmingsplannen, kan zo'n commissie
een belangrijke rol spelen, met name in de terugkoppeling naar bewoners, bij
Inspraak,enz.
Wij vragen u dan ook nog eens met klem deze commissie weer in he leven te roe
pen.
Meneer de voorzitter, over plan Molengors het volgende:
wanneer wij u met een aantal argumenten in overweging geven om op een in
B. en W. genomen besluit terug te komen, verwachten wij daarop een antwoord dat
minstens ingaat op die argumenten.
- 83 -
Wat dit betreft wijzen wij u op de ruim voor de zomervakantie gemaakte afspraak
dat bij de afweging van een beslissing over de ontsluitingsweg ook de mogelijke
invulling en de daaruit voortvloeiende extra inkomsten van het evenemententer
rein zouden worden afgewogen.
Wij vragen u derhalve nog eens uw beslissing te heroverwegen.
Wellicht ter ondersteuning van dit voorstel kunnen wij u meedelen dat uit, kon
takten met bewoners en toekomstige bewoners blijkt dat men ervan uitgaat dat
deze weg er spoedig komt.
Vervolgens spreekt namens de V.V.D-fraktie het lid JANSSON:
Voorzitter
Uw antwoord op de Algemene Beschouwingen in eerste termijn geeft ons aanleiding
tot het maken van enkele opmerkngen.
Voordat wij hier mee beginnen willen wij u echter danken voor de uitvoerige
wijze waarop u bent ingegaan op de betogen van de diverse frakties.
Over het tijdstip van aanbieding van de begroting hadden wij van u geen opmer
kingen meer in onze richting verwacht.
Tenslotte is er in uw college zoveel eruditie dat zeker het franse spreekwoord
"qui s'excuse s'accuse" bekend veronderstelt mocht worden.
Financiën
In onze eerste termijn hebben wij ons akkoord verklaard met de door u voorge
stelde bezuinigingen. Uiteraard omdat wij vinden dat deze bezuinigingen even
wichtig over de diverse sectoren van de begroting zijn verdeeld, doch vooral
omdat de cijfers aantonen dat een dwingende noodzaak tot bezuinigen aanwezig is.
Tot zover verschilt uw college niet met onze fraktie van mening.
Over de eerste jaren na 1989 blijft u echter ongenuanceerd optimistisch. U geeft
zelf een aantal redenen aan waarom er de komende jaren vrijwel niets zal veran
deren
- leuke dingen noch lager lastenniveau zijn in de jaren na 1989 te verwachten;
- u erkent dat er nog steeds een struktureel tekort is op de gewone dienst,
terwijl de uitkomst van nog op te sellen meerjarenbegrotingen de noodzaak tot
reserveren vergroot en derhalve evenwicht in de begroting niet dichterbij
brengt.
- de tegenvaller bij de stichtingskostenvergoeding scholen is nog niet struktu
reel opgevangen.
Wij voegen aan dit rijtje de volgende punten toe:
- het mogelijke financiële effect op de algemene dienst van centrumplan en
dorpsplannen;
- de verdere, onverhoopte doch niet weg te cijferen, kansen dat tekorten op
MOERDIJK de komende jaren uit de algemene dienst moeten worden gedekt.
Let wel College, wij willen geen doemdenkers zijn. Wij zijn van mening dat de
financiële positie van onze gemeente in ieder geval niet is verslechterd.
Redenen voor optimisme zien wij voorlopig echter niet.
Wanneer u stelt dat "minder pessimisme over de financiële toekomst van onze
gemeente op wat langere termijn gerechtvaardigd is" dan mag dat geen loze
belofte of bewering zijn. DAN ZULT U MOETEN AANGEVEN OP WELKE WIJZE ZICH'DIT
VOOR DE BURGER VERTAALT. WIJ VERNEMEN DIT STRAKS DAN OOK GAARNE VAN U.