- 80 -
Wordt dit plan niet gerealiseerd, en dus gegarandeerd door het rijk, dan leidt
dit onherroepelijk tot een Artikel 12 status van onze gemeente. Met deze over
tuiging als uitgangspunt menen wij te moeten stellen dat het op onze schouders
nemen van extra structurele lasten een heilloze zaak is.
Zolang er geen duidelijkheid bestaat over de afwikkeling van deze problematiek,
zullen wij rekening moeten houden met de mogelijkheid van een gedwongen Artikel
12 status. 0 weet, nog beter dan wij, dat dit betekent dat in zo'n geval alle
reserves uit de begroting zullen worden gehaald.
Op zo'n moment zullen zeker die reserves die het gevolg zijn van negatieve boek
waarden op bestemmingsplannen, waarvoor geen of vage bestedingsplannen bestaan,
ten offer vallen. Wanneer wij uw huidige voorstel volgen zal in dat geval dus
ook de negatieve boekwaarde van plan "Koekoek" vervallen, evenals van andere
bestemmingsplannen.
Of kunt u ons garanderen dat dit niet het geval zal zijn???
Meneer de voorzitter, mogen wij u ook herinneren aan fiw dekkingsvoorstellen voor
de rekeningen van het l.H.M. van 1985 en 1986 (u verwijst hier trouwens zelf
naar op blz. 2). En mogen wij u daarom nog eens voorstellen, en wij richten ons
hierbij ook tot de volledige raad, om onze bijdrage in het negatieve saldo van
de jaarrekening van 1987 van het industrieschap te betalen door dit bedrag in
mindering te brengen op de negatieve boekwaarde van plan de Koekoek.
Wanneer een dergelijk voorstel van uw zijde niet komt zullen wij de raad om een
uitspraak hierover vragen.
Tot slot, meneer de voorzitter, van dit uitgebreide onderdeel over financiën: uw
suggestie, om onze voorstellen over de opzet van uw aanbiedingsnota en de begro
ting nader te bespreken in de commissie financiën, zien wij als een goede weg.
Wij zullen u daarbij graag enige voorbeelden presenteren.
Ten aanzien van uw antwoord over het schoolzwemmen kunnen we kort zijn. U geeft
geen konkreet alternatief aan, zoals door deze fraktie uitdrukkelijk gevraagd
is.
Met name ontbreekt nog steeds de informatie over de wijze waarop u het gratis
zwemonderricht voor bepaalde leeftijdsgroepen en daarmee dat gedeelte van hun
motorische ontwikkeling en hun zwemvaardigheid op peil wilt houden, b.v. door
een minimum aantal maanden zwemlessen te verzorgen in de Bosselaar.
Het zal u dan ook duidelijk zijn dat wij nu nog geen beslissing wensen te nemen
over het afschaffen van het schoolzwemmen.
Uw antwoord over bet levensbeschouwelijk onderwijs gaat niet in op het door ons
gemaakte onderscheid tussen de uitvoering van humanistisch vormingsonderwijs en
districtscatechese en ook niet op onze vraag hoe deze vormen van onderwijs be
houden kunnen blijven. Het beschikbaar stellen van ruimte en tijd is strikt
genomen een wettelijke eis, maar als bevoegd gezag van het openbaar onderwijs
heeft de raad ook de verantwoordelijkheid om gestalte te geven aan deze vorm van
onderwijs op die school.
Om er zeker van te zijn dat het levensbeschouwelijk onderwijs binnen de openbare
basisschool behouden blijft, vragen wij u om stappen te ondernemen om te zorgen
dat het H.V.O. binnen het schoolwerkplan expliciet blijft opgenomen en dit ook
aan de direktie kenbaar te maken.
In uw antwoord over het voortgezet onderwijs lijkt bet er op dat u het hoofd in
de schoot legt.
- 81 -
Bent u nu nog van plan om onze suggsestie, gedaan in de eerste instantie on te
volgen en hoe gaat u dit doen? ae' op te
Ook voor uw opmerkingen t.a.v. het onderdeel welzijn kunnen wij weinig waarde
ring opbrengen, met name waar u meent een beschuldigende vinger op te moeten
ra °nZe fraktle' °mdat Wlj een selektieve interpretatie van de
raadsdiscussie over het welzijnsplan in oktober 1.1. zouden hanteren Temeer
verbaast ons dit als het college bijna letterlijk herhaalt wat wij in onze
beschouwingen in eerste termijn aangaven.
Met uitzondering van de door onze fraktie en de fraktie van de V.V.D. gewenste
kuituurnota -zoals afgesproken en vastgelegd in de beleidsuitgangspunten- en het
geheimraad?" 10-000>- "ezuiniglegea, „erden care berwaLn gedee" d^r de
Dat de raad vervolgens onze voorstellen niet in een motie wilde vastleggen, was
|l£l omdat men het niet eens was met deze voorstellen, maar omdat men uw toezeg-
achtte' °m aangegeven bezwaren rekening te zullen houden, voldoende
Wij zullen er zeker op toe zien dat u aan deze toezeggingen gestalte zult geven.
J!!,,!9"21611 V3a ,°nZe voorstellen m.b.t. de invulling van het terrein tussen de
Kerkhofweg en Vlimmeren doet u ons in uw antwoord werkelijk versteld staan
a Ti 1987 V°°r het eerst met voorstellen hierover kwamen, heeft u 15
SXÜwïl, ui ?.en0me\ °m het voorstel door te rekenen en in de commissie
rwijs en Welzijn te brengen. Mede op aandringen van B. en W. werd dit voor
stel teruggelegd bij onze fraktie.
Nu geeft u aan dat het college zelf een en ander gaat onderzoeken. Wellicht kunt
u hierover enige duidelijkheid geven.
Uw antwoord op ons voorstel m.b.t. het peuterspeelzaalwerk blijft bijzonder
vaag
Zoals wij u in onze eerste instantie aangaven is de meerderheid van deze raad
uwTm°|Vlrt >f f!at,?et Peuterspeelzaalwerk veilig gesteld moet worden, en ook
w college heeft dit meerdere malen aangegeven. De daadwerkelijke stappen
daartoe worden echter niet gezet.
Tijdens de behandeling van het welzijnsplan heeft u toegezegd de positie van het
welzijnsplan nader te bezien en met voorstellen te komen. Vooralsnog gaat uw
voorstel niet verder dan de konstatering dat het allemaal moeilijk is.
Gezien het belang dat de raad en college aan dit werk hechten, herhalen wij onze
voorstellen en wel:
in 1989 zal een aanvullende subsidie moeten worden verstrekt van f 27.500
teneinde het peuterspeelzaalwerk kwantitatief en kwalitatief te kunnen varan-
deren
in de loop van 1989 zal naar strukturele middelen moeten worden gezocht om
het peuterspeelzaalwerk in de toekomst te kunnen blijven uitvoeren.
Indien u in uw antwoord geen bevredigende oplossing aandraagt, zullen we ook
hierover de raad om een uitspraak vragen.
Meneer de voorzitter,
Uw antwoorden op onze vragen in eerste termijn over diverse milieu-onderwerpen
liggen in het verlengde van het afgesproken beleid en met name van het afgespro
ken budget hiervoor. De verschillende onderwerpen zullen zeker in de commissie-
en raadsvergaderingen in het komende jaar terugkomen, waarbij we niet uitsluiten