- 65 -
11 ok^wTqn««de gemeen^e Zevenbergen, in vergadering bijeen op dinsdag
11 oktober 1988, overwegende dat;
- Het huidige niveau van verenigingsaktiviteiten en welzijnswerk behouden dient
te worden.
- Louter financiële invloeden van buitenaf bepalend zijn geweest voor de voor
liggende samenstelling van het welzijnsplan en de subsidielijst 1989.
De voorgestelde lijst van gekozen basisvoorzieningen vooralsnog niet kompleet
- Een nadere afweging ten opzichte van andere beleidsterreinen niet heeft
plaatsgevonden.
BESLUIT
Met inachtneming van de bovenvermelde overwegingen in 1989 het welzijnsplan bij
te laten stellen, J
en gaat over tot de orde van de dag.
Het lid REIJNDERS deelt mede, gelet op de overwegingen in de motie, geen behoef
te te hebben aan beide moties.
Het lid JANSSON sluit zich bij de vorige spreker aan.
Het lid SCHIPPER zegt dat het geen zin heeft om de moties te onderschrijven
omdat door het college vergaande toezeggingen zijn gedaan. Hij verwacht een
uitvoering door het college konform de gemaakte opmerkingen.
Het lid VAN HAM is van oordeel dat in de beide moties niets meer staat dan dat
door alle frakties in deze vergadering is verwoord. Vandaar de beide moties.
De VOORZITTER informeert of de PvdA hoofdelijke stemming wenst, hetgeen niet het
geval is. Hij deelt mede dat beide moties zijn ingediend door de PvdA en dat de
andere frakties daar geen behoefte aan hebben.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten konform het voorstel van burgemeester
en wethouders, met inachtname van een aantal opmerkingen zoals die zijn gemaakt.
10. Voorstel tot het voteren van een
krediet voor het treffen van brandveilig
heidsvoorzieningen aan het gemeentehuis.
Het lid HUIJSS00N heeft de indruk dat van de brandveiligehidsverordening pas na
15 jaar gebruik zal worden gemaakt. Hij neemt wel aan dat hiermede de meest
onveilige lokaties in het gebouw worden beveiligd. Het laat echter onverlet om
een aanvang te maken met de kontrole van de brandveiligheid van andere gebouwen
in de gemeente.
Het lid KRAMER is van mening dat het aspekt veiligheid altijd geld kost. De
financiële middelen moeten daarvoor beschikbaar worden gesteld. Het is dan ook
een goede zaak. Verder zal moeten worden ingespeeld op de aktuele situatie.
Wethouder VAN DE WETERING antwoordt dat in de brandveiligheidsverklaring regel
matig wijzigingen zijn aangebracht sinds 1973. Gebouwen kunnen daardoor in de
loop der jaren niet meer voldoen aan de nieuwere normen die gesteld worden. Het
is echter niet zo dat deze verordening ergens in de la is blijven liggen. Momen-
teel moet elk nieuw gebouw voldoen aan deze verordening.