11 II - 60 - Het lid VROLINGS is voorstander van een zekere reservevorming. Die reservevor- Wel be/rensd te worden en tevens dient bepaald te worden voor welk doel gereserveerd mag worden. Thans wacht hij de notitie af, zodat dit overgebleven bedrag vooralsnog niet terugvloeit naar de algemene middelen. Het lid VAN HAM deelt mede dat er in de commissievergadering is gezegd dat het college met een visie diende te komen met betrekking tot de reservevorming. Het is dan ook merkwaardig dat gesteld wordt dat hij tegen reservevorming zou zijn. Dat moet in de kontext worden geplaatst, en niet zo maar ad hoe. Wethouder KRIJNEN-BOOT antwoordt dat het zeker niet de bedoeling is om dat be drag om zeep te helpen. Dat bedrag wordt "geoormerkt" ten behoeve van de biblio theek. Dit is reeds aan het bibliotheekbestuur medegedeeld. Het lid JANSSON vindt het niet korrekt op het ene moment te reserveren en daarna niet meer. Dit ad hoe beleid is een breekpunt met het voorgaande beleid. Voor alsnog moet, aldus spreker, de subsidie worden vastgesteld op f 223.000 en direkt in overleg worden getreden over de besteding in de nabije toekomst.' Wethouder KRIJNEN-BOOT deelt mede dat de stichting meer gediend is bij een alge meen reserveringsbeleid dan bij dit soort meevallertjes. Het lid JANSSON merkt bij interruptie op dat raadsbesluiten in de raad genomen worden. 6 Wethouder KRIJNEN-BOOT verwacht dat het huidige beleid voor de stichting posi tiever zal uitvallen. De VOORZITTER informeert of ingestemd kan worden met het voorstel. Z6gt dat naar ZlJn mening de subsidie gehandhaafd moet worden op De VOORZITTER deelt mede dat op korte termijn in de raad zal worden teruggekomen inzake het beleid voor de toekomst ten aanzien van het doel van de reserverin gen. Het lid JANSSON is van mening dat dit beleid vooraf had moeten worden vastge steld. Hij handhaaft derhalve zijn voorstel. De VOORZITTER komt tot de konklusie dat de raad besluit konform het voorstel van het college. Er zal aantekening van worden gemaakt dat de VVD-fraktie tegen is. 9. Voorstel tot vaststelling van het welzijnsplan 1988-1990, alsmede van het welzijnsprogramma 1989. Wethouder KRIJNEN-BOOT deelt allereerst mede dat in het eerste half jaar van 1988 in Langeweg 4053 en in Zevenbergschen Hoek 9946 uitleningen hebben plaats gevonden. Als vuistregel hanteert de P.P.C. dat bij 8000 uitleningen minimaal 1 halte-uur noodzakelijk is. Dit betekent dat in Langeweg met 1 uur volstaan kan worden, in Zevenbergschen Hoek zou korting met een half uur een duidelijke ach teruitgang in de dienstverlening betekenen. Het college meent dat dit geen goede zaak zou zijn. Dat betekent een stijging van de kosten van de bibliobus met f 3.650, Voorgesteld wordt om dit bedrag te putten uit de post wachtgeldre serves.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1988 | | pagina 47