- 41 -
Het lid SCHIPPER zegt dat er goede afspraken met de adviseurs moeten worden
gemaakt ten aanzien van het totale gebeuren. Kosten zijn in bepaalde gevallen
niet relevant. Dat hangt van de inbreng af. Daarnaast is ook hij niet overtuigd
door de redenering van het college met betrekking tot de vertegenwoordiging door
een collegelid. Hij vindt het daarnaast jammer dat de gemeente niet vooraf in
vloed heeft uitgeoefend op de inhoud van het Stappenplan. Hij zou daarbij graag
de toezegging hebben dat in het dagelijks bestuur van het I.H.M. aangegeven zal
worden wanneer bepaalde zaken aan de orde zullen komen, alsmede dat Zevenbergen
en Klundert duidelijk uitspreken wat ze bereid zijn om te doen.
Het lid RE UNDER? wijst erop dat de raad ook iemand in de Raad van Bestuur zal
moeten aanwijzen. Hij vraagt wanneer dat zal gaan gebeuren. Hij betoogt dat de
aan te wijzen vertegenwoordigers zich sterk dienen te maken voor de punten die
voor de raad van gemeente Zevenbergen essentieel zijn gebleken. Hij is verder
van mening dat binnen een jaar een duidelijke voortgang moet worden geboekt.
Zo niet, dan zal de koersbepaling moeten worden aangescherpt.
De VOORZITTER antwoordt dat de nieuwe bestuursorganen van het I.H.M. met veel
spoed met name de punten uit de koersbepaling zullen moeten concretiseren. Ook
intern zal daar zeker nader overleg over moeten zijn. De gemeente Zevenbergen
mag daar gerust een eigen standpunt innemen. Om nu reeds over een bepaalde ter
mijn te praten vindt hij echter problematisch, temeer daar er nog geen volledige
zekerheid is wanneer de nieuwe bestuurlijke structuur gerealiseerd zal gaan
worden. Wellicht dat pas in oktober 1988 tot aanwijzing van de leden kan worden
overgegaan.
Hij zegt verder dat de voorwaarden tot het uittreden uit het I.H.M. voor iedere
deelnemer gelijk zijn. Dit betekent dat hetgeen voor de gemeente Hooge en Lage
Zwaluwe zal gelden ook eventueel voor Zevenbergen van toepassing zal zijn.
Hij beëindigt de discussie met betrekking tot dit voorstel met de mededeling de
bezwaren tegen de benoeming van een collegelid voor kennisgeving aan te nemen en
respect te hebben voor die bezwaren.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester
en wethouders.
10A.Voorstel tot wijziging van de Tabel leges
verordening 1988 in verband met verande
ringen op het gebied van de afgifte van
reisdocumenten.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester
en wethouders.
10B.Voorstel tot aanwijzing van een lid van de
algemene vergadering van het Hoogheemraad
schap West-Brabant.
De VOORZITTER stelt voor met betrekking tot dit agendapunt geen schriftelijke
stemming te houden, doch bij acclammatie in te stemmen met het voorstel.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester
en wethouders.
- 42 -
11. Voorstel tot het voteren van een krediet
ten behoeve van herstelkosten van een
tegelwand in de r.k. basisschool "De Hoek
steen" te Zevenbergschen Hoek.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester
en wethouders.
12. Voorstel tot bekostiging van aanvullende
le inrichting ten behoeve van groot spel
materiaal voor het speellokaal in de
christelijke basisschool "Het Kompas"
onder gelijktijdige votering van het beno
digde krediet.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester
en wethouders.
13. Voorstel tot het voteren van een krediet
ten behoeve van het bouwrijpmaken van een
tweetal gebieden van het centrum van Ze
venbergen.
Het lid KRAMER merkt op dat vernomen is om ook het trottoir door te trekken
langs de Kristallaan. Hij betuigt hierbij zijn erkentelijkheid daarvoor.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester
en wethouders.
14. Beslissing op de door P.J. van Oers, Zuid-
dijk 50 te Langeweg, gevraagde voorziening
(=beroep) tegen de aanschrijving tot aan
sluiting van de afvoerleiding op de riole
ring.
Het lid REIJNDERS stemt in met de zienswijze van het college dat de bestaande
situatie niet houdbaar is. Hij onderschrijft dan ook het standpunt van het col
lege. Hij is wel van mening dat er zorgvuldig op toegezien moet worden dat er
geen rechtsongelijkheid ontstaat met de buren van Van Oers.
Het lid SCHIPPER stelt vast dat de 3 betrokken percelen beschikken over een goed
rioleringssysteem. Tevens constateert hij dat deze riolering bij de gemeente
Zevenbergen bekend was. Ook staat vast dat de 3 betrokkenen geen schuld hebben
aan het vernielen van deze riolering. Het is vpor hem dan ook zeer vreemd dat
betrokkenen, op basis van een financiële bijdrage, verplicht worden om aan te
sluiten op het rioolstelsel.
Het lid POSTMA-VERHAGEN onderschrijft, net als het CDA, het voorstel van het
college. In wezen heeft de gemeente Zevenbergen part noch deel aan deze situa
tie. De schuldvraag moet door de rechter worden beantwoord.