1
1
- 143 -
In de nota en de evaluatie kan hij zich dan ook niet vinden.
Het lid REIJNDERS onderstreept nogmaals dat het regionale aspect m.b.t. de
acquisitie het belangrijkste is. Hij vraagt of bekend is wat de argumenten van
bedrijven uit de Randstad zijn om zich in een andere West-brabantse gemeente te
vestigen.
Het lid WOLTMAN is van mening dat deze nota moet worden gebruikt om in de toe
komst in commissieverband daarmee te gaan werken.
De VOORZITTER vindt dat doorgegaan moet worden met het huidig beleid. In commis
sieverband zal zeker gesproken gaan worden over invulling van het werkgelegen
heidsbeleid
Hij benadrukt nogmaals dat het gemeentebestuur van Zevenbergen helemaal niets te
maken heeft gehad met de beslissing van de Suiker Unie om de xanthaanfabriek
niet in Zevenbergen te doen oprichten.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester
en wethouders.
9. Voorstel met betrekking tot de begro
tingen 1988 van het Stadsgewest
Breda.
Het lid KRAMER vindt het vreemd dat er niet gereageerd wordt op een aantal zaken
waar op zijn minst de bezorgdheid over moet worden uitgesproken. Hij wijst op de
onderhandelingen met de Grondmij. en de financiële consequenties van
Bavel/Dorst. Tevens wijst hij op de langdurige gang van zaken m.b.t. de alarm
centrale en centrale post ambulancevervoer.
Daarnaast heeft het bestuursonderzoek al tot bepaalde gevolgen geleid. Ook daar
wordt helemaal niets over gezegd. Hij wil weten waarom het college daarover
niets mededeelt.
Het lid REIJNDERS deelt mede dat in de gewestraad door de fractie, waarvan
Zevenbergen deel uitmaakt, wel degelijk zijn zegje zal worden gedaan. Redenen om
bezwaren in te dienen zijn er vooralsnog niet.
De VOORZITTER sluit zich aan bij de vorige spreker. Het beleid wordt bepaald in
de gewestraad en van daaruit zal een terugkoppeling plaatsvinden naar de gemeen
teraden.
Het lid KRAMER deelt mede dat het college op zijn minst de mening van de raad
had kunnen vragen t.a.v. bepaalde zaken.
Het lid WOLTMAN is van mening dat de afgevaardigden uit de raad die problemen
moeten doorspreken met de raad. Dan zou daarover een zinnige discussie kunnen
ontstaan.
Het lid KRAMER is het hiermede niet eens. Die verantwoordelijkheid rust niet bij
de afgevaardigden.
De VOORZITTER stelt dat het allemaal vanuit de financiële kant is bekeken. De
verplichtingen van de gemeenten t.a.v. het stadsgewest blijven gelijk. Hij deelt
mede dat kennis wordt genomen van de gemaakte opmerkingen.