- 131 -
Het lid HOUTENBRINK zegt dat hij echter ook denkt aan de Schuur, het Hoekske
e.d.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester
en wethouders.
12. Voorstel tot herziening van de Alge
mene Subsidieverordening en tot vast
stelling van een nieuwe Subsidiever
ordening Maatschappelijk en Sociaal
Kultureel Welzijn.
Het lid VROLINGS constateert dat er veel werk is verzet. De uitkomsten blijken
niet meer zo te zijn zoals ze op basis van de voorgaande systematiek waren. Er
zijn instellingen die erop vooruitgaan, er zijn er ook die minder geld krijgen.
Hij is van mening dat geen enkele instelling wezenlijk in zijn bestaan wordt
aangetast. Er is een rationeel systeem ontstaan, waarin duidelijk met dezelfde
maatstaf wordt gewerkt. Hij beseft dat het nieuwe systeem hier en daar wat pijn
doet. Dit is echter niet te voorkomen. Hij gaat accoord met het nieuwe stelsel.
Het lid SCHIPPER heeft een aantal vraagtekens in de nieuwe opzet. Hij betwijfelt
dat de bestaansrechten van alle verenigingen in tact blijven.
De lijst van waarderingssubsidies noemt bedragen, o.a. f 50,voor het organi
seren van een St.Nicolaasoptocht in Langeweg, die niet getuigen van Waardering.
De kosten daarvan zijn voor een kleine gemeenschap even groot als voor een grote
gemeenschap. Hij betreurt het dat dit in de commissie niet haalbaar is gebleken.
Dat is bij bijna alle waarderingssubsidies het geval.
Ook heeft hij problemen met het feit dat de minimale contributie f 4,50 per
maand moet zijn, of 25% van de totale inkomsten. Er zijn verenigingen die veel
tijd besteden aan het verwerven van inkomsten. Ook zijn er m.n. een aantal
vrouwenverenigingen die bepaalde activiteiten ontwikkelen, maar waarvan de kos
ten en baten niet via die vereniging gaan. De inkomstenkant maximaliseren is
echter niet moeilijk, hetgeen betekent dat er meer subsidie zal worden verkre
gen.
Verder constateert hij dat de totale inkomsten van de professionele instellingen
en het aantal mensen dat er gebruik van maakt in geen vergelijking staat tot de
vrijwillige instellingen. Hij vindt dat alles er aan gedaan moet worden om m.n.
de vrijwilligers het gevoel te geven dat ze gewaardeerd worderr.
Het lid JANSSON deelt mede dat het systeem geen vereenvoudiging van het oude
systeem is geworden.
Voor een gedeelte is men er wel in geslaagd om de toepasbaarheid van de
subsidienormen te verbeteren. Hij vraagt zich af of dit bij de instandhoudings
subsidies ook het geval is. Ook vindt hij het niet discutabel of een
activiteitsgerichte subsidiëring is bereikt. Het achteraf controleren of die
prioriteiten van de gemeente worden gehaald (via het gestructureerd overleg
tussen gemeente en beroepsinstellingen) is zeker niet haalbaar.
Er is verzuimd om gedurende het gehele proces meetpunten aan te geven. Artikel
81 is voor hem dan ook een uitermate zwak artikel hetgeen in.de praktijk niet
waargemaakt zal worden.
- 132 -
Hij ondersteunt de getrapte subsidie voor het V.0.0. Ten aanzien van de
Stichting Peuterspeelzalen deelt hij mede dat de zinsnede "dat de Stichting
kritisch zal moeten nagaan of ze op de professionele wijze zal moeten doorgaan"
niet in de commentaarnota thuishoort.
Hij wil die passage dan ook verwijderd hebben zoals is afgesproken in de commis
sie
Hij mist tot slot een meerjarenraming. Achteraf vraagt hij zich toch wel af of
dit alles wel de moeite van inspanning waard is geweest.
Het lid VAN HAM constateert ook dat de intentie uiteindelijk niet is bereikt.
Dit komt omdat de deregulering in werkelijkheid is mislukt en de gemeente moet
aan zoveel voorwaarden voldoen dat het onmogelijk is om een doorzichtig en
aktueel stelsel van verordeningen te maken.
Ten aanzien van de subsidiëring van de Vrouwenraad deelt hij mede het hiermee
niet eens te zijn. Het koppelen van deze subsidie aan die aan andere vrouwenbe
wegingen is z.i. onjuist. De Vrouwenraad is het beleid van de gemeente. Het
opheffen ervan kan niet de bedoeling zijn. Hij stelt daarom voor de koppeling
los te laten.
Wethouder KRIJNEN-BOOT antwoordt dat het meer activiteitsgericht subsidiëren een
argument was in het Sociaal Kultureel Plan. De werkgroep kwam al snel tot de
conclusie dat dit niet geheel haalbaar was. De vereenvoudiging van het stelsel
was ook een van de elementen.
Ze stelt vast dat het naar de verenigingen toe gemakkelijker is geworden. De
eisen zijn beduidend minder. Ook zal sneller berekend kunnen worden waar de
verenigingen aanspraak op maken. Na een poos zal geëvalueerd moeten worden.
Ze onderschrijft de opmerking dat er zeker geen aantasting van het bestaansrecht
aan de orde is. Om niet met onnodige bezwarenprocedures te komen zitten is het
noodzakelijk om alles uitgebreid neer te leggen in de verordening. Duidelijk is
neergelegd waar de prioriteiten liggen. Het is de bedoeling om het gestructu
reerd overleg serieus op te pakken. Dat is bedoeld om het werk te toetsen om er
eventueel tijdig op in te spelen. Wat betreft de zinsnede t.a.v. de Stichting
Peuterspeelzalen is ze van oordeel dat het geen kwaad kan om die uit de nota te
verwijderen.
M.b.t. de Stichting Vrouwenraad deelt ze mede dat het succes ervan bevorderd
wordt als ze gedragen wordt door de vrouwen uit Zevenbergen. Deze constructie is
daarvoor naar haar mening de beste waarborg.
Het lid VROLINGS stemt in met het voorstel om de subsidie van het V.0.0. via de
andere instellingen te laten lopen.
Het lid SCHIPPER is dezelfde mening toegedaan als de vorige spreker. Verder is
hij van mening dat er een tegenstrijdigheid bestaat in de nota. Hij vindt het
jammer dat geen rekening is gehouden met de grootte van de kernen in de
gemeente.
Het lid JANSSON vraagt hoe het gestructureerd overleg zal worden aangepakt. Wat
te doen als de prioriteiten niet zijn gehaald door de instellingen. Kan de zaak
dan nog worden teruggedraaid? Hij is van mening dat artikel 81 een dode letter
zal zijn. Tot slot deelt hij mede dat de subsidie een uitstekend middel is om de
emancipatorische ontwikkelingen in de gemeente te doen plaatsvinden.