w
-105-
13. Voorstel met betrekking tot de deelname
aan het Vaarrouteplan Binnenwateren
West-Brabant
Het lid REIJNDERS is van oordeel dat het plan slechts kan slagen als iedereen
meedoet. Hij zet echter een vraagteken bij de dekking. Het gaat om de verhoging
van een brug in Steenbergen en de overheadkosten van het totale plan.
Hij vraagt zich af wat de relatie hiervan is met het centrumplan. Kan dit bedrag
zomaar uit het centrumplan worden gehaald?
Het lid SCHIPPER vindt het jammer dat de haven gedempt is, want dan was er
inderdaad een toeristische funktie voor Zevenbergen ontstaan. Zijn fraktie
zet daar thans grote vraagtekens bij. Er moet nog een behoorlijke afstand worden
overbrugd van Nolleken Sas naar Zevenbergen. Hij merkt op dat deze bijdrage een
behoorlijk gat in het budget veroorzaakt, ook al komt deze ten laste van het
centrumplan. Het economisch belang is voor hem ook niet geheel duidelijk.
Hij heeft de indruk dat de financiering van de brug het belangrijkste criterium
is om deel te nemen. V)
Het lid JANSSON is van mening dat aangetoond zou moeten worden dat er een econo
misch rendement zal zijn teneinde dit plan uit het centrumplan te financieren.
Het lid HOUTENBRINK zegt dat is gebleken dat via overleg de kosten inderdaad
zijn verminderd. Het is thans derhalve een goede zaak. Hij vraagt tot slot of het
project-managementteam de nodige acquisitie gaat voeren voor de gemeente Zeven
bergen.
Wethouder KRIJNEN antwoordt dat dit een gelegenheid is om de aantrekkelijkheid
van Zevenbergen te verhogen. Het is een plan dat voortkomt uit samenwerking tussen
de Kamer van Koophandel en de V.V.V. Of er inderdaad daardoor nieuwe industrie
vestigingen zullen komen is echter de vraag. Dat zal moeten blijken.
Voor Zevenbergen zijn de aanlegplaatsen nabij de bebouwde kom belangrijk. De
relatie met het centrumplan is hiermee duidelijk. Het kon ook aantrekkingskracht
uitoefenen t.b.v. de horeca en de winkels- De mogelijkheid is er om dit uit het
centrumplan te financieren. Op dit moment is het dan ook belangrijk om hierover
een beslissing te nemen.
Het lid SCHIPPER stelt uitdrukkelijk dat genoemd bedrag een maximum dient te
zijn. Hij hoopt dat een termijn van 2 jaar voldoende is om het plan tot uitvoer
te brengen.
Het lid JANSSON verwacht zeker geen industrievestiging als gevolg van dit plan.
Hij informeert of er nog enige marge is in het bedrag van f 52.200,
Wethouder KRIJNEN antwoordt dat de verwachting is dat het projekt tijdig wordt
uitgc/oerd. Het college gaat er niet van uit dat de kosten zullen stijgen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester
en wethouders
14. Voorstel tot wijziging van het Meerjaren
programma 1987-1991 monumentenrestaura
ties en tot vaststelling van het programma
1992.
Het lid REIJNDERS vindt dat alles in het werk moet worden gesteld om de bedragen
veilig te stellen. Hij vraagt of het projekt aan de Molenstraat over meerdere
jaren kan worden uitgesmeerd.
-106-
Het lid SCHIPPER vraagt of er in Zevenbergen niet meerdere panden (o.a. de molen
te Zevenbergschen Hoek) zijn die aangemeld kunnen worden.
Wethouder KRIJNEN antwoordt dat de mogelijkheid niet aanwezig is om een projekt
uit te smeren over een aantal jaren. Er wordt projekt-gericht gesubsidieerd,
hetgeen betekent dat een projekt slechts éénmaal kan voorkomen op de lijst.
Ze deelt verder mede dat de molen te Zevenbergschen Hoek (nog) niet op de monu
mentenlijst staat. Dat kan t.z.t. worden bekeken. Het onderzoek naar mogelijke
andere panden heeft plaatsgevonden. De uitvoering daarvan is echter financieel
niet haalbaar.
^UNDERS vindt het eveneens een goede zaak om voor de komende jaren
tijdig bij te sturen, om zodoende de bedragen veilig te stellen.
Wethouder KRIJNEN zegt dat dit zeker zal worden bekeken.
Zonder hoofdelijke stenming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester
en wethouders.
15. Voorstel tot instelling van een Regionale
Toetsingscommissie met beslissingsbevoegd
heid en vaststelling van de verordening
regelende samenstelling, taak en werkwijze
van die commissie.
Het lid DE HAAS is van mening dat een beslissingstermijn van 2 maanden veel te
lang is. De commissie dient binnen één maand te beslissen. Ook heeft hij ernstige
bezwaren tegen de aanwezigheid van de direkteur van het Werkvoorzieningsschap
Westelijk Noord-Brabant in de commissie.
Een sociale werkplaats heeft niets te maken met het werken met behoud van uit
kering. Hij kan zich daarmee niet verenigen.
Wethouder KRIJNEN antwoordt dat een termijn van 2 maanden normaal is. Deze com
missie funktioneert reeds vanaf 1983. De bemensing van de commissie is hetzelfde
gebleven. Vanuit de invalshoek van het sociale werkgebeuren is echter te verde
digen dat de direkteur van het Werkvoorzieningsschap deel uitmaakt van deze com
missie
Het lid DE HAAS blijft bij zijn bezwaar tegen het lidmaatschap van de direkteur
van het Werkvoorzieningsschap. Daarnaast vindt hij de termijn van 2 maanden te
lang omdat op dit soort zaken op korte termijn beslist dient te worden.
Wethouder KRIJNEN zegt toe de laatste opmerking binnen de toetsingscommissie te
willen bekijken.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester
en wethouders, met inachtneming van het feit dat de fraktie van de V.V.D. tegen
het lidmaatschap van de direkteur van het Werkvoorzieningsschap is.
16. Voorstel tot het aanvragen en aanvaarden van
rijksleningen en rijksbijdragen ten behoeve
van de bouw van 21 woningwetwoningen in
plan Centrum te Zevenbergen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester
en wethouders.