-103-
Hij zegt vervolgens dat er in het voorstel wordt geschoven met uren. Verhoudin
gen zijn ook helemaal zoek. Hij is van mening dat de oorzaak is dat er een
totaal verkeerde wijze van subsidiëren is. Er moet sprake zijn van een
vraag/aanbod-situatie. Dit voorstel is een goede stap in die richting, zodat het
dan ook wordt ondersteund.
Het lid VROLINGS constateert dat de fusie niet kan plaatsvinden omdat er een
aantal voorwaarden zijn gesteld waarmee destijds nog geen rekening kon worden
gehouden. Het is dus realistisch om op de eerdere besluitvorming terug te komen.
Van de 160 uren blijven er na aftrek van 70 nog 90 over t.b.v. het S.K.W. Er zal
meer tijd nodig zijn, b.v. tot 1 januari 1988 op tijdelijke basis een aantal
uren beschikbaar te stellen om het opbouwwerk te ontwikkelen.
Dat kan budgettair neutraal. Verder zal niet al het personeel in dienst kunnen
blijven. Dat zal inhouden dat er een afvloeiing zal dienen plaats te vinden. Hij
denkt daarbij aan een afvloeiing in de discipline S.K.W.
Verder gaat hij accoord met evaluatie-voortgangsgesprekken met het bestuur van
de P.B.U. om op korte termijn te kunnen bijsturen indien vertragingen zouden
ontstaan. Op 1 januari 1988 moet een en ander zijn definitieve beslag hebben
gekregen.
Wethouder KRIJNEN antwoordt dat het evaluatieproces inderdaad zou ingaan medio
1986. Dat zou een half jaar worden bezien, waarna de daadwerkelijke fusering een
feit zou worden. Dat is doorkruist door oorzaken van buitenaf. De fusie is daar
mee een achterhaald gegeven geworden. Evaluatie heeft dus geen zin gehad.
Wel had er tijdige informatie gegeven moeten worden aan de commissie.
Ze deelt mede dat in het blauwe rapport is uitgegaan van 4 formatieplaatsen. Er
is daarbij rekening gehouden met het advies van de toenmalige welzijnscommissie
Het college heeft onderkend dat de basiseducatie verder gaat met 3 formatie
plaatsen, dit ten koste van het S.K.W..
Ze is van mening dat met het voorliggende voorstel een goede start gemaakt kan
worden, zowel wat betreft de basiseducatie als het S.K.W.
Ze deelt tot slot mede, dat er een C.A.O.-procedure plaats zal moeten vinden.
Het college is bereid om dat probleem gezamenlijk op te lossen.
Het lid VAN HAM zegt dat hem onduidelijk is wat het college antwoordt op het
amendement. Er zal daarover een besluit genomen moeten worden.
Het lid JANSSON vindt dat opheffing noodzakelijk zal zijn omdat het werk niet
meer functioneert. In het voorstel van het college vorig jaar is reeds gesteld
dat er een einde moest komen aan de malaise bij het S.K.W. Hij is van mening dat
die malaise er nog steeds is. Er is echter geen vraag naar het S.K.W.
Zolang zal het echter tobben blijven en zullen steeds voorstellen moeten komen
om aan te passen aan de dagelijkse praktijk.
Het lid VROLINGS pleit ervoor om de gedachte om één professionele instelling te
vormen overeind te houden. Dit brengt met zich een bezuiniging en kostenbeheer
sing in de overheadkosten. Zijn fractie wil zo spoedig mogelijk komen tot de
vaststelling van 90 uur sociaal kultureel werk. Daar mogen geen twijfels over
bestaan. Wel zou er voor de rest van 1987 wat meer ruimte voor de P.B.U. moeten
komen. Dat zou kunnen uit de goedgekeurde begroting. Uiteraard moet niet boven
het beschikbaar gestelde budget worden uitgekomen.
-104-
Hij kan zich tot slot vinden in een maandelijks voortgangsgesprek.
Wethouder KRIJNEN onderkent dat men met de basiseducatie aan het begin staat.
Per 1 januari 1989 zal dit duidelijk nader moeten worden bezien. Dat geldt ook
voor het S.K.W. Er zal regelmatig worden teruggekoppeld naar de co^sie
wil dfarhi-i V°0rreAmenS 3° eXtra t0t 1 Januari 1988 handhaven, doch
wil daarbij de C.A.O.-procedure toch betrekken.
Het lid VAN HAM wijst bij interruptie op het ingediende amendement. Gaat het
amendementarmee HlJ noemt n°gmaals de 5 punten van het reeds ingediende
De VOORZITTER schorst hierop de vergadering voor intern nader beraad.
Na 15 minuten heropent de VOORZITTER de vergadering.
De VOORZITTER deelt mede dat nu, na overleg, een tussenvoorstel op tafel ligt.
Dit komt erop neer dat in principe de formatie-uren voor het S.K.W. op 90 uren
worden vastgesteld.
Tot 1 januari 1988 zal de P.B.U. de gelegenheid worden gegeven om de organisatie
uitL^TT' i' ln d3t t0t 1 janUarl 1988 teruSSaan aaar 160 uur wordt
Daarnaast zal er ten aanzien van de afvloeiing een sociaal aanvaard-
bare regeling getroffen moeten worden.
Daarover zal nader overleg moeten worden gepleegd. Verder krijgt de P.B.U. tot
uiterlijk 1 januari 1988 de tijd om middels extra inzet van extern opbouwwerk
in overleg met het college, de door de raad gewenste prioriteiten te
operationaliseren.
Dat zai echter budgettair neutraal binnen de begroting 1987 van de P.B.U. moeten
blijven. Tot slot zal tot 1 januari 1988 een maandelijkse evaluatie met de
P.B.U. moeten plaatsvinden.
Het lid SCHIPPER vraagt of er inderdaad harde afspraken gemaakt zullen worden
ten aanzien van de datum 1 januari 1988. Indien verder als budgettair verloopt
kan hij zich vinden in het voorstel.
Het lid JANSSON kan ten aanzien van 4 onderdelen met het voorstel instemmen. Hij
begrijpt niet hoe budgettair neutraal 20 uur en 30 uur gefinancierd kunnen wor-
De VOORZITTER antwoordt dat niet meer wordt gesproken over 20 uur. De 30 uur
zitten m de begroting 1987. Omdat anders toch wachtgeld betaald had moeten
worden maakt dat niet uit. Uit de post aktiviteiten zou dan de extra inzet
betaald kunnen worden. Het totale budget voor 1987 zal niet worden overschreden.
Het lid JANSSON vindt dat geld voor aktiviteiten besteed moet worden aan aktivi
teiten en niet aan coördinatie-uren. Met voorbijgaan daaraan kan hij instemmen
met het voorstel. Hij zegt er echter zeker van te zijn dat op 1 januari 1988 er
niet veel veranderd zal zijn.
De VOORZITTER concludeert dat accoord wordt gegaan met het tussenvoorstel.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester
en wethouders, met inachtneming van het tussenvoorstel.