-99-
Het lid WOLTMAN vindt het jammer dat deze zaak ook in de commissievergadering
aan de orde is geweest. Het college zou dit nader bekijken en er is kennelijk
geen aanleiding geweest om met een ander voorstel te komen. Nu wordt er wederom
de toezegging gedaan om een andere formulering te verzinnen.
Het lid SCHIPPER is ervan overtuigd dat het financieel onmogelijk is om het
Industrieschap te saneren.
Het lid WOLTMAN zegt dat reeds jaren om financiële overzichten wordt gevraagd.
Het is onjuist dat zijn fractie gezegd heeft dat Zevenbergen er zonder meer uit
zou moeten stappen.
Het lid DE HAAS deelt mede dat zijn fractie wel degelijk heeft aangegeven hoe
over bepaalde financiële aspecten van het Moerdijkgebeuren wordt gedacht.
De VOORZITTER sluit hierbij de discussie.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester
en wethouders
8. Voorstel tot bekostiging van een aantal
technische voorzieningen, als bedoeld
in artikel 74 van de Wet op het Basis
onderwijs ten behoeve van de r.k.
Neerhofschool
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester
en wethouders
9. Voorstel tot honorering van een ver
zoek, als bedoeld in artikel 70A van de
Wet op het Basisonderwijs ten behoeve
van het herstel van constructiefouten
aan de r.k. basisschool "De Hoeksteen".
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester
en wethouders.
10. Voorstel tot vaststelling van een
verordening, als bedoeld in artikel 45
van de Wet op het Basisonderwijs en
artikel 54 van de Interimwet op het
Speciaal onderwijs en het Voortgezet
Speciaal Onderwijs.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester
en wethouders.
11. Voorstel tot vaststelling van het edu
catief programma 1987
Het lid VAN HAM merkt op dat de P.B.U. aangeeft dat er 20 uur minder wordt ge
pland dan volgens de regeling zou kunnen worden toegestaan, n.1.70, terwijl er
-100-
90 mogelijk zijn.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester
en wethouders.
12. Voorstel tot herziening van het eind
rapport "Samenwerking S.K.W./V.J.V."
Het lid VAN HAM zegt het volgende:
Mijnheer de voorzitter,
"In tegenstelling tot wat literatoren, dominees, mystici en andere oplichters
ons willen doen geloven, bestaan er vrijwel geen dramatische ogenblikken in
mensenlevens (behoudens geboorte en dood) maar slechts geleidelijk culminerende,
afebbende en zich vertakkende situaties. Bijna ieder zogenaamd dramatisch moment
is te herleiden tot een netwerk, een struikgewas, een mist, een moeras. Vrijwel
nooit is het EEN punt(Andreas Burnier, in "De Huilende Libertijn").
Ik gebruik dit citaat, mijnheer de voorzitter, omdat het de gevoelens van onze
fractie m.b.t. het voorstel van burgemeester en wethouders goed weergeeft.
Bijstelling van het eindrapport VJV/SKW, niet op basis van evaluatie en
discussie daarover, maar een vrijwel rechtlijnige gang naar de realisatie van
160 formatie-uren voor uitvoering en coördinatie van het werk van VJV/SKW.
Slechts zeer summier wordt in dit voorstel rekening gehouden met de drempels en
inhoudelijke problemen die het fusieproces VJV/SKW hebben begeleid. Nog minder
wordt ingegaan op de vraag of het april 1986 besluit van een meerderheid van
deze raad anno 1987 nog aansluit op de door de raad geformuleerde kwalitatieve
wensen en prioriteiten.
Het voorstel lijkt louter gemaakt door rekenmeesters en boekhouders die proble
men herleiden tot een punt, n.l. een financieel.
Mijnheer de voorzitter, met welke voornemens zijn wij het fusieproces ingegaan,
wat wilden wij bereiken en wat zijn de problemen geweest. Naar onze mening moet
je jezelf die vragen stellen om tot een goed besluit te kunnen komen.
De voornemens en wat wilden wij bereiken; een fusie tot stand brengen tussen 2
elkaar gedeeltelijk overlappende werksoorten waardoor een flexibele en efficiën
tere inzet van personeel mogelijk zou worden en waardoor een kwalitatief betere
en vooral ook goedkopere vorm van professioneel welzijnswerk in Zevenbergen zou
ontstaan.
Daar waren, en zijn we het allemaal over eens. Ook de prioriteiten welke moesten
worden gesteld, culturele minderheden, opbouwwerk, kleine kernen, emancipatie en
jongerenwerk leverden weinig problemen op. Verschil van mening bestond over het
aantal formatie-uren waarin de gestelde prioriteiten moesten worden gereali
seerd. Na veel geharrewar en nauwelijks te toetsen veronderstellingen stelde
deze raad in meerderheid het totaal aantal uren voor de nieuwe instelling vast
op 160 formatie-uren, uitvoerend en voor coördinatie (mede op basis van
flexibele inzet). Dat dit problematisch zou gaan worden voor instelling en
gemeente werd destijds uitgedrukt door de wethouder. Ik citeer, op basis van de
notulen van de aprilvergadering
"De afweging van het resultaat van het welzijnswerk kan bijna niet bekeken wor
den. Ten aanzien van bepaalde ontwikkelingen in de komende jaren (daarbij doe-
