Gemeente Zevenbergen
lil t
Notulen van de openbare vergadering van de gemeenteraad, gehouden ten gemeente
huize op 12 mei 1987 om 19.30 uur.
Aanwezig de leden C. Huijssoon, J. Reijnders, B.J.G. Vrolings,
A.P.L.M. van Aart, S.J. Schipper, A.J. Beljaars,
J.J. van Opdorp, S.W.G.M. Kramer, J.N.P. Jansson,
C. Houtenbrink, J.H. van Ham, mevrouw F.M. Postma-Verhagen,
D.T.H. Woltman, mevrouw P.J. Krijnen-Boot en
J. v.d. Wetering.
Voorzitter dr. A.J.D. Seelen
Secretaris J.A.A. van der Smissen
Afwezig met bericht van verhindering G.H. Kamp en F.M. de Haas.
1Opening
De VOORZITTER opent de vergadering met het bij reglement van orde voor de
vergaderingen van de raad voorgeschreven gebed.
2. Loting volgorde bij eventuele stem
mingen
Het nummer van volgorde bij eventuele stemmingen wordt bepaald op nummer 8
van de presentielijst, zijnde het lid Schipper.
3. Vaststelling van de notulen van de
openbare vergadering van
14 april 1987
De notulen worden onder dankzegging ongewijzigd vastgesteld.
4. Ingekomen stukken en mededelingen.
Ten aanzien van I.B. 2 vraagt het lid REIJNDERS of het bekend is wat er is
gebeurd met het aan het Vormingscentrum Lindonk in 1986 betaalde bedrag van
f 20.000,in het kader van het additionele jeugdwerkgelegenheidsplan. Wat voor
projekten zijn daarvoor uitgevoerd, hoeveel jongeren zijn er bij betrokken ge
weest, zijn er ook jongeren nadien aan passend werk geholpen? Ook informeert hij
of er ook in 1987 een bijdrage uit dat fonds is te verwachten.
Wethouder KRIJNEN-BOOT antwoordt dat dit jaar een bedrag van f 12.000,
zal worden beschikbaar gesteld. Momenteel zijn er ongeveer 16 jongeren bij be
trokken. Er zijn wel jongeren die tijdelijke werkgelegenheid hebben gevonden.
Het is nog te kort om te stellen dat er inderdaad jongeren vast werk door gevon
den hebben.
Ten aanzien van I.C. 3 merkt het lid REIJNDERS op dat het migratie-over
schot vorig jaar -47 is geweest. Hij acht het van belang om hier nadrukkelijk de
vinger aan de pols te houden. Misschien dat dit in de vorm van een migranten
enquête zou kunnen.
De VOORZITTER antwoordt dat er een situatie is ontstaan waarbij het inwo
neraantal nagenoeg gelijk is gebleven. Dit hangt onder andere af van het aantal
woningen dat jaarlijks gebouwd mag worden. Er is hiernaar intern een onderzoek
gedaan door een HEAO-student