- 157 -
- de minima die zelf een inkomen verwerven worden in toenemende mate gekonfron-
teerd met bezuinigingen op subsidies en verhoging van onder andere woonlasten,
medische zorg en onderwijs.
Bovendien is het langdurig aangewezen zijn op een inkomen op of onder het bij-
standsnivo aanleiding tot een ernstige verstoring van het financieel even
wicht. Het toenemend aantal mensen met schuldproblemen is hiervan het trieste
resultaat.
Wij zijn blij dat u onze gedachten in principe oppakt, maar nogmaals, het ge
meentelijk beleid mag dan individueel zijn, wij denken toch dat de hiervoor
genoemde oorzaken belangrijke overwegingen dienen te zijn bij het opstellen van
een minima-beleid.
Ten aanzien van onze konkrete voorstellen welke wij in onze eerste instantie
verwoord hebben:
- van ons voorstel een steunfonds in te stellen lezen we in uw antwoorden niets
terug.
We stellen u voor de in de begroting opgenomen post van 22.000,voor de
Europese verkiezingen, (die pas in 1989 plaatsvinden!) hiervoor te gebruiken.
- kwijtschelding en fiscale maatregelen:
in zijn circulaire van maart 1985 geeft de staatssecretaris van Binnenlandse
Zaken de gemeentes mogelijkheden steun te verlenen aan de minima.
Naast het feit dat hiermee ook de centrale overheid erkent dat haar beleid
dienaangaande ontoereikend is, worden in deze circulaire genoemd:
- steunfonds
- afschrijving van belasting en retributies (daarbij de normen van de belas-
tinginspekteur volgend)
Louter het gegeven, dat de raad kennelijk eerder besloten heeft dit niet te
doen, is nog geen reden de retributie-regeling te handhaven. De situatie is
immers gewijzigd.
Wij hopen, en wij zullen daar zeker onze bijdrage aan leveren, dat de principi
eel positieve benadering die u ten aanzien van de minima kiest, na overleg met
de commissie voor sociale zekerheid, zal uitmonden in een praktisch minima
beleid waaruit de Zevenbergse zorg voor haar inwoners mag blijken.
Onderwijs
Schoolzwemmen
In onze eerste instantie hebben wij u reeds laten weten dat het afschaffen van
het schoolzwemmen volstrekt niet onze instemming heeft.
Uw argument dat het merendeel van de betrokken leerlingen al beschikt over het
minimum-nivo van zwemvaardigheideen zwemdiploma, wordt ongeloofwaardig als we
kijken naar het schrijven van de SKOZ, waarin wordt gesteld dat van de 233 leer
lingen van de groepen 4 en 5 van 3 scholen er 136 nog geen diploma hebben. Dit
is meer dan 50 Wij nemen aan dat dit voor de overige basisscholen niet veel
anders zal liggen.
Overigens ligt het zwemvaardigheidsnivo van 8 a 9 jarigen in heel West Brabant
ver onder het landelijk gemiddelde. Een teken aan de wand naar onze mening.
Uw voornemen om een uitbreiding van de mogelijkheden van zwemonderricht in het
eigen zwembad te onderzoeken is naar onze mening een onvoldoende basis om op dit
moment schoolzwemmen te laten vervallen.
Uw zorg dat hierbij voor de minder draagkrachtigen geen onoverkomelijke finan
ciële drempels aanwezig mogen zijn, klinkt ons in dit verband wat vals in de
oren.