- 153 -
Namens de Partij van de Arbeid spreekt het lid POSTMA-VERHAGEN:
Meneer de voorzitter,
de P.v.d.A. wil haar tweede instantie in deze algemene beschouwingen beginnen
met een telkens terugkerende vraag, zowel in de raadsbehandeling van college
voorstellen als in de commissievergaderingen en ook nu weer: de vraag om tijdig
en beter geïnformeerd te worden.
Deze raad schreeuwt als het ware om meer inzicht in de werkelijke stand van
zaken, vooral in financieel opzicht, én om meer betrokken te worden bij de ont
wikkeling en uitvoering van het beleid.
Alleen al uit de vorige raadsvergadering, amper twee weken geleden, willen we u
enkele voorbeelden noemen van zaken die nog of weer in met name de commissie
financiën moeten terugkomen: -de automatisering en -de nota werkgelegenheid.
Ook nu weer zullen we u herhaaldelijk vragen om adekwater informatie en om be
handeling van zaken in commissieverband, naast de toezeggingen die u reeds doet
in uw antwoorden op onze beschouwingen in eerste termijn (bijvoorbeeld ten aan
zien van de bespreking van de bestemmingsplannen in de commissie financiën).
Wij brengen dit hier zo nadrukkelijk naar voren omdat het vaak pas na lang aan
dringen lukt u ervan te overtuigen dat dit niet alleen gewenst, maar ook nodig
is, en telkens moeten we dit bij afzonderlijke punten opnieuw bepleiten.
In plaats daarvan zou het vanzelfsprekend moeten zijn dat binnen elke commissie
tijdig en regelmatig de stand van zaken en de ontwikkelingen op alle beleidster
reinen, die de commissie aangaan, aan de orde komen. Dan ook kan de commissie
met u meedenken en kunt u gebruik maken van de "denkkracht" van de raad. U voor
komt hiermee oplopende irritaties, het voortdurende herhalen van de vraag om
goede informatie én u geeft tegelijkertijd inhoud aan het zo geroemde primaat
van de raad.
Voordat we overgaan tot de afzonderlijke behandeling van de verschillende be
leidsterreinen wil de fraktie van de P.v.d.A. enkele algemene opmerkingen kwijt
over het pakket antwoorden, dat u ons presenteert naar aanleiding van de geza
menlijke eerste beschouwingen.
Dat pakket namelijk is omvangrijker en vraagt meer papier dan uw aanbiedingsno
ta. Als we bovendien kijken naar de zeer wisselende kwaliteit van de antwoorden
-van zeer summier tot uitvoerig, van inhoudelijk goed op de essentie van de
vragen en opmerkingen ingaand tot het blijven vermijden van elk konkreet ant
woord- dan zijn voor ons alle verhoudingen zoek in deze algemene beschouwingen
en begrotingsbehandeling. Hoe serieus wordt de aanbiedingsnota eigenlijk voorbe
reid?
Daarnaast heeft het ons verbaasd dat géén van de andere frakties vragen heeft
gesteld bij de artikelsgewijze behandeling van de begrotingen. Het CDA mag u dan
wel verwijten dat de aanbiedingsnota aan kaalslag lijdt, ook de voorbereidingen
van de begrotingsbehandeling door de raad lijdt aan dat euvel: men laat het
gewoon afweten!
Financiën
Meneer de voorzitter, zoals valt op te maken uit de algemene beschouwingen van
de andere frakties, is de P.v.d.A. niet de enige partij die moeite heeft met het
door u gepresenteerde beleid op het gebied van financiën.
In uw reaktie op de diverse vragen stelt u dat pas duidelijkheid kan ontstaan
wanneer de achterstanden in de verslaglegging zijn bijgewerkt, een afschrij-
vings- en investeringsbeleid is vastgesteld, de begroting zal zijn gesaneerd en
de financiële konsekwenties van deelname aan het I.H.M. bekend en opgevangen
zijn.
Voorwaar voorzitter, u slaat de spijker op zijn kop.
Dit zijn zaken waaraan u zowel als de raad grote behoefte heeft.