12. Voorstel met betrekking tot het muziekonder
wijs in Zevenbergen:
- de toekenning van een extra subsidie over
1982 aan de Stichting Muziekonderwijs
Zevenbergen;
- informatie over de financiële consequen
ties over 1983 en 1984;
- het afzien van benoeming van een vertegen
woordiger van de gemeente in het bestuur
van de Stichting Muziekschool Noord-West-
Brabant.
Het lid KRIJNEN-BOOT deelt medea£ccoord wordt gegaan met het voorstel. Ze
vraagt zich wel af of met. de komst van de nieuwe administrateur de situatie
wel verbeterd is. Daarnaast is het niet helemaal een correcte weergave m.b.t.
het tekort over 1982, omdat dit bedrag betaald zou kunnen worden uit het over
schot van de subsidie aan de openbare bibliotheek over 1982. Dit bedrag is n.l.
reeds overgegaan naar de algemene middelen.
Het lid SCHIPPER kan zich voorstellen dat de tekorten verklaarbaar zijn
omdat de administratie van de Stichting erg slecht in elkaar zat. Ten aanzien
van de Hafa—opleidingen stelt hij dat deze noodgedwongen moeten stoppen om
financiële redenen. In het kader van de begroting is er thans echter weer ruimte
om deze opleidingen op korte termijn weer te starten. Het resterend bedrag zou
hiervoor gereserveerd kunnen worden.
Daarnaast is hij van mening dat de raad er altijd voor gepleit heeft om het
beleid mede te bepalen indien financiële belangen op het spel staan. Hij is
dan ook van mening dat de raad in het bestuur van de Stichting vertegenwoordigd
dient te zijn.
Het lid JANSSON gaat accoord met de toekenning van een extra subsidie over
het jaar 1982. Ten aanzien van de financiële consequenties over 1983 en 1984
vraagt hij zich af wat met deze informatie dient te geschieden. Indien het
advies van de commissie wordt gevolgd zal het tekort van f 21.500,— wegge
werkt dienen te worden en zal een voorzichtige start met de Hafa-opleidingen
moeten worden gemaakt.
Tot slot is hij van oordeel dat de motivatie om geen vertegenwoordiger a
meer te benoemen in het bestuur van de Stichting erg slecht is. Hij pleit voor
handhaving van een vertegenwoordiger in dat bestuur.
Het lid WOLTMAN heeft geen problemen met de financiële afhandeling zoals
die wordt voorgesteld. Hij constateert dat het bedrag dat voor buitenleerlingen
in de begroting is opgenomen nu zonder meer gebruikt wordt voor dekking van de
tekorten van de muziekschool, terwijl de raad daartoe nooit de bedoeling heeft
gehad bij het voteren van een krediet van f 10.000,— voor de buitenleerlingen.
Hij vraagt zich af of dit kan.
Tot slot stelt hij dat door de raad eerst moet worden uitgesproken wat
hij wil m.b.t. het muziekonderwijs. Hij wil dat hierover eerst met de partici
panten van het muziekonderwijs, waaronder de verenigingen, van gedachten wordt
gewisseld. Hieruit zal een beleidsvoorstelmoeten komen voor het geven van muziek
onderwijs. Dit zal eerst in de raad moeten worden besproken voordat de subsidie
over het jaar 1985 zal worden vastgesteld. Voorlopig dient dan ook niet de be
slissing te worden genomen om af te zien van een vertegenwoordiger in het be
stuur van de Stichting. Hierover dient de raad zich eerst te beraden.
Wethouder KAMP antwoordt dat overschotten eerst naar de algemene middelen
vloeien en uit de algemene middelen worden dan weer gelden beschikbaar gesteld.
Door de nieuwe opzet zal thans meer duidelijkheid komen ten aanzien van de
administratie.
Hij zegt dat het de bedoeling is om de Hafa-opleidingen het meest te onder
steunen in overleg met de bestaande muziekverenigingen. Ook het bestuurlijk
afvaardigen is een probleem, omdat de vertegenwoordiger altijd wordt vereenzel
vigd met het beleid. De vertegenwoordiger maakt deel uit van het totale bestuur.
Het is echter het beleid van het bestuur waar je als gemeente deel van uit
maakt. De betere informatie over 1982 en 1983 ontbrak en pas in september 1983
is de rekening over het jaar 1982 ontvangen. In 1984 wordt uitgegaan van een
bedrag van f 26.500,Hierover zal in een bespreking met de Stichting nader
worden gesproken.
Ook zullen er goede afspraken worden gemaakt over een subsidie-verordening
met de muziekverenigingen. Dit zal ook binnenkort met de Stichting ter sprake
komen.
Ten aanzien van de post voor de buitenleerlingen, deelt hij mede dat nooit
exact was bepaald dat deze alleen gold voor muziekscholen buiten Oudenbosch.
Deze gold ook voor Oudenbosch.
De VOORZITTER onderstreept dat via de beschikbaarstelling van subsidies
voldoende invloed kan worden uitgeoefend op het beleid van de Stichting.
Het lid KRIJNEN-BOOT deelt de opvatting m.b.t. het probleem van vertegen
woordiging van de gemeente in het bestuur van de Stichting. Daarnaast kan een
werkgroep een bijdrage leveren in het te voeren beleid.
Het lid SCHIPPER vraagt waarom de gemeente b.v. wel deel uitmaakt van de
Stichting Open Bejaardenwerk.
Ook de samenstelling van de statuten^oor het college behandeld. Het is dan ook
niet juist om te stellen dat de statuten door de Stichting zijn vastgesteld en
dat de gemeente hierin geen inbreng zou hebben gehad.
Tot slot vraagt hij de toezegging of in de betreffende commissie uitvoeri
ger gesproken kan worden over de vertegenwoordiging in het bestuur van de
Stichting. Hij vraagt daarbij of er een overzicht gegeven kan worden van de
vertegenwoordiging in de diverse stichtingen. Het standpunt van het college is
naar zijn mening in tegenspraak met eerder door de raad gedane uitspraken.
Het lid JANSSON pleit nogmaals voor vertegenwoordiging in het bestuur.
Hij komt met het voorstel om het voorstel van het college te amenderen in die
zin, dat wordt ingegaan op de uitnodiging van de Stichting om een vertegenwoor
diger te benoemen.
Het lid WOLTMAN vraagt op welke termijn gestart kan gaan worden met de
Hafa-opleidingen
Hij is van mening dat er een werkgroep dient te worden ingesteld die naar
de raad toe adviseert over het te voeren bèleid.
Het dient niet slechts een soort bewakingsgreep te zijn. Hiertoe dient eerst
een duidelijk standpunt te worden ingenomen door de raad.
De vertegenwoordiging in het bestuur dient dan ook af te hangen van het beleids
plan t.a.v. het muziekonderwijs.
De VOORZITTER stelt voor de vertegenwoordiging in het bestuur aan te houden
in afwachting van een discussie in de commissie.
Het lid SCHIPPER vindt het beter dit punt in het senioren-convent aan de
orde te stellen.
De VOORZITTER gaat hiermee accoord.
Wethouder KAMP deelt mede dat zal worden teruggekomen op de kwestie van de
statuten van de Stichting.
De muziekschool raamt een bedrag van f 5.000,dat over zou zijn. Hiervoor
kunnen 2 lessen Hafa worden gegeven. Het college stelt echter voor om het
tekort over een paar jaar te spreiden zodat eerder met de Hafa—opleiding begonnen
kan worden.