-80-
De VOORZITTER deelt mede dat in een gesprek met Hoeven is gebleken dat
de voorbereidingskosten, die door Zevenbergen zijn gemaakt, door Hoeven zullen
worden meebetaald. Hij deelt mede dat in het najaar zal worden gestart, dit
is namelijk één van de subsidie-voorwaarden van het ministerie. Daarnaast zal
de toestand van de Allenweg nader worden bekeken. Het ligt zeker in de bedoeling
om de opening van de brug in een feestelijk kader te laten plaatsvinden. Tot
slot deelt hij mede dat die opening wel binnen 1 jaar zal kunnen gebeuren.
Het lid JANSSON vraagt naar een eventuele brug over de Roode Vaart.
Wethouder VAN DE WETERING antwoordt dat de restanten van een brug er nog liggen.
Voorlopig is hier echter, gezien de prioriteitenlijst, geen zicht op.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van
burgemeester en wethouders.
11 Voorstel tot het voteren van een krediet
ten behoeve van het bouwrijpmaken van de
exploitatiegebieden 14, 20, 21 en 22 van
het centrumgebied.
Het lid VAN BEZUIJE vindt het jammer dat de raad geen aktueel inzicht
heeft in de financieel-economische haalbaarheid van het plan. De haalbaar
heid van de grondprijzen is niet bekend.
Het lid SCHIPHER vindt de financiële haalbaarheid moeilijk in te schatten.
Het verschil tussen de opbrengsten uit de grondverkopen en de kosten van
het bouwrijpmaken bedraagt 570.000,Daarnaast is er geen enkele zekerheid
over de lokatiesubsidieHij onderschrijft dat het een goede zaak is dat in het
najaar wordt begonnen met de bebouwing in het centrum.
Het lid KRAMER onderschrijft de woorden van de vorige sprekers. Het verschil
is weliswaar uiteengezet in de commissie, het blijft echter een fors verschil.
Hij vraagt of de haalbaarheid van het plan hierdoor niet wordt ondergraven.
Daarnaast blijft de lokatiesubsidie een onzekerheid. Hij vraagt zich af wat
de gevolgen zijn voor het grondbedrijf. Tot slot informeert hij naar de even
tuele versoberingen waarover wordt gesproken.
Het lid WOLTMAN vraagt of de gegevens die op 2 juli a.s. zullen worden verstrekt
de nodige duidelijkheid zullen verschaffen.
De VOORZITTER antwoordt dat de exploitatie-opzet in concept klaar is.
Duidelijk moet worden gesteld dat het Centrumplan niet haalbaar is zonder
overheidssubsidie. Met ingang van 1 januari 1985 zal de Wet op de stads- en 0
dorpsvernieuwing in werking treden. Subsidiëring zal dan niet meer door de
overheid geschieden, maar door de provinciale overheid uit een aantal door
de centrale overheid beschikbaar te stellen fondsen.
Hij deelt mede dat eind augustus/begin september alle gemeenten met
nadere gegevens op tafel moeten komen. De gehele opzet is in Zevenbergen
klaar. Alles is gefaseerd. De provincie houdt de mogelijkheid open om meer
jarenafspraken te maken over de toekenning van subsidies.
Hij zegt dat in de exploitatie-opzet alle kosten inclusief de rentever
liezen zijn meegenomen. De centrumbebouwing zal zonder een vergaande subsidiëring
niet rond gebracht kunnen worden. Onze claims zijn reeds naar voren gebracht en
hieraan zal zeker veel aandacht worden besteed.
Wethouder VAN DE WETERING beaamt dat er een groot verschil is tussen de
globale raming van 1 januari 1982 en die welke thans wordt voorgelegd. Het
is destijds een raamplan geweest. Thans is het nauwkeurig berekend. Het probleem
van de keerwand is erin verwerkt. Dit zijn enige redenen waarom thans zo'n
groot verschil is ontstaan.
Hij deelt mede dat, indien de subsidie tegenvalt, bepaalde zaken zullen
worden aangepast. Hierover zal per exploitatiegebied in de commissie gemeen
tebedrijven worden teruggekomen. De mogelijkheden daartoe zullen te zijner
tijd dan ook aan de raad worden voorgelegd.
-81-
Het lid SCHIPPER informeert of de verkeerde schatting in het raamplan
gevolgen heeft gehad voor de saneringsbijdragen. Hij is van mening dat bij
het raamplan niet de zekerheid is ingebouwd dat de bedragen voldoende zou
den zijn. Tot slot deelt hij mede dat het probleem van de keerwand ook 2
jaar geleden bekend had moeten zijn.
Het lid KRAMER deelt mede dat versobering slechts erg marginaal kan
plaatsvinden. Tevens vraagt hij zich af of er geen angst bestaat dat de pro
vincie zich in de toekomst zal gaan richten op de grotere steden.
Het lid WOLTMAN vraagt of in de exploitatie—opzet de ervaringen verwerkt
zijn die hebben plaatsgehad. Met betrekking tot de versoberingen is hij van
mening dat men zich hier niet al te veel van moet voorstellen.
De VOORZITTER deelt mede dat de saneringsbijdrage 80 van de opgekochte
gebouwen bedraagt. Deze is gedeeltelijk in 1975 toegekend en voor een gedeelte
in 1983. De resterende kosten worden verwerkt in de aanvragen om lokatiesubsi
die. Hier moet door de provincie nog een beslissing over genomen worden.
Bepaalde aanvragen zijn reeds ingediend. Door volkshuisvesting werd niet alles
geaccepteerd. Dit was echter te verwachten. In de exploitatie-opzet is dit
bij de lasten meegenomen. Hij hoopt dat in de toekomst (m.n. vanaf 1 januari
1985) de toekenning van de stadsvernieuwingsgelden niet meer zo gedetailleerd
zal gaan. Het streven is erop gericht om op basis van een bepaald meerjaren
programma jaarlijks een bedrag toe te kennen. Bepaalde tekorten kunnen daarom
ook in de toekomst meegenomen gaan worden.
Hij deelt verder mee dat, met betrekking tot het meer aandacht gaan schen
ken aan de grotere steden, er in Noord—Brabant 8 steden zijn die na 1 januari
1985 het geld rechtstreeks van het rijk zullen krijgen. Voor de overige gemeenten
heeft de provincie een budget van 25 miljoen gulden per jaar. Dit bedrag zal
de provincie op basis van de plannen van de gemeenten gaan verdelen. Voor eind
augustus zullen daarom een aantal gegevens moeten worden verstrekt aan de
provincie. Daarnaast zullen de komende maanden veelvuldige kontakten worden
onderhouden met de provincie.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van
burgemeester en wethouders.
12. Voorstel tot het voteren van een krediet
ten behoeve van het aanbrengen van isolatie
in de woningen van de complexen 116 en 17
van het woningbedrijf.
Het lid TROMPERS vraagt of met de bewoners een gesprek heeft plaatsgevonden,
zodat men konkreet kan zeggen hoeveel personen zullen meedoen. Zo niet, dan is de
schatting van 100 wel erg hoog. Tot slot informeert hij of de nodige inspraak
zal worden toegepast.
Het lid SCHIPPER zegt dat eerder is gesteld dat dubbele beglazing geen
effekt had op de isolatie. Thans ligt er een voorstel van 61.000,Dit
is moeilijk te rijmen met elkaar.
Wethouder VAN DE WETERING antwoordt dat het een schatting van 100
betreft, omdat vanuit die wijk veel vragen in die richting zijn gesteld.
Er is blijkbaar een grote behoefte aan dubbele beglazing. Het zal uiteraard
aan de huurders worden voorgelegd. Daarnaast deelt hij mede dat dubbele be
glazing wel degelijk rendement oplevert bij woningen. Bij b.v. scholen heeft
het niet het te verwachten resultaat.
Het lid TROMPERS deelt mede dat zijn ervaring in het verleden is dat
het rendement lager is dan bij muurisolatie. De aanname van 100 zal zijns
inziens zeker niet worden gehaald.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van
burgemeester en wethouders.