-62- Het lid KRAMER vindt het, ondanks de belasting op het plan Lindonk, een positieve zaak om de grond te verkopen. Hij maakt daarbij wel de aantekening dat afgevraagd wordt of dit ten laste van het grondbedrijf moet komen. De brief van de Sportraad vindt hij wat aan de late kant, de vraag of de tennis- hal er moet komen speelt n.l. al lang. Daarnaast vindt hij dat het opnemen van allerlei voorwaarden de verkoop zal kunnen beletten, hetgeen, gelet op het vrije ondernemerschap, z.i. niet mag gebeuren. Om die reden moeten er niet teveel beperkende voorwaarden worden opgenomen. Het lid WOLTMAN wijst op het accommodatie-onderzoek door de Sportraad. Daarin wordt de suggestie gedaan cm de sportzaal in de Dr.Ariënslaan op te heffen. Nu komt er naast do tennishal nog een hal bij. Door hem wordt een zeker verlies op de exploitatie geaccepteerd, omdat daardoor een buffer wordt verkregen. Hij vindt het terecht dat de Sportraad wijst op het accommodatie-onderzoek waarmee ze bezig is. Er moet met duidelijke argumenten gekomen worden waarom het voorstel niet later aan de orde kan komen. Wethouder VAN DE WETERING deelt mede dat er 3 aspecten aan de orde zijn, t.w. de sportfaciliteiten in Zevenbergen, de ruimtelijke ordening en het g gronduitgiftebeleid. Het is inderdaad zo dat de Sportraad is gestart met een enquête onder de verenigingen naar de behoefte de komende 10 jaar, m.n. het zaalgebruik. Deze uitslag is niet afgewacht. De uitwerking en berekening van de antwoorden zal nog enige tijd duren. De Sportraad is in deze kwestie niet gekend omdat dit project reeds van 1976 af aan de orde is. De behoefte aaneen tennishal is duidelijk. Het zal wel enig verloop tot gevolg hebben in sporthal De Molenberg, maar daarentegen zal het ook een aantrekkingskracht uitoefenen op de omliggende sporthallen. Daar naast komen er regelmatig aanvragen binnen voor bovengemeentelijke activiteiten. Deze kunnen, vanwege de vaste huurders, niet doorgaan. Het is te verwachten dat deze activiteiten straks wel kunnen plaatsvinden. Hij wijst tevens op de mogelijke realisering van een bowling over enkele jaren. Hij komt tot de slot som dat het te verwachten is dat de tennishal een bovengemeentelijke functie zal gaan vervullen. Hij deelt vervolgens mede dat de overeenkomst niet bij de ter inzage liggende stukken heeft gelegen. Deze is wel in de commissie gemeentebedrijven aan de orde geweest. In de overeenkomst is een concurrentiebeding opgenomen, hetgeen betekent dat de huurprijzen van de tennishal niet lager mogen zijn 0 dan die van de sporthal De Molenberg. Hij zegt dat er 2 argumenten zijn om het voorstel thans in de raadsver gadering aan de orde te stellen. Allereerst wil het college de grond zo spoedig mogelijk verkopen. Daarnaast is de realisering van het gebouw ter plaatse ook erg belangrijk. Met betrekking tot het restaurant deelt hij mede dat hiermee bedoeld wordt de gebruikelijke faciliteiten bij een dergelijke hal. Indien ook de bowling zal worden gebouwd, zal deze ook grotere groepen daar naar toe trekken. Hij deelt tot slot mede dat de plaats waar het gebouw zal gebouwd worden van essentieel belang is voor de realisering van het bestemmingsplan Lindonk. Komt dit gebouw daar niet, dan zal dat ten koste gaan van het aantal woningen in plan Lindonk, waardoor de verliezen uiteindelijk voor de gemeente nog groter zullen zijn. Het lid TROMPERS vraagt of er t.a.v. het restaurant iets is geregeld in de overeenkomst. Daarnaast vindt hij dat het een goede zaak geweest zou zijn als het accommodatie-onderzoek door de Sportraad in deze kwestie was meegenomen. Hij merkt vervolgens op dat de raad thans geen overhaast besluit moet nemen. Hij accepteert tot slot dat er een verlies van f 100.000,op de exploitatie van het plan Lindonk wordt geleden, omdat anders de financiële -63- gevolgen waarschijnlijk nog groter zouden zijn. Het lid SCHIPPER zegt dat de gevolgen voor de sportzalen niet in te schat ten zijn. Hij hoopt dat sporthal De Molenberg inderdaad niet meer bovengeineente- lijke activiteiten zal aantrekken. Daarnaast pleit hij ervoor om in de over eenkomst niet teveel beperkingen op te nemen m.b.t. het restaurant. Tot slot vraagt hij of de financiering van het verlies van f 100.000,op b.v. het fonds grote werken kan worden afgewenteld. Het lid KRAMER onderstreept dat het milieu-vriendelijke van het gebouw een erg belangrijk aspect is. Hij kan zich vinden in het voorstel van het college. Het lid WOLTMAN zegt dat er sprake is van een tweede sporthal, hetgeen zijn consequenties- zal hebben. De verwachting dat er meer bovengemeentelijke activiteiten zullen gaan plaatsvinden is een veronderstelling waar hij vraag tekens bij plaatst. Hij vraagt of het college de zekerheid heeft dat dit jaar ook gebouwd zal gaan worden. Wethouder VAN DE WETERING antwoordt dat later zal kunnen worden bekeken wat de uiteindelijke effecten zullen zijn op de exploitatie van het bestemmings plan Lindonk. Hij zegt dat geen garantie kan worden gegeven dat inderdaad dit jaar ook gebouwd zal gaan worden. Het is echter een feit dat de ondernemers in oktober/november van dit jaar willen starten met de exploitatie van het gebouw. Om die reden komt het voorstel thans reeds in de raad. Hij deelt mede dat in eerste instantie is gesproken over tennis en bowling. De bowling is echter niet definitief, doch zal afhangen van de vraag die ernaar is. Hij hoopt dat deze zal worden gebouwd, temeer daar dit nog de verkoop van 500 m2 grond zal betekenen. Naast de tennishal is nu een tweede hal gepland, waarin, naast andere sporten, eveneens getennist zal kunnen worden. M.b.t. de bovengemeentelijke activiteiten zegt hij dat de sporthal De Molenberg daar moeilijk voor vrij kan worden gehouden. De vraag naar deze sporthal is enorm groot. De behoefte aan accommodaties is groter dan het aan bod. Dat de Sportraad niet is gekend in deze kwestie is o.m. het gevolg van het feit dat in het gesprek met de ondernemers naar voren kwam dat het een kwestie was van kiezen of delen. Om die reden is dit spoedheidshalve aan de raad aangeboden. Hij deelt vervolgens mede dat de sociale woningbouw niet in gevaar zal komen omdat de minister maximum-prijzen vaststelt die berekend mogen worden. Ten aanzien van het restaurant zullen geen voorbehouden worden gesteld. Het is een faciliteit die gebruikt zal gaan worden door de gebruikers van de tennishal/sporthal. De klemtoon ligt duidelijk op sportaccommodatie en niet op restaurant* Het lid MAKKINK vraagt, indien de verkoop in 1984 niet zal doorgaan, of er in dat geval zal worden teruggekomen naar de raad m.b.t. de problematiek van de geluidswerende maatregelen. De VOORZITTER antwoordt dat de raad in dat geval zal worden geïnformeerd. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burge meester en wethouders. 20. Behandeling van eventuele vragen die vóór of op de dag der vergadering zijn ingekomen en eventuele rondvraag (inge volge artikel 37 van het reglement van orde) Vragen zijn niet ingekomen.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1984 | | pagina 33