-60- 17. Voorstel tot het voteren van een krediet in verband met het treffen van energiebe sparende voorzieningen aan het gemeente huis. Het lid TROMPERS is blij met de energiebesparende maatregelen. Hij vraagt of t.b.v. de raadzaal ook de nodige maatregelen zullen worden getroffen. Het lid VAN BEZUIJE lijkt de stelling dat bij isolerende beglazing sprake is van een nagenoeg rendabele investering, erg optimistisch. Aanpassing van de c.v.-installatie kost f 10.000,en levert een besparing op van 5.000 m3 gas. Isolerende beglazing kost f 53.000,— en bespaart 6.500 m3 gas. Een specificatie omtrent de besparingen ontbreekt echter. Ten aanzien van de isolerende begla zing wordt een aantal argumenten aangehaald, maar of ze daadwerkelijk rendabel zijn is voor hem niet op te maken uit de stukken. Het lid SCHIPPER kan de argumentatie t.a.v. punt c niet volgen, omdat in de vorige raadsvergadering is gezegd dat de isolerende beglazing niet functio neel en weinig of nauwelijks besparend zou zijn. Wethouder VAN DE WETERING antwoordt dat de te treffen maatregelen nage- noeg rendabel zijn. Het gaat hier om een gemeentehuis, dat op andere tijden is geopend dan b.v. scholen. Tevens is men hier frequenter aanwezig, ook in de avonduren. De dubbele begla zing is niet helemaal rendabel. Het totaalpakket bespaart echter enorm en is daarnaast comfort-verhogend. Bovendien is het een goed voorbeeld om op jaar basis 10.000 m3 gas te besparen. De specificatie lag niet bij de stukken, doch is er wel. Er zijn rapporten van Bouwcentrum op grond waarvan e.e.a. is uitgewerkt. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burge meester en wethouders. 18. Voorstel tot delegatie van bestuursbevoegd heden met betrekking tot onroerend goed. Het lid KRIJNEN is van mening dat alle besluiten aan de raad ter kennis moeten worden gebracht d.m.v.een vast agendapunt of via een besluitenlijst. Het lid VAN BEZUIJE vraagt of ook burgers inzage kunnen hebben in de be sluiten. Is dit gebaseerd op de Wet Openbaarheid van Bestuur? Ten aanzien vantf in gebruikgevingen mist hij de bepaling dat de genomen besluiten ter inzage aan de raad moeten worden gegeven. Het lid SCHIPPER vraagt t.a.v. de aankopen op welke termijn het college die aankopen denkt te doen. In het commissieverslag is gesproken over 10 jaar. Dit lijkt hem erg lang. Deze termijn zou naar zijn mening korter moeten zijn. Daarnaast vraagt hij of de raad nog de bevoegdheid heeft om bij het voteren van het krediet de aankoop tegen te houden. Het lid WOLTMAN wil zich indekken tegen het aankopen van gronden die niet binnen 10 jaar bebouwd kunnen worden. In het antwoord op deze vraag in de com missievergadering staat dat deze gedragslijn mag worden verwacht. Niettemin wil hij deze regeling van 10 jaar op een of andere manier in het be sluit vastleggen. Dus dat alleen gronden die binnen 10 jaar bebouwd kunnen worden door het college kruinen worden aangekocht. Deze aanvulling had hij graag gehad op het voorstel. Het lid KRAMER is van mening dat de juridische consequenties goed op hun merites moeten worden bezien.Bij een snelle besluitvorming mag dit niet over het hoofd worden gezien. -61- Wethouder VAN DE WETERING antwoordt dat in de toekomst ook tot de bij zondere verkopen zoals thans b.v. de tennishal, door de" raad en niet door het college zal worden besloten. Via een besluitenlijst van burgemeester en wet houders of via de ingekomen stukken zal de raad op de hoogte worden gebracht van de genomen besluiten. De burgers hebben altijd het recht om besluiten in te zien. Ten aanzien van ingebruikgevingen deelt hij mede dat deze in het alge meen voor een erg korte periode (-5- - 1 jaar)' plaatsvinden. M.b.t. de aantcopen zal, op grond van het beleidsaccoord, een periode van 10 jaar moeten worden aangehouden. Dit zal worden opgenomen in het voorstel. Ten aanzign^n de vraag van de heer Schipper antwoordt hij, dat de raad de bevoegdheid om bij het voteren van het krediet de aankoop tegen te houden. Tot slot zegt hij dat in een volgende vergadering zal worden medegedeeld hoe de uitvoering van het mededelen van de besluiten aan de raad zal worden gerealiseerd. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burge meester en wethouders. 19. Voorstel tot verkoop van grond. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burge meester en wethouders. 19a. Voorstel tot verkoop van bouwgrond ten be hoeve van de bouw van een overdekte sport accommodatie. Het lid TROMPERS heeft geen probleem met een kantine t.b.v. de sporters. Hier wordt echter een restaurant gebouwd. Hoe denkt het college dit in de voor waarden te regelen m.b.t. andere horecabedrijven in Zevenbergen. Hij vraagt waarom het college de uitslag van het accommodatie-onderzoek door de Sportraad niet heeft afgewacht. Ook vindt hij het antwoord van het college m.b.t. de concurrentie niet erg overtuigend. Tot slot vraagt hij of de bouw van de tennishal geer. grote financiële gevolgen zal hebben voor de eigen sport hal De Molenberg. Dit zou in de voorwaarden verwerkt moeten worden. Het lid VAN BEZUIJE zegt dat de tennishal de bebouwing in Lindonk moge lijk maakt d.m.v. haar functie van geluidbuffer. Ten aanzien van het aspect sportaccommodatie wijst hij op de brief van de Sport raad. Het college moet de raad overtuigen dat met deze grondtransactie niet kan worden gewacht op het resultaat van het accommodatie-onderzoek door de Sportraad. Met de uiteindelijke grondprijs kan hij instemmen. De prijs is afgestemd op de draagkracht van de investeerder en gelet op het belang dat de gemeente hecht aan de realisatie van bepaalde voorzieningen. Tot slot wijst hij erop dat de overeenkomst niet ter inzage heeft gelegen. Het lid SCHIPPER wijst op de f 100.000,ten laste van het plan Lindonk, waardoor de sociale woningbouw verder in de problemen kan komen. Anderzijds vindt hij de verkoop van de grond erg goed passen in het kader van de ruimte lijke ordening, evenals in het kader van de milieu- en geluidshinderproblematiek. Om die redenen is het een goede zaak. Of de kosten op Lindonk moeten worden af geboekt is voor hem nog een vraag. Ook hij wijst erop dat de overeenkomst niet ter inzage heeft gelegen. Tot slot vraagt hij naar de consequenties die deze verkoop zal hebben voor de sportzalen. Concreet zijn hierover nog geen cijfers geproduceerd. Om deze reden wordt niet de noodzaak ingezien om in deze vergade ring reeds tot een beslissing te komen.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1984 | | pagina 32