-43- Het lid REIJNDERS vindt eveneens variant 4 voor de hand liggend, gezien de algemene economische situatie. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burge meester en wethouders. 10. Voorstel tot delegatie van de bevoegdheden tot het verlenen van afschrijving en uit stel van betaling van gemeentelijke belas tingen aan burgemeester en wethouders- Het lid HUIJSS00N zegt dat het aantal verzoeken om afschrijving en uitstel zal toenemen. Hij stemt in met het voorstel tot delegatie van de bevoegdheid tot afschrijving aan het college. Met het voorstel tot delegatie van de bevoegd heid tot het verlenen van uitstel aan één ambtenaar heeft hij enige moeite.. Hij wil weten welke criteria er zullen worden gehanteerd om tot uitstelver lening over te gaan. Het lid SCHIPPER gaat accoord met het voorstel. Wel dienen de criteria te worden aangegeven. Daarnaast wil hij via de betreffende commissie jaarlijks geïnformeerd worden over de afgehandelde zaken. Het lid DE HAAS gaat eveneens accoord met het voorstel. Ten aanzien van de criteria en de jaarlijkse informatie deelt hij de mening van de heer Schipper. Het lid VAN BEZUIJE deelt mede dat in de commissie financiën is gevraagd naar de beroepsmogelijkheid bij de delegatiebevoegdheid aan een ambtenaar. Hieraan zou aandacht worden besteed. De VOORZITTER constateert dat de raad in grote lijnen accoord gaat met het voorstel. Er moet duidelijk een onderscheid worden gemaakt tussen afschrijving en uitstel. Uitstel zal bijna altijd worden verleend indien dit wordt verzocht. Gedacht wordt daarbij aan een termijn van maximaal jaar. Bij weigering van uitstel is beroep bij burgemeester en wethouders mogelijk. Besluiten tot afschrijving daarentegen zullen voor de raad ter inzage wor den gelegd. In de commissievergadering kan dan hierop worden terug gekomen. Een beroepsmogelijkheid hiervoor is echter niet verstandig. Het lid MAKKINK wil weten waarom er onderscheid wordt gemaakt m.b.t. de mogelijkheid tot beroep. Het lid DE HAAS heeft bezwaren tegen het inlassen van een beroepsprocedure. Het is een goede zaak dat het college de mogelijkheid heeft om in bepaalde ge vallen over te gaan tot afschrijving, maar om daarbij beroep open te stellen is onjuist. Dit komt de rechtszekerheid niet ten goede, omdat zo een dubbele beroepsmogelijkheid wordt geschapen. Het lid HUIJSSOON wil' te termijn tot uitstel paal en perk stellen. Daar naast dient voorkomen te worden dat bij het weigeren van uitstel dit gekort wordt op een te ontvangen bijstandsuitkering. De subjectiviteit van die ambtenaar moet worden ondervangen. De VOORZITTER antwoordt dat er t.a.v. uitstel reeds een soepel beleid wordt gevoerd. Het is een goede zaak om dit te formaliseren. Afschrijvingen zullen ter kennis worden gebracht aan de raad. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burge meester en wethouders. 11. Voorstel tot wijziging van de Bezoldigings verordening 1981 (8e wijziging). Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burge meester en wethouders. 12. Voorstel tot wijziging van de Vergoedings regeling Vrijwilligers bij de Gemeentelijke Brandweer (11e wijziging). .44- Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders. 13- Voorstel tot wijziging van het Algemeen Ambtenarenreglement (38e wijziging). Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burge meester en wethouders. 14. Voorstel met betrekking tot de renovatie top laag sportvloer gymnastieklokaal "De Meerenhof" Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burge meester en wethouders. 15. Voorstel tot het instemmen met het rapport "Jongerenwerk in Zevenbergen" en het benoemen van een gemeentelijke vertegenwoordiger in de "Stuurgroep Jongerenwerk". Het lid REIJNDERS is van mening dat het probleem van de moeilijk bereik bare jeugd mede wordt verklaard door het taalgebruik van het rapport. Het af stotend jargon (b.v. op blz. 5 onder 2) verhoogt de drempel alleen maar. Hij vraagt of er al enig inzicht bestaat in de omvang van de doelgroep-en de aan tallen die men daadwerkelijk denkt te bereiken. Het lid VAN BEZUIJE citeert uit het beleidsaccoord dat de opvang van de ongeorganiseerde jeugd extra aandacht krijgt. Hij steunt dan ook, ondanks een aantal opmerkingen, het voorstel. Ook in Zevenbergen bestaat een groep jongeren die geen gebruik kan of wil maken van de bestaande voorzieningen. Een behoorlijk deel van die jongeren heeft problemen, zoals werkloosheid, opleiding, inkomen, maatschappelijk toekomst perspectief, relaties. De ontwikkeling in de maatschappij doet deze problemen alleen maar groter worden. Deze zgn. knelpuntjongeren dienen opgevangen te worden. Het probleem is de aanwezigheid van (toekomstige) knelpuntjongeren die nu niet worden opgevangen. Dit houdt het risico in van het afglijden van een deel van de jongeren als randgroepjongeren met alle sociale en maatschappe lijke problemen vandien. Niet alle jongeren kunnen door de bestaande instel lingen worden bereikt. Van deze instellingen kan niet worden verwacht dat deze op korte termijn ingrijpend veranderen. Het imago van deze instellingen blijft voor de ongeorganiseerde jongeren een te hoge drempel. Door een nieuw open jongerenwerk te starten zal een andere groep bereikt kunnen worden. Daarbij staat voorop die jongeren te bereiken die er qua toekomstperspectief het slechtst voorstaan. Helaas zijn deze het moeilijkst te bereiken. Het uitgangspunt moet daarom zijn: wat willen de jongeren, waaraan hebben zij behoefte. Dit moet via aparte groepen gestart worden, n.l. door hen op te zoeken en samen te werken. Het doel moet zijn hulpverlening, ondersteuning en vorming. Samenwerking met bestaande instellingen is daarbij van belang. Ook met politie, maatschappelijk werk, sociale dienst, arbeidsbureau en de vormings- en opleidingsinstellingen. Dit alles is echter alleen te volbrengen als dagtaak door een daartoe gemoti veerde beroepskracht. Er moet daarom worden uitgegaan van een zelfstandige onafhankelijke organisatievorm. De definitieve organisatievorm kan na het 1e proefjaar worden bezien. Het is thans terecht dat de gemeente zitting heeft in de voorgestelde stuur groep. De voorkeur gaat uit naar een bezetting van de stuurgroep door zowel be stuurders als beroepskrachten.De voorzitter dient door de stuurgroep uit haar midden te worden benoemd. Het is wellicht beter om de voorzitter niet te laten leveren door de instelling waaruit de beroepskracht wordt gedetacheerd.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1984 | | pagina 23