I
GEMEENTE ZEVENBERGEN
-4o-
Notulen van de openbare vergadering van de gemeenteraad, gehouden ten gemeente
huize op 13 maart 1984.
Aanwezig de leden: C.Huijssoon, A.A.M.Wijne, C.J.Trompers, J.F.Reijnders
A.W.van Bezuije, A.J.Beljaars, S.J.SchipperJ.P.M.Kokke,
S.W.G.M.KramerF.M.de Haas, J.N.P.Jansson, C.Houtenbrink
D.T.H.WoltmanR.Makkink, J.v.d.Wetering en G.H.Kamp.
Voorzitter: dr.A.J.D.Seelen
Secretaris: J.A.A.van der Smissen.
Afwezig met bericht van verhindering: mevr.P.J.Krijnen-Boot
1. Opening.
De VOORZITTER opent de vergadering met het bij reglement van orde voor de
vergaderingen van de raad voorgeschreven gebed.
2. Loting volgorde bij eventuele stemmingen.
Het nummer van volgorde bij eventuele stemmingen wordt bepaald op nr. 11
van de presentielijst, zijnde het lid Houtenbrink.
3. Vaststelling van de notulen van de raadsver
gadering van 24 januari 1984 en 2 februari
1984.
De notulen worden onder dankzegging ongewijzigd vastgesteld.
4. Ingekomen stukken en mededelingen.
Ten aanzien van C.2 vraagt het lid REIJNDERS zich af of er reeds duidelijk
heid is. Hij is van mening dat men zich moet realiseren dat Zevenbergen op de
rand van verschillende invloedssferen ligt. Er zijn vaak binnen het Stadsgewest
alternatieven voorhanden. Hij vraagt of het college reeds inzicht heeft in de
gevolgen die de inwerkingtreding van de wet per 1 januari 1985 voor Zeven
bergen zal hebben.
De VOORZITTER antwoordt dat er op dit moment hierin nog geen inzicht be
staat. Hij neemt aan dat voor toekomstige gemeenschappelijke regelingen zal
worden vastgehouden aan de regio's. Voor de bestaande gemeenschappelijke rege
lingen zullen gedeputeerde staten bij het opnieuw goedkeuren ervan een soepel
beleid moeten voeren. Er zal gedacht moeten worden aan de'financiële consequenties
bij het uittreden uit een gemeenschappelijke regeling. Vooralsnog moet deze
situatie rustig worden afgewacht.
Ten aanzien van D.1 (verslag commissie ruimtelijke ordening van 20 februari
1984) vraagt het lid TROMPERS of het juist is, dat pas begin 1986 met een voor
stel zal. worden gekomen m.b.t. de Mariaschool.
De VOORZITTER antwoordt dat dit juist is. De motivering hiervan is dat de
beslissing m.b.t. de Mariaschool i.v.m. de Wet geluidhinder is vooruitgeschoven.
In 1984 is er geen ruimte meer in het woningbouwprogramma, ook voor 1985 is
dit onzeker. Het enige alternatief thans is afbreken. Om die reden is de beslis
sing, in overleg met de wijkvereniging Langeweg, vooruitgeschoven naar begin 1986.
Ten aanzien van D.3 (verslag welzijnscommissie) merkt het lid VAN BEZUIJE'
op, dat uit de mededeling van de wethouder volgt dat de provinciale subsidie
voor de fietsbrug over de Mark op de tocht staat. Hij vraagt óf er vaste toe
zeggingen zijn van de provincie.