-38- De VOORZITTER wil vervolgens komen tot afronding van de begrotingsbehande ling. Hij stelt voor over te gaan tot vaststelling van de begroting voor de takken van dienst en voor de algemene dienst voor 1984. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burge meester en wethouders. 3a. Voorstel tot afgifte aan het Industrie- en Havenschap Moerdijk van een tweetal garantieverklaringen ten behoeve van door het schap af te sluiten rekening-courant- overeehkomsten kas—geldleningen. Het lid MAKKINK zegt het volgende: "Mijnheer de voorzitter, Het verzoek tot de garantverklaring voor 1984 bij twee banken voor een ieder van 20 miljoen, samen dus 40 miljoen, roept bij mijn fractie grote weerstanden op. Dit moet u niet geheel vreemd overkomen, immers wij hebben steeds onze bezorgd heid geuit en initiatieven genomen om vroegtijdig te kunnen bijsturen. Een en ander heeft geleid tot vragen in de Tweede Kamer wat ook gedaan is door andere fracties dan de P.v.d.A. alleen. Reeds bij de opzet van het huidige Industrie- en Havenschap heeft de P.v.d.A. zich laten horen in de zin van te hoog gegrepen. In de commissie financiën van onze gemeente heb ik meerdere malen getracht mijn mede-collega raadsleden en u, voorzitter, mee te krijgen tot het nemen van initiatieven op korte termijn die moeten 'leiden tot het afbreken van de galg voor het Industrie- en Havenschap en zijn deelnemers. Er werd over onderhandelingen gesproken, die gevoerd werden, terwijl niet verteld kon worden welke, hoe en door wie. Deze leemte is inmiddels opgevuld door de Pers. De door u op schrift gestelde antwoorden op de door mijn fractie gestelde vragen in de laatst gehouden raadsvergadering mochten wij tot op heden niet ont vangen. Mijnheer de voorzitter, in de beleidsvoorbereidende vergadering van 10 januari 1984 inzake deze stelde ik u de vraag: "Welke gevolgen heeft het voor Zevenbergen als deze wordt aangesproken op de verstrekte garantie?" U zegt mij toe dat hier aandacht aan zal worden besteed. Van enige aandacht van u heb ik nog steeds niets vernomen. Mijnheer de voorzitter, wij vinden dat het jaar 1^984 die uitkomst voor het Industrie- en Havenschap moet brengen dat weer een gézonde start voor 1985 wordt bewerkstelligd. In het midden van het jaar 1984 zal in de diverse gemeen teraden en in de Provinciale Staten van Noord-Brabant, hieromtrent driftig worden gediscussieerd. De fractie van de P.v.d.A. in Zevenbergen stelt nu reeds dat voor de jaren 1985 en daaropvolgend geen medewerking meer zal worden ver leend tot het verder aangaan van garanties en dringt er bij uw college op aan om bij zijn partners in het Industrie- en Havenschap'intense beraadslagingen te plegen, zodat die besluiten genomen kunnen wordeh die leiden tot een gezonde start van het Industrie- en Havenschap en zijn deelnemers in 1985. Mijn fractie gaat afhankelijk van uw nu uitgesproken intentie als antwoord op de laatste vraag onzerzijds accoord met het voorliggende besluit en met de aantekeningen die gemaakt zijn t.a.v. 1985 en vervolgens. Het lid REIJNDERS deelt mede dat hij de consequenties niet geheel kan overzien. Hij wil graag weten hoe de andere deelnemers en met name de provincie, op dit voorstel reageren. Het lid SCHIPPER zegt dat het aanvankelijk de bedoeling was om de gemeen schappelijke regeling te wijzigen. Dat zou gezien de huidige ontwikkelingen een verkeerde zaak zijn. Komt men tot een andere structuur, wat een van de aanbevelingen in het rapport zou kunnen zijn, dan is het nu wat prematuur om de gemeenschappelijke regeling te wijzigen en daarna de zaak weer te wijzigen. Daarom is gekozen voor het huidige voorstel. De VOORZITTER antwoordt dat voor deze tussenoplossing is gekozen omdat met name een wijziging van de gemeenschappelijke regeling door het schrappen van het woord "zonodig" op grote bezwaren stuitte. Hierop is in de commissie financiën gewezen. In 1984 zal onderhandeld moeten worden over wat er gaat gebeuren met het I.H.M.. Hij is het eens met het lid Makkink dat dit vóór 1 januari 1985 geregeld dient te zijn. Overigens is de gemeente op basis van de gemeenschappelijke regeling toch verantwoordelijk voor de gelödea verliezen. Het lid MAKKINK vraagt of de gemeente wel financieel in staat is om de garanties te betalen. Hoe reageert dé minister van economische zaken hierop? Welke gevolgen heeft het voor Zevenbergen als Zevenbergen wordt aangesproken voor de verstrekte garantie? Er moeten beraadslagingen worden gevoerd met het I.H.M. Hij dringt hierop bij het college aan. Wil het college dit doen? De VOORZITTER zegt dat in het antwoord op de artikel 37 vragen van de fractie van de P.v.d.A. is gezegd dat aan de Raad van Bestuur was medegedeeld dat het dagelijks bestuur overleg had gevoerd met de provincie, en dat het provinciaal bestuur hierover met het ministerie van economische zaken overleg heeft gevoerd. Verder was er toen niets aan de orde. Wel is er in de commissie financiën over gesproken of er van de zijde van het gemeentebestuur van Zeven bergen contact opgenomen moest worden met de overige deelnemers van het I.H.M. Toen is gezegd dat er een afwachtende houding moest worden aangenomen. Naderhand komen de persberichten en naar aanleiding van de vragen is verklaard dat het overleg dat is gevoerd door de provincie op eigen verantwoordelijkheid, buiten het bestuur van het I.H.M. om, is gevoerd. Hij vindt nogmaals dat er een samenbundeling van krachten van de deelnemers moet komen. De deelnemers komen op 22 maart a.s. bij elkaar. Dan zullen zij zich moeten wapenen vöor het overleg met het ministerie van economische zaken. Het lid REIJNDERS herhaalt zijn vraag hoe de :andere deelnemers op dit concrete voorstel hebben gereageerd. Het lid SCHIPPER, als lid van het dagelijks bestuur van het I.H.M.deelt mede dat men bereid was om positief te adviseren. Het lid MAKKINK informeert of de voorzitter, in de gelegenheid is om met de raad vooroverleg te hebben over de inbreng van Zevenbergen op de bijeenkomst van 22 maart a.s. De VOORZITTER zegt toe dit in de commissie financiën aan de orde te stellen. 4. Sluiting. De VOORZITTER sluit de vergadering met*het bij reglement van orde voor de vergaderingen van de raad voorgeschreven gebed. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 1 3 maart 1984 'etaris, de voorzitter,

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1984 | | pagina 20