i
I
-28-
Wet Geluidhinder
De V.V.D. was benieuwd naar het perspectief dat 1985 zou kunnen bieden m.b.t.
de aanpak van de geluidsoverlast als gevolg van het wegverkeerslawaai van de
S6. Uw antwoord in deze kwestie belicht wel een aantal aspecten maar geeft niet
concreet aan wat voor perspectief 1985 u in deze nu precies biedt. Een nadere
toelichting zien wij gaarne tegemoet.
Bestemmingsplan Lindonk
Bij de beantwoording van de vragen m.b.t. dit onderdeel blijft u uitermate vaag.
Wij verzoeken u terzake meer concrete informatie te geven.
Wat heeft het contact met de potentiële opdrachtgevers opgeleverd.
Hoe zit het met de door ons naar voren gebrachte verkooppogingen.
Huurprijzen
Dienaangaand krijgen wij het idee dat de P.v.d.A. eerst gelukkig is als een
ieder géén huur meer hoeft te betalen. Wij kunnen ons hierin echter wel vinden
indien dat geldt m.b.t. alle vormen van woonlasten voor alle inwoners van Zeven
bergen.
Energiebeleid
M.b.t. het ten nutte brengen van de ervaringen, opgedaan tijdens de laatste
raadsexcursiesluiten wij ons aan bij de kritiek die ook de P.v.d.A.-fractie
naar voren heeft gebracht. Gaarne vernemen wij daarover uw mening.
Milieu
Ondanks de activiteiten, recent ontplooid door de betrokken wethouder, is onze
fractie er niet zo van overtuigd dat uw college werkelijk van zins is om van het
kostenverslindende T.M.D.-apparaat af te komen. U draagt diverse argumenten aan
die allemaal als bezwaarlijk worden ervaren. U wilt ook geen initiatieven ont
plooien, neen u wilt zo mogelijk wel aandringen! Dit komt ons voor als een
uiterst passieve houding in deze. Dat is niet hetgeen de V.V.D. voor ogen staat
en ook niet conform de geest van het beleidsaccoord. Wij zien uw motivatie
aangaande uw houding m.b.t. het opstarten van een eigen regionale milieudienst
met interesse tegemoet.
Wij willen dan ook gaarne de suggestie steunen van de Hoekse fractie om via op-
zegging van het contract binnen drie jaar van de T.M.D. af te komen.
Afvalstoffen
Met betrekking tot de stortplaats Zevenbergen dringen wij erop aan dat u de
vinger zeer nauwgezet aan de-pols houdt. Wij hebben er in deze kwestie geen
enkel belang bij om blij gemaakt te worden met een dode mus.
Volksgezondheid
Uw antwoord op de Algemene Beschouwingen eindigt met het uitspreken van een
gedachte of wens m.b.t. het beantwoorden van de vragen, opmerkingen etc.
Onze opmerking m.b.t. de bezuinigingen in de gezondheidssfeer, geinitieerd
door het Stadsgewest heeft u blijkbaar gemakshalve maar gelaten voor wat ze
was. Wij achten ze wezenlijk genoeg om alsnog uw visie dienaangaande te
mogen vernemen.
Dank u".
Namens D'66 spreekt tenslotte het lid VAN BEZUIJE als volgt:
"Mijnheer de voorzitter,
Om te beginnen willen wij alsnog het collegiale collectieve college compli
menteren met de sluitende begroting 1984.
-29-
Dat doet helaas niets af aan onze grote bezorgdheid voor de jaren '85 en later
en de teleurstelling dat er geen aanzetten tot de noodzakelijke en veel verder
gaande bezuinigingen en ombuigingsbeleid worden gegeven.
Een bezorgdheid overigens die gelukkig door alle fracties wordt gedeeld.
Uw uitgangspunten t.a.v. de noodzakelijke B. en 0.-operatie t.w.:
geen lastenverzwaring voor de burgers, maar vermindering van de exploitatie
lasten onderschrijven wij.
Dat u die verlaging van de uitgaven wilt bereiken door:
het handhaven van de vacaturestop, een optimale doelmatigheid incl. evt. samen
werking met andere gemeenten EN waar mogelijk het verminderen of zelfs beëindi
gen van taken, incl. evt. privatisering, ondersteunen ook wij.
Daarbij overigens de bemerking uiterst voorzichtig te zijn met de vaak mis
bruikte term "profijtbeginsel".
Wat ons betreft dient er onderscheid gemaakt te worden tussen diensten waarvan
de overheid het monopolie heeft en de burger niet onderuit kan EN die waar de
burger de keuze heeft of slechts zeer incidenteel gebruik van zal maken.
Toch, mijnheer de voorzitter, betwijfelen wij of de resultaten van uw huidige
uitgangspunten bij benadering voldoende zullen blijken om de reeds nu al
zekere tekorten, n.l. minimaal 1,2 miljoen exclusief overeengekomen nieuw beleid,
op te vangen.
Voorstellen voor een fundamentele aanpak van de B. en 0.-operatie hebben wij
u reeds herhaaldelijk gedaan.
Tijdens de behandeling van de begroting en voorjaarsnota 1983 heeft u die
voorstellen als zijnde te omslachtig afgewezen, thans heeft u ze gewoon genegeerd.
Echter een alternatieve benadering en een voorstel tot aanpak ervan ontbreekt.
Wel wordt opeens het fenomeen voorjaarsnota van stal gehaald en dat terwijl de
voorjaarsnota 1983 bedoeld was als een eenmalige financiële vertaling van het
door deze raad afgesproken BA en niet als traditie.
Uw voorstel betekent enerzijds een uitholling van de begrotingsbehandeling tot
de formeel noodzakelijke vaststelling van alleen de begroting 1984 en ander
zijds het uitstellen van een noodzakelijke discussie over het te voeren toe
komstig B. en 0.-beleid en de te maken politieke keuzes.
Een vertraging dus van bijna een half jaar en extra werk voor iedereen. Want
ons is daarbij niet duidelijk wat er DAN meer bekend zal zijn, dat niet NU
al niet minstens verondersteld moet worden, gezien ook de door u gepresenteerde
financiële verwachtingen voor de komende jaren.
Ten tijde van de voorjaarsnota 1983 werd nog door u voorgesteld de beleidsvoor
bereiding voor het B. en 0.-beleid 1984 en later te doen plaats vinden in de
raadscommissies. Thans ontbreken voorstellen.
Daarom de vraag welke procedure u denkt te gaan volgen ten aanzien van de door
u nu eenmaal voorgestelde voorjaarsnota 1984.
Mijnheer de voorzitter, als wij impopulaire ideeën hebben voorgesteld met be
trekking tot het personeelsbeleid dient u ervan overtuigd te zijn dat wij ons
zorgen maken dat bij de huidige financiële vooruitzichten evt. in de toekomst
toch niet aan gedwongen ontslagen ontkomen zou kunnen worden.
En dat willen wij, net als u ongetwijfeld, trachten te voorkomen.
Uit uw opmerking dat onze suggestie ten aanzien van de VUT-problematiek pas in
1997 relevant wordt, moeten wij opmaken dat er geen of nauwelijks personeel
in dienst is met een lang dienstverband.