-16- Het vernieuwde college moet alle zeilen bijzetten om de snel opeenvolgen de financiële stroppen op te vangen. Duidelijk is dat er dan ook tot nu toe geen tijd is overgebleven om te komen tot een werkelijk beleid voor de langere termijn. Bij deze constatering, mijnheer de voorzitter, wil D'66 het uiteraard niet laten, maar wil deze begrotingsbehandeling aangrijpen om een oplossing aan te dragen voor de moeilijke gang van zaken op dit moment. Ik meen te mogen stellen dat tot nu toe plannen, suggesties en beleid worden voorbereid door het college met ondersteuning van het ambtenaren korps. Bijna angstvallig werd daarbij vermeden dat in een vroeg stadium van beleidsvoorbereiding zaken in de publiciteit kwamen. Raadsleden werden dan ook veelal geconfronteerd met geheel panklare agenda punten waar per saldo nog maar weinig aan viel te veranderen. Daar nu ligt het begin van de kentering die zich in korte tijd zal moeten voltrekken. Van nu af aan zal in het allereerste stadium van plannenmake rij niet alleen het college en de beleidsadviserende ambtenaren, maar zeker ook de raadsleden mceten worden betrokken. Zo zullen ook raadsleden zich veel meer betrokken kunnen voelen bij het te voeren beleid, daar hun crea- tieve bijdrage aan kunnen leveren en kan een wisselwerking ontstaan tussen college, raad en ambtenaren. Met als logisch gevolg van deze samenwerking: meer begrip voor eikaars positie en betere en snellere resultaten. Naast raadsleden, mijnheer de voorzitter, zijn er ook belangstellende en deskundige burgers, die tok nu toe 'helemaal niet mee mochten denken, voor al als ze te deskundig werdqn geacht. Geef de weinige burgers "die nog mee willen denken en mee willen doen een échte kans. D'66 bepleit dat laatste niet met als doel de verantwoordelijkheid van raad en fracties te verminderen of iets dergelijks, maar om de gemeenschap pelijke betrokkenheid van bestuurders, gekozen vertegenwoordigers, ambte naren en burgers bij het wel en wee van de Zevenbergse gemeenschap te be nadrukken en zo inhoud te geven aan de participatie-gedachte. Hierna selectief ingaa,nde op uw antwoorden op onze schriftelijke alge mene beschouwing, mijnheer de voorzitter, willen wij nogmaals ons stand punt benadrukken dat bij toekomstige begrotingsbehandelingen de begroting ongewijzigd beleid, gescheiden moet worden van beleidswijzigingen. De begroting ongewijzigd beleid kan dan ook veel vroeger in de raadscom missies gebracht worden en de daarna noodzakelijke en aangenomen beleids wijzigingen dienen in nauw overleg met alle raadscommissies te worden voor bereid. Het moet dan mogelijk zijn de begrotingsbehandeling in de eerste helft van december af te ronden. Ons inziens zal niet ontkomen kunnen worden aan een herafweging van klle gemeentelijke activiteiten en uitgaven. Daartoe dient zo spoedig mogelijk gestart te worden met een inventarisatie. Die inventarisatie zal moeten leiden tot prioriteitsstellingen, gebaseerd cp politieke keuzes vooraf door de raad, zodat meer beleidsmatige aanpassin gen van het gemeentelijke uitgavenpatroon mogelijk worden. Zo kan een aanzet gegeven worden tot lange-termijn planning en worden ad-hoc maatregelen zoveel mogelijk voorkomen. Gewoon onzin is het natuurlijk om te suggereren, zoals u in uw antwoord doet, dat D'66 voorstander is van ad-hoc beleid, n.l. als wij de diverse subsidies ter discussie willen stellen ten behoeve van de begroting voor 1981 er. wel in het kader van punt 74 van het Beleidsaccoord dat stelt: "Automatisme bij het toekennen van subsidies dient voorkomen te worden". -17- Het ontgaat mij hoe automatisme voorkomen kan worden anders dan door de hele subsidie-praktijk regelmatig te toetsen. Te toetsen mede aan wat de subsidie-nota uit 1981 stelt, n.l. dat bij niet-plaatselijke verenigingen en instellingen moet worden aangetoond dat de werkzaamheden van belang zijn voor de Zevenbergse gemeenschap. Is het omdat u in uw antwoord erkent dat de ramingen ten aanzien van de stijgingen in de afgelopen jaren van de lonen te laag zijn geweest, dat u niet ingaat op onze vraag naar de effecten voor de begroting indien de loonsomstijging niet op de geraamde 3maar op de te verwachten Qffo gaat uitkomen? Met betrekking tot uw antwoorden op de door ons gestelde vragen ten aanzien van het centrumplan, mijnheer de voorzitter, moeten wij opmerken nog steeds niet gerustgesteld te zijn. Uw uitspraak dat de rijkssteun zal worden verleend, "gezien de betrokken heid van het rijk in het verleden" gaat uit van vertrouwen. Vertrouwen in een rijksoverheid die per circulaire grossiert in ombuigin gen, kortingen en intrekken van gedane toezeggingen. Daardoor kunnen wij dat vertrouwen op dit moment nog niet met u delen. Kunt u dan ook de raad informeren wanneer wat meer dan alleen vertrouwen, dat wil zeggen enige zekerheid, te verwachten is? Verder missen wij in uw antwoord een reactie op de vraag wanneer de raad voorstellen met betrekking tot uitgifte van gronden tegemoet kan zien. Voorzover het nieuwbouw betreft heeft dat natuurljk alles te maken met het huidige bouwcontingent. Wij geven u echter in overweging om ook aandacht te besteden aan het fenomeen van de contingentloze woningen, waar de ge meente Roosendaal nu mee aan het experimenteren is. Dit zijn goedkope woningen met lage grond- en bouwkosten, zonder subsidies en b.v. in casco- of houtskeietbouw opgeleverd. Op kleine schaal zou dit tot extra stimulering van de bouw en realisatie van bestemmingsplannen kunnen leiden. Graag uw reactie hierop. Nogmaals wil-D'66 bij het college aandacht vragen voor het feit dat de wijk Krooswijk, met toch zo'n kwart van de bevolking van de gemeente, geheel niet bereikt wordt door het openbare vervoer. Daarom is het van belang dat aan de voorwaarde van de B.B.A. om een bus lijn door Krooswijk te laten lopen, t.w. het plaatsen van verkeerslichten op de kruising Westrand/S6, wordt voldaan. In het kader van de Voorjaarsnota geven wij het college in overweging toch eens te berekenen wat de gevolgen zijn van het korten op het bedrag per leerling met een of enkele procenten, zowel budgettair als kwalitatief. Hoopgevend is de toezegging van het college dat op korte termijn aan dacht besteed gaat worden aan de gevaarlijke situatie van de huisvesting van de Matthijs Heldt groepen. Uit het toegezegde accommodatie—onderzoek en daarna uit te zetten beleid zal de definitieve oplossing moeten voortkomen. Mede t.b.v. het open jongeren-werk zal er vaart gezet moeten worden achter dat accommodatie-onderzoek. Mijnheer de voorzitter, hoe lang dient het gemeentebestuur nog haar geduld in leidzaamheid te betrachten voordat de sportraad met haar tarieven- en subsidienota komt. De sportraad maakt zich wel Doos op de kritiek en voorstellen van o.a. de oommissie ad hoe, maar zou zich beter het waarom van die kritiek kunnen afvragen.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1983 | | pagina 9