f -1 60— 16. Voorstel'tot het weigeren van medewerking als bedoeld in artikel 50 van de Kleuter onderwijswet aan de Stichting Katholiek Onderwijs ten behoeve van de aanschaf van gordijnen voor de r.k.kleuterschool "De Eerste Stap" Het lid KRiJNEN-BOOT verzoekt om in iet overleg met de schoolbesturen deze zaak bespreekbaar te uia^en. Wethouder KAMP zegt toe bereid te zijn deze zaak in te brengen in het overleg, dat toch zal plaatsvinden i.v.m. andere investeringen en dat ge tracht zal worden om voor dergelijke posten een goede oplossing te vinden. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders. 17. Voorstel tot vaststelling van het Sociaal Kultureel Programma 1984. Het lid KRIJNEN-BOOT is van mening dat er op basis van het Sociaal Kul tureel Plan prioriteiten zijn gesteld, waaraan haar fractie niet wil tornen. Het gestelde op blz. 4 en 5 wordt daarom ook onderschreven. Wel moet voor zichtigheid worden betracht bij net uitbouwen van activiteiten voor het open jeugd- en jongerenwerk. Dat het S.K.W. niet meer deelneemt aan de werkgroep die belastis met het opstellen van een beleidsvoorstel hieromtrent is ont hutsend. Het S.K.W. zal tot samenwerking bereid dienen te zijn. Verder wijst zij erop dat bij de onontkoombare verdere bezuinigingen de sociaal kulturele sector moet worden behoed voor eenzijdigheid. Belangrijk hierbij is het feit of het al dan niet doorgaan van een werk afhankelijk is van een gemeentesubsidie. De door het rijk opgelegde planning is door de door het rijm opgelegde bezuinigingen weer op losse schroeven gezet. De betrokkenheid van de bevolking houdt in feite niet meer in dan het indienen van bezwaarschriften. Zij Vraagt zich dan ook af of in de'huidige ontwikkeling nog een zinvolle taak is wegge legd voor de welzijnscommissie Daarnaast is haar fractie het volkomen eens met het advies van de commis sie bezwaar- en beroepschriften m.b.t. de ingediende bezwaren. Tot slot wordt de'opsteller van het programma door haar fractie een cc: - f pliment gemaakt voor de heldere wijze en bondige stijl. Het lid SCEIPPEP. heeft problemen met het leggen van relatie tussen de bestaande verenigingen er. verdere uitbreidingen. Zijn fractie onderschrij: dat t.a.v. het jeugd- en jongerenwerk wat gedaan moet worden. Hij vraagt zi h af of de mogelijkheid aanwezig, is om de niet-georganiseerde jeugd bij het S.K.W. te betrekken. Daarnaast pleit hij ervoor in de komende jaren de be staande subsidies aan verenigingen te handhavenHij is bang dat een afbraak van de bestaande verenigingen aan de gang is. Hij vraagt zich verder af of het de intentie van de raad is om het S.H.H. op niveau te houden terwijl bijna alle beschikbare middelen opgaan aan lonen en andere vaste kosten. Als van de andere kant niet-actieven bij het werk worden betrokken zal dat even een afbreuk doen aan de bestaande activiteiten. De r.iet-georganiseerder: zouden dan groter kunnen worden ten koste var. de ge organiseerden. Verhogingen van 20% zijn niet acceptabel. Tot slot pleit hij ervoor dat het huidige niveau dient te werden gehand haafd en niet over te gaar. tot verdere activiteiten, omdat dat,financieel niet meer op te brengen zal zijn. Het lid JANSSON gaat eveneens acccord .met het sociaal-kulturéel programma 1964. Hij is van mening da* de heropzet van de huidige subsidie-methodiek zeker nuttig is, doch bij de beleidsvorming wordt wel err zwaar geleund op de instellingen die het werk moeten uitvoeren. -161- Hij vindt het een taak van het college om zelf hierover het beleid tè formu leren. Daarnaast moet worden nagedacht over de mogelijkheid om meer invloed te krijgen in het bestuur van het S.K.W. Zijn fractie onderschrijft het standpunt van de commissie bezwaar- er. beroepschriften m.b.t. de bezwaarschriften. Hij is van mening dat door de wethouder is toegezegd dat de betreffende zinsnede in het programma zou wor den gewijzigd, zodat duidelijk zou worden dat de andere instellingen een zekere basis hebben om te kunnen blijven werken. Tot slot geeft het verslag over de uitvoering van het sociaal kultureel programma hem geen aanleiding tot het maken van opmerkingen. Het lid WOLTMAN vraagt zich af hoever de kortingen kunnen gaan. T.a.v. het advies n.a.v. het bezwaarschrift van het S.K.W. is hij van mening dat niet wordt erkend dat het S.K.W. in zijn programma een onderdeel ongeorganiseerd jeugd- en jongerenwerk beeft, waarvoor de raad prioriteit heeft gesteld. Eer. korting over het totale bedrag zou echter ook inhouden een korting voor he': jeugd- en jongerenwerk wat niet de bedoeling sou kunner. zijn. Zekér gezien het feit dat het S.K.W. bezig is om te komen tot een afronding van het plan in de richting van de ongeorganiseerde jeugd.Door zijn fractie wordt dan ook de kanttekening gemaakt om het bezwaar niet zonder meer af te wijzen, doch voor het onderdeel jeugd- en jongerenwerk de korting van 7%> te ontzien. Wethouder KAMP antwoordt dat het S.K.W. zich dient te houden aan de pri oriteiten van de raad. In haar eigen begroting dient hiervoor ruimte te wor den gevonden; Daarnaast heeft de raad met de voorjaarsnota reeds besloten om f 10.000,extra beschikbaar te stellen voor het open jongerenwerk. Het lid WOLTMAN blijft van mening dat het geven van prioriteit aan het jeugd- en jongerenwerk zou moeten inhouden dat de korting van 7%- hierop moet worden uitgesloten. Hij vindt het een verschuiving van het beleid van de ge meente naar het beleid van het S.K.W. Wethouder KAMP blijft erbij dat de begroting van hét S.K.W. is opge steld op basis van haar voornemen. Het S.K.W. zal moeten voldoen aan de prio riteiten van de raad. Hij is van oordeel dat op andere programma's zal moeten worden gekort door het S.K.Wh Tot slot zegt hij toe. dat de door het lid Jansson bedoelde zinsnede zal worden toegevoegd. De VOORZITTER concludeert dat slechts de fractie van de P.v.d.A. tegen het advies van de commissie bezwaar- en beroepschriften is. Het lid MAKKINK verklaart het tegenstemmen van zijn fractie. De raad heeft uitgesproken dat eventuele rijkskortingen niet zouden gelden voor prio riteiten zoals die gesteld zijn. Deze dienen buiten de kortingen te blijven. De VOORZITTER sluit hiermede de discussie omtrent de bezwaarschriften. Wethouder KAMP gaat vervolgens in op de naar voren gebrachte opmerkin gen omtrent het sociaal kultureel programma 1934. De laatste jaren is de rijksoverheid gekomen met e n aantal kortingen waar de gemeente niet onder uit kan. Deze kortingen zullen' moeten worden verdeeld over allerlei sectoren en zullen zeker niet eenzijdig plaatsvinden. Ten aanzien van het open jongerenwerk is door de welzijnscommissie gevraagd om een notitie te laten uitbrengen door een werkgroep. Deze werkgroep heeft inmiddels een nota uitgebracht, welke binnenkort in de welzijnscommissie zal worden behandeld. Rond half januari 1984 kunnen de besturen van de instellin gen zich hierover beraden. Het zal moeilijk zijn om daarbij alle jongeren te betrekken; dit zal slechts uit Vrijwilligheid kunnen plaatsvinden. Hij is het ermee eens dat een verdere korting bijna onmogelijk is omdat dan het personeelsbestand zal worden aangesproken. De opmerking dat de bevolking slechts inbreng zou hebben via het indienen van bezwaarschriften en da* t.a.v. het te voeren beleid geen inbreng zon zijn, is een gevolg van het feit dat er sreen geld is om een nieuw beleid op te zetten.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1983 | | pagina 83