12. Notitie werkgelegenheid/sociaal-economisch beleid (beleidsuitgangspunten 55 tot en met 61 1 Het lid MAKKINK vindt het bijzonder vreemd dat er alles aan gedaan wordf om alle mensen een zinvolle dagtaak te geven, terwijl de hogere overheid een beleid voert' dat een steeds grotere vermindering var; het aantal arbeidsplaatsen tot gevolg heeft. De economische recessie, alsmede de technologische ontwikke ling zijn echter oorzaak van de huidige werkloosheid. Daartegenover staat echter dat de betaalde arbeid die resteert eerlij-v-r moe" worden verdeeld. Verdeling van arbeid betekent geen oplossing van de werkloosheid. De gevolgen van werkloosheid moeten daarom zeker worden verlicht. Tegen de inkomsten achteruitgang en de sociaal psychologische gevolgen zijn vele werklozen niet opgewassen. Om deze problemen te kunnen oplossen mist hij in de notitie een eigen initiatief, een uitvoeringsprogrammaDaarnaast is het éénloket-systeem iets dat zeker wordt gepropageerd. De stelling "Privatisering leidt tot een behoud of stijging van het aantal particuliere arbeidsplaatsen" is volgens hem duidelijk niet het geval, gezien de laatste privatisering in Zevenbergen. In de lijst van mogelijke projecten ziet hij graag de aanleg van de fiets brug over de Mark opgenomen. Daarnaast moeten'de activiteiten met vrijwillirers worden gestimuleerd. De aanpassing van de financiering van industriegrond voor nieuwe bedrij ven dient volgens hem ook betrekking te hebben op de gronden van het Industrie- en Havenschap Moerdijk, waarbij de gronden om niet in leen zouden gegeven moeten worden. Ook de stelling van "gedifferentieerde grondprijs" wordt onderschreven, waarbij ook wordt geacht aan erfpacht en huur. Het beleidsuitgangspunt 60 komt zijn fractie vreemd voor, voor zover het be treft het feit dat de plaatselijke commissie zelfstandigen een unaniem advies dient uit te brengen. Hierdoor blijft het door zijn fractie gewraakte veto recht bestaan. Hij vraagt bij de uitwerking van dit punt dit goed te belichten.^ Tot slot verzoekt hij het college door te gaan met het opstarten van activi teiten. Het lid REIJNDERS vindt dat in de nota de goede wegen worden aangegeven voor de globale maatregelen die kunnen worden getroffen i.v.m. de werkgelegen heid. Het komt erop aan dat gestalte wordt gegeven aan het aanbieden van leeg staande gebouwen, onderhouden van regelmatige contacten met het bedrijfsleven, medewerking bij financiering van industriegrond en vooral het éénloket systeem en een soepel vergunningenbeleidHet vestigingsbeleid is door de T.M.D. problematiek echter behoorlijk verslechterdHiervoor dient door het college een oplossing/worden gezocht. De voorstellen tot het inpassen van niet-actieven worden door zijn fractie ondersteund. Daarbij wordt gevraagd om- een actieve, niet afwachtende, houding in de richting van de riet-actieven. Tot slot wordt de suggestie gesteund voor de concrete projecten zoals die door het college worden voorgesteld, waarbij wel de eigen bijdrage i.v.m. de aanleg van de fietsbrug over de Mark binnen de perken dient te blijven. Het lid VAN BEZUIJE steunt eveneens het idee van het éénloket-systeem. Bij het aanbieden van bedrijfsgebouwen denkt hij o.m.aan de Mariaschool. Daarnaast bepleit de D'66-fractie de functionele grondprijspolitiek, d.w.z. het laten bepalen van de grondprijs door wat de investeerder redelijkerwijze kan opbrengen. -1 57- Daarbij is het aantal te scheppen arbeidsplaatsen van belang. Hij is van mening dat het dilemma T.M.D. genoegzaam bekend is en vindt dez° dienst goed voor de zware industrieën, doch niet voor de plaatselijke midden stand. Ook het opnemen van alternatieve vormen van bedrijfsvoering en productie, zoals door de P.v.d.A. bepleit in de commissie financiën, wordt door hem ge steund. Eveneens, indien financieel haalbaar, krijgt de realisatie van de fietsbrug over de Mark, zijn steun. Tot slot vindt spreker het jammer dat een gezamenlijk initiatief van de gemeente en het bedrijfsleven nog niet van de grond is gekomen in Zevenbergen. Het lid SCHIPPER vindt het zeer moeilijk om in het kader van genoemde notitie uitspraken te doen, vooral voor wat betreft de oneerlijke concurrentie door niet-actieven bij projecten die worden gefinancierd door de overheid. Van de ene kant moet het bedrijfsleven vriendelijk tegemoet worden getreden, terwijl van de andere kant het uiterste moet worden gevraagd van allerlei instellingen. Zo zijn er volgens hem meer tegenstellingen te vinden in de no titie De fietsbrug over de Mark moet financieel haalbaar zijn voor de gemeente, waartoe eerst zal moeten worden onderzocht hoe hoog de eigen bijdrage zal zijn. Goede zaken in de notitie noemt hij het éénloketsysteem en de contacten met het bedrijfsleven. Tot slot merkt hij op dat, indien de gemeente thans het lidmaatschap van de T.M.D. zou opzeggen en nog 3 jaar lid zou blijven, er over 3 jaar zonder extra kosten kan worden uitgetreden. Het lid JANSSON is aller eerst van oordeel dat de uitvoering van de notiti' gerust mag leiden tot een lastenverzwaring voor de algemene dienst. Het stre- ven naar kostendekkende maatregelen is uiteraard een eerste vereiste. De doelstellingen in de notitie worden door zijn fractie onderschreven. Voor het bereiken van die doelstellingen wordt een aantal maatregelen aange dragen. Van het éénloketsysteem, de contacten met bedrijven, een optimale service-verlening aan die bedrijven, de zorg voor optimale infrastructurele voorzieningen en een prettig leefklimaat is volgens hem niet veel te verwachten. Een paar concrete maatregelen blijven dan over. Het aanbieden van gebouwen behoort volgens het college tot dc mogelijkheden. Een voorstel hieromtrent wordt door hem graag snel tegemoet gezien. Daarnaast is hij van mening dat meer be kendheid moet worden gegeven aan de differentiatie in de prijs van industrie- grond. Tot slot het soepel vergunningenbeleid, vooral m.b.t. het verstrekken van hinderwetvergunningen. De problemen die er zijn betreffen niet alleen de hoge leges, doch ook de eisen die door de T.M.D. worden gesteld. Deze eisen dienen nader te worden getoetst, omdat de hoge investeringen veel bedrijven in moeilijkheden zullen; brengen, hetgeen een verlies van arbeidsplaatsen zal betekenen. De VOORZITTER wijst erop dat de notitie werkgelegenheid een uitwerking is van de beleidsuitgangspunten zoals die door de raad zijn vastgesteld. Hij merkt erbij op dat deze regelmatig zal moeten worden bijgesteld al naar gelang de ontwikkelingen in de maatschappij. Hij is van mening dat zoveel moge lijk een actief werkgelegenheidsbeleid gevoerd zal moeten worden. Tevens onderschrijft hij de sociale problemen die het gevolg zijn van de werk loosheid. Daarnaast constateert hij dat door de raad aceoord wordt gegaan met de beleidsuitgangspunten Voor wat betreft dé lastenverzwaring voor de algemene dienst is hij van mening dat het doen van grote investeringen van geval tot geval nader zal moeten worden bekeken, hoewel de bevordering van werkgelegenheid ook financiële voor delen kan opleveren. De tegenstellingen in de notitie zijn, aldus de voorzitterm niet te voor komen. De notitie is dermate complex, dat resultaten niec verzekerd kunner. worden.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1983 | | pagina 81