Voorzitter, uw voornemens met betrekking tot het onderwijs en welzijns
beleid hebben onze instemming. Slechts enkele opmerkingen:
Op onze suggestie om in Stadsgewestelijk verband te onderzoeken of systeem
begeleiding plaats kan maken voor schoolpsychologische hulp bent u niet
ingegaan.
Bij het Welzijns- en accommodatiebeleid nog de volgende kanttekening:
In onze Algemene Beschouwingen vroegen wij u om voorzichtig te zijn met
het reageren op signalen uit de samenleving. Uw antwoord dat de keuze
voor de ongeorganiseerde jeugd is gebaseerd op het Sociaal Cultureel Plan
houdt dan ook geen ontkenning in dat die signalen er geweest zouden zijn.
Met de aandacht voor andere prioriteiten in met name het accommodatiebe
leid zijn de zaken wat ons betreft weer voldoende rechtgetrokken.
Voorzitter, tot slot sport en recreatie.
De door u ontwikkelde plannen over zelfwerkzaamheid zijn helaas gestrand.
Dat is een bijzonder ernstige zaak omdat die plannen een essentieel onder
deel uitmaakten van de maatregelen tot opheffing van het begrotingstekort.
Ook op dit gebied is het nuttig de neus eens buiten de Zevenbergse deur
te steken. In Fijnaart zijn bezuinigingen gerealiseerd van ca. f 100.000,— Q
door zelfwerkzaamheid. Op de manier waarop dit is gegaan hebben wij de
wethouder reeds informeel informatie verstrekt. Met deskundige begeleiding
van gemeentewerken moet onderhoud van sportvelden in volledig eigen be
heer van de clubs zeker mogelijk zijn.
Wij vernemen gaarne uw toezegging deze mogelijkheid te onderzoeken.
T.a.v. de kleedaccommodatie van D.H.V. verzoeken wij u in ieder geval te
onderzoeken wat met inachtname van zelfwerkzaamheid mogelijk is.
De financiële mogelijkheden kunnen dan later bij dat onderzoek worden be
trokken.
Voorzitter, dank u wel".
Eet lid SCHIPPER spreekt namens de Hoekse fractie als volgt:
"Mijnheer de voorzitter,
Uw uitvoerige beantwoording hebben wij met veel interesse gelezen.
We betuigen onze erkentelijkheid voor deze behandeling.
In deze 2e tentlijn zullen wij ook ingaan op enkele punten, welke in eerste
instantie niet door ons waren ingebracht. We doen dit omdat u ook ingaat op
vragen welke verband houden met onderwerpen die via een aparte nota nog wor
den behandeld, zoals o.a. sociaal cultureel plan 1983, sportaccommodaties.
Deze zaken zijn door ons in eerste instantie wel genoemd, maar inhoudelijk
niet aan de orde gesteld.
Alvorens wij uw nota in dezelfde volgorde willen behandelen geven wij eerst
ons standpunt t.a.v. het V.J.v.. Wij vinden de opstelling van het V.J.V. reëel.
Zij verklaren zich accoord met het begroot bedrag van f 76.000,maar
willen voor enkele groepen een uitzondering maken t.o.v. het aantal uren.
Gezien de grote problematiek met betrekking tot de jeugdwerkloosheid willen
wij voor 1983 het verzoek positief beantwoorden, waarbij we wel willen ver
zoeken om hiervan een goede administratie bij te laten houden i.v.m. het
beleid voor 1984 en komende jaren.
We blijven de mening toegedaan dat de precaire financiële positie van
onze gemeente mede is ontstaan door het gevoerde beleid van de afgelopen
jaren met de relatie: grote investeringen in sport- en welzijnswerk, We
hebben boven onze stand geleefd en teveel waarde gehecht aan onze functie
en grootte, gezien vanuit het streekplan, nog los gezien van de omschakeling
van Hazeldonk naar Lindonk, dat is opgedrongen door de Provincie.
-13-
Een Provincie die wel verandering van beleid voorschreef, maar geen enkele
boodschap had aan het geïnvesteerd vermogen, waarvoor zij uiteraard ook
toestemming hadden gegeven, hetgeen resulteerde in een miljoenenverlies
voor onze gemeente.
Voorzitter, als wij dit bedrag, ruim 2 miljoen nu ter beschikking zouden
hebben, dan hadden we aanmerkelijk minder problemen.
Het is niet onze bedoeling om de "oude koeien" uit de sloot te blijven
halen, maar we hebben enkel aan willen tonen dat het Rijk niet alleen debet
is aan de huidige financiële situatie.
We hebben met ons allen te laat gereageerd op de economische recessie,
waardoor bijsturing nu op een tempo moet gebeuren, welke de acceptatiegraad
van de burger zwaar op de proef stelt.
Onze constatering dat de onroerend-goeabelasting voor de kerkdorpen
relatief hoger is geworden, beaamt u. Op zich kunnen wij tegen een juiste
taxatie geen bezwaar maken, maar voor de burger komt het onrechtvaardig
over. Immers er is sprake geweest van een vrij sterke waardedaling van
huizen, terwijl de burger nu geconfronteerd wordt met een stijging van de
waarde.
Ze ontkomen hierdoor niet aan de indruk dat de overheid maar af blijft wente
len en probeert om haar inkomsten op deze manier op peil te houden.
Voorzitter, we hebben nu geen alternatief, maar laten we dit soort
beslissingen toch niet meer. nemen in een tijd dat vele inkomens onder
zware druk staan, denk in dit verband aan de groep mensen die een uitkering
genieten krachtens de W.W., W.A.O., Bijstand etc.
Enige jaren terug zou practisch niemand bezwaar hebben gemaakt tegen de
huidige taxaties.
Uw voorjaarsnota zien wij met belangstelling tegemoet en een planmatige
aanpak staan we voer. We willen u nu al mededelen dat wij var. deze nota
geen wonderen verwachten, maar hopelijk kan zij ons wat meer inzicht geven
voer de wat langere termijn.
Op het O.D.R.P.-rapport willen wij inhoudelijk niet reageren, wel op
de gevolgde procedure.
We pleiten ervoor om het personeel tijdig te betrekken in de reorganisatie
plannen. Het is algemeen bekend dat het slagen van een reorganisatie voor
een belangrijk deel afhankelijk is van de medewerking van het personeel.
Zij moeten ervan overtuigd zijn dat ombuigingen noodzakelijk zijn en dat
zelfs offers gebracht moeten worden om een en ander te realiseren.
Bent u bereid om het personeel hierbij te betrekken en te komen tot goede
procedure-afspraken?
Met betrekking tot de Maria-school merken wij op dat er momenteel 2
zaken spelen, n.ï. de door u genoemde vaststelling van het bestemmingsplan
en de goedkeuring van het Ministerie van Volkshuisvesting over de ver-
bouwingskosten. Is dit juist? Bij dit plan treedt de inspraakprocedure
en het "vetorecht" van de P.P.D. duidelijk aan het licht. Jaren van over
leg hebben tot op dit moment tot niets geleid en uw antwoord maakt de zaak
alleen nog maar onduidelijker.
We hebben net gesteld dat het tot niets geleid heeft. Dit is echter niet
waar. Het heeft geleid van een goed gebouw tot een bouwvallig geheel.
Zijn er nu concretere mededelingen te doen?
Uw passage over de wet geluidhinder gaat alle perken te buiten. Als we
uw uitleg goed hebben begrepen dan kan men continu entheffingen aanvragen,
tijdsduur circa 6 maanden, terwijl de maximale termijn gesteld is op 4
maanden. Voorzitter hoe is het mogelijk dat dit soort onzinnige zaken wor
den vastgesteld en is het dan verwonderlijk dat de kritiek hand over hand
toeneemt?