-1 28- 22. Behandeling van eventuele vragen die vóór of op de dag der vergadering zijn ingekomen en eventuele rondvraag (ingevolge artikel 37 van het reglement van orde). Wethouder KAMP leest de ingekomen brief van de C.D.A.-fractie voor: "Geacht college, Tijdens de jongste vergadering van de commissie Onderwijs en Welzijn, gaf wet houder Kamp de stand van zaken weer hij het Muziekonderwijs. Aan zijn betoog verbond hij de voorlopige eindconclusie, dat o.a. als gevolg van de rechtspositie van bepaalde docenten en het feit, dat wij ook bij dit onderdeel een bezuinigingsbeleid voeren de hafa-opleidingen voor dit en/of de volgende jaren van de baan zouden zijn. Notabene, terwijl deze opleiding juist een van de pijlers, zoniet dl pijler is waarop het gemeentelijk beleid in deze rust. Vandaar deze vragen op basis van art. 37 van het reglement van orde: 1. Wanneer kreeg uw college duidelijkheid omtrent de situatie bij het muziek-f' onderwijs? 2. Heeft uw college in de tussenliggende periode stappen ondernomen, teneinde te voorkomen, dat de Hafalessen noodgedwongen gestopt moesten worden door de muziekschool te Oudenbosch? 3. Zo ja, welke waren die dan? 4. Zo niet, is uw college bereid alsnog en wel met onmiddellijke ingang, alle mogelijkheden uitputtend te bezien, teneinde te voorkomen, dat de hafa— leerlingen de rest van het cursusjaar verstoken blijven van muziekonderrichf7 5. Is uw college verder bereid de nodige inspanningen te plegen om, voor de komende jaren, naast het muzikale onderricht ook de hafa-opleidingen veilie te stellen? 6 Namens de C.D.A.-fractie Nel Krijnen-Boot" Bij monde van wethouder KAMP antwoordt het college als volgt: "Antwoord op vraag 1 Tot onze spijt moeten wij constateren, dat van werkelijke duidelijkheid f omtrent de financiële situatie bij het muziekonderwijs eigenlijk nog steeds geen sprake is. Wij hebben slechts signalen opgevangen, dat er financiële problemen zijn. Die signalen zijn de volgende: - Bij brief van 24 maart 1983 verzocht het bestuur van de Stichting Muziekonder wijs Zevenbergen ons, om gelden (in totaal f 15.870*60) beschikbaar te stellen voor het betalen van een drietal nota's. De Stichting deelde ons mee geen financiële middelen meer te hebben om de nota's (die betrekking hadden op 1982) te voldoen. Bij brief van 2 mei 1983 hebben wij geantwoord, op dat moment niet verder op het verzoek in te zullen gaan. In de eerste plaats was het beschikbare subsidie over 1982 nog niet volledig als voor schot door de Stichting opgevraagd, in de tweede plaats ging het verzoek met vergezeld van een financieel overzicht over 1982. - Bij brief van 15 juni 1983 verzocht het bestuur van de Stichting Muziek onderwijs ons, over 1983 een extra subsidie van f 30.000,— beschikbaar te willen stellen. Ofschoon het bestuur toegaf, voor 1982 nog geen duidelijk inzicht in de cijfers te hebben, voorzag men voor 1983 dat er een tekort van f 30.000,zou ontstaan. Ook toen was het verzoek voor ons niet acceptabel, vanwege het feit dat een ehoorlijk inzicht in de financiële situatie van de Stichting niet mogelijk was, -129- j brief van 28 juli 1983 hebben wij er dan ook nogmaals op aangedrongen om het exploitatie-overzicht over 1982 met spoed in te dienen. Tevens ver zochten wij een uitgewerkt overzicht toe te sturen van de oorzaken van het feit dat de kosten van het muziekonderwijs in 1983 zo gestegen zijn. - Enige duidelijkheid omtrent de financiële situatie kregen wij in een bespre king die op donderdag 22 september j.l. heeft plaatsgevonden. Uit de voor lopige cijfers over 1982 bleek toen, dat men een negatief saldo voorzag van f 139.044,02. In dit bedrag zijn tevens de kosten voor de zgn. "buitenleerlingen" begrepen (leerlingen uit Zevenbergen die in Oudenbosch muzieklessen volgen). Aangezien de gemeentesubsidie over 1982 f 117.285 40 bedraagt, resteert een tekort van f 21.758,62. Wanneer dan nog de volledige subsidie die bestemd is voor de buitenleerlingen beschikbaar wordt gesteld (f 10.000,—), resteert nog een tekort van f 11 .758,62. Deze cijfers moeten officieel nog aan ons college worden aangeboden. Wij nemen aan dat dit op korte termijn zal gebeuren. Antwoord op de vragen 2, 3 en 4: Toen wij enig inzicht hadden in de financiële situatie over 1982, hebben wij ons beraden over de subsidiëring van het muziekonderwijs in 1983 e.v. Uitgangspunt was (en is) het in de gemeentebegroting 1983 opgenomen subsidie- edrag;f 115.174, Mede gelet op de huidige financiële positie van de ge meente, achten wij verhoging van dit bedrag niet reëel. Als gevolg hiervan, was het duidelijk dat de muziekschool niet op deze voet kan voortgaan: ingrijpende bezuinigingen waren noodzakelijk. Op 28 september j.l. hebben wij de muziekschool daarom meegedeeld, dat men met ingang van het cursusjaar 1983-1984 alle individuele muzieklessen dient terug te brengen tot het niveau dat verplicht is ingevolge de zogenaamde uren-garantie. Aangezien er dan nog geen sluitende exploitatie over 1983 ontstaat, heeft het bestuur van de muziekschool moeten besluiten de Hafa-opleidingen (waar voor de uren-garantie regeling niet van toepassing is) tijdelijk stop te zetten. Hier hebben wij mee in moeten stemmen. Met de grootst mogelijke klem hebben wij er evenwel op aangedrongen er voor te zorgen, dat de periode van stopzetting van de Hafa-opleidingen zo kort mogelijk zal zijn. Tevens hebben wij gesteld, dat het niveau van de individuele muzieklessen in de komende jaren telkens moet worden teruggebracht tot het niveau dat mogelijk is binnen de garantie-regeling. Dit alles om er voor te zorgen dat de A.M.V.-opleidin gen, de blokfluitlessen en de Hafa-opleidingen in elk geval de prioriteit blijven houden. Resumerend concluderen wij, dat een ander besluit dan nu door de muziekschool is genomen, binnen het huidige subsidieniveau niet mogelijk is. Vooruitlopend op een goed inzicht in de financiële stand van zaken, hebben wij dan ook met deze besluiten ingestemd. Antwoord op vraag 5 Zoals wij reeds hebben uiteengezet, zijn wij uiteraard bereid om de nodige inspanningen te verrichten om in dp komende jaren de Hafa-opleiding weer terug te krijgen. Ook wij zijn niet erg gelukkig met de huidige stand van zaken. Van verhoging van de subsidie in verband hiermee, zijn wij echter momenteel geen voorstander. Wij realiseren ons dat de financiële middelen de stichting voor problemen stelt, maar wij vinden het niet reëel de stichting bij de teruggang in financiële middelen te ontzien. Ook het rijk blijft immers alsmaar korten op de rijksbijdrage. Tenslotte maken wij er u melding van, dat wij aan het bestuur van de muziek school hebben meegedeeld, dat wij op zo kort mogelijke termijn een goed in zicht verlangen in de gehele financiële opzet van het Zevenbergse aandeel

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1983 | | pagina 67