-108- Het college stelt zich tot taak om zoveel mogelijk hinderwetvergunningen te verlenen. De afgelopen maanden is dit procesbevroren en zal alleen op spontaan verzoek worden gereageerd, in afwachting van een oplossing met betrekking tot het kostenaspect berekend door de T.M.D. Hij verwacht dat eind 1984 een vrijstellingsverordening in werking zal treden voor het gebied, alwaar de T.M.D. werkzaam is. Het aspect deregulering zal van dien aard zijn, dat b.v. voor een lichtinstalla tie in een verzorgingstehuis geen hinderwetvergunning nodig is. Alle andere bedrijven zoals detailhandel, stomerijen, agrarische bedrijven zullen daar niet onder re^orteren. Voor dergelijke bedrijven zal echter getracht worden een vrijstellingsverordening te laten gelden. De eisen, zoals gesteld bij Weterings zijn dezelfde, zoals die in de vrij stellingsverordening zullen worden opgenomen. In verband met gevaar voor bodemverontreiniging acht het college zich gehouden om de eisen zoals vast gelegd in de vergunning na te laten leven. In verband met de beantwoording van de vraag of uitstel aan Weterings moet worden gegeven zal het college zich nader beraden. Dientengevolge schorst de VOORZITTER de vergadering. De vergadering wordt heropend. Wethouder VAN DE WETERING wijst erop, dat het hier betreft de naleving van een eis zoals gesteld in de verleende hinderwetvergunning. Deze eis zal ook gaan gelden voor andere agrariërs. De kosten zullen derhalve gelijk zijn. Het college is van mening dat er geen adequaat milieubeleid gevoerd kan worden als er aan gestelde eisen niet of nog niet behoeft te worden voldaan. De eisen dienen derhalve te worden nageleefd. Het lid WOLTMAN meent dat in de commissie gemeentebedrijven gesteld is dat de onderhavige eis een direct gevolg van een verleende bouwvergunning is. Indien blijkt dat het een hinderweteis betreft, wenst zijn fractie betrokkene uitstel te verlenen, zoals reeds eerder door andere fracties is bepleit. Het lid JANSSON wijst erop, dat het niet de bedoeling is van de raad om iemand aan de eisen van een hinderwetvergunning te onttrekken, doch om een rechtsgelijkheid te verkrijgen. Het tijdstip van het voldoen aan bepaalde eisen is anders dan van mede agrariërs, waardoor betrokkene economisch gezien in een ongunstige positie wordt geplaatst. Zijn fractie gaat uit van een gelijke situatie voor gelijke omstandigheden voor alle agrariërs en steunt derhalve het voorstel van het O* C.D.A. om uitstel te verlenen. Het lid SCHIPPER sluit zich bij vorige spreker aan. Het lid TROMPERS vraagt zich toch af of in de vrijstellingsverordening dezelfde eisen worden gesteld. Zo dit niet mocht zijn en betrokkene voldoet thans aan de gestelde eis dan is er sprake van een rechtsongelijkheid. Wethouder VAN DE WETERING merkt op dat in de conceptverordening, zoals onlangs door de raad is goedgekeurd, dezelfde eis is opgenomen, zoals thans in de hinderwetvergunning is opgenomen. Heeft de raad zich bovendien afge vraagd wat de positie van het college is -indien aan betrokkene uitstel wordt verleend- bij toezicht op de naleving van de eisen bij andere bedrijven. De VOORZITTER concludeert dat het standpunt van de raad afwijkt van dat van het college. Hij stelt voor om deze materie te besp:$cen in de commissie bedrijven, waarna de raad alsnog een standpunt kan innemen. De raad stemt hiermee in. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders. -109- 5. Aanvullend voorstel tot wijziging van het reglement van orde gemeenteraad (4e wijzi ging) Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burge meester en wethouders. 6. Voorstel met betrekking tot de ontwerp begroting 1984 met 1e en 2e wijziging van het Industrie- en Havenschap Moerdijk. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burge meester en wethouders. 7. Voorstel tot het voteren van een krediet voor het verlenen van een kapitaalverstrek king aan het Gemeenschappelijk Archivariaat Nassau-Brabant Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burge meester en wethouders. 8. Voorstel tot het delegeren van de bevoegd heid tot het instellen van rechtsvorderin gen in het kader van de Wet Werkloosheids voorziening. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burge meester en wethouders. 9. Voorstel tot vaststelling van het rampen plan voor de gemeente Zevenbergen. Het lid DE HAAS stemt in met het onderliggende voorstel. Zijn fractie neemt aan dat in de begroting 1984 gelden worden gereserveerd voor een oefe ning. Het lid WOLTMAN hoopt dat dit papieren stuk een werkstuk zal worden en zou gaarne de planning voor een oefening willen vernemen. De VOORZITTER deelt mede dat binnen 3 maanden de draaiboeken van de hoof den van dienst gereed moeten zijn. Daarna zal een begin van een "papieren" oefening gemaakt worden teneinde het rampenplan te toetsen en optimaal opera tioneel te maken. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burge meester en wethouders. 10. Voorstel met betrekking tot het nieuwbouw- en vernieuwbouwprogramma voor^de jaren 1 984-1 986 Het lid REIJNDERS acht de plannen voor het centrum erg voortvarend, hoewel zijn fractie graag meer huurwoningen had gezien. Ten aanzien van Zevenbergschen Hoek is zijn fractie verheugd met de gedane toezegging van het college om het volgend jaar de plannen opnieuw te bezien. Tensanzien van Langeweg vraagt hij zich af of er nog 12 HAT-woningen komen. Mocht dit niet zo zijn, dan zou zijn fractie ter compensatie het aantal huur woningen willen verhogen.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1983 | | pagina 57