-4-
Vervolgens spreekt^fePffv.d.A.-fractie het lid Makkink als volgt:
"Uit uw antwoorden blijkt, geacht college, een erkenning van de raad als
partner. Een partner, om -in weerwil van de politieke tegenstellingen-
mee samen de gemeente Zevenbergen in goed vaarwater te krijgen.
Om met uw woorden te zeggen: de wil van de hele raad om te willen blijven
streven naar een gezonde financiële positie in de komende jaren.
Met die wil als achtergrond zullen wij naar elkaar dienen te luisteren en
te handelen; dan komen wij met z'n allen tot democratisch genomen beslui
ten. Besluiten in het belang van de Gemeenschap Zevenbergen.
Om te komen tot goede besluiten dient ook informatie tijdig te komen.
Wij kunnen ons best voorstellen dat informatie in turbulente tijden snel
wijzigt. Zo snel dat de tijd van doorgeven aan de raad kan ontbreken.
Dat neemt niet weg dat bij presentatie aan de raad van de laatste gegevens
niet vergeten mag worden dat de raad die kan ervaren als "plotsklaps en
termen bezigt als "zonder blikken of blozen". Uw snelheid van doorgeven
van informatie heeft de raad vaker ervaren als hinderlijk tot niet juist.
Daar zal u binnen uw organisatie wat aan moeten doen.
Financiën
De P.v.d.A.-fractie is het met uw stelling "dat financiële tegen
vallers in de uitvoering van gemeentelijke bezuinigingsmaatregelen in de
eerste plaats tep laste van de post onvoorziene uitgaven zullen moéten
worden gebracht", niet eens! Wilt u met de raad ook nieuw beleid gaan
voeren, waarvoor u, zoals u zegt reeds in beperkte mate reserveringen
heeft getroffen, dan dient u de post onvoorzien zo min mogelijk aan te
tasten.
Tegenvallers in bezuinigingsmaatregelen in het algemeen, dienen gedekt
te worden door verdergaande bezuinigingen en verschuivingen. Dit alles
binnen het kader van het beleidsuitgangsplan van de raad.
Wij stellen dan ook voor, om op uw stelling terug te komen.
Bij het aangaan van geldleningen kan men tevens inschatten de gevol
gen voor de omslagrente.
Eveneens bij het aanspreken van reserves. Indien in die weegschaal
verstoringen komen, b.v. zoals u aangeeft tengevolge van de hogere rente
stand, dan heeft dat consequenties voor de begroting van het volgend jaar
en dat is uitermate vervelend, (f 66.000,nu) Mocht dit structureel wor
den dan is dat structureel vervelend. Vandaar dat wij' onze vraag herhalen:
"Wilt u de raad in het vervolg goed informeren over de gevolgen op langere
termijn."Deze vraag werd ook in eerste instantie gesteld en heeft geen ant
woord gekregen. Vandaar dat wij hem herhalen.
Hoewel u een antwoord geeft op een vraag van D'66 willen wij toch in
haken op het antwoord terzake de post onvoorzien t.a.v. activiteiten op
sociaal-cultureel gebied.
U stelt dat zo'n post bij nader inzien principieel onjuist is.
Principieel onjuist zegt u. Stel dat nog eens in het licht van de discus
sies van de Welzijnscommissie. Discussies waarbij de betreffende commissie
zelf zijn waarde t.a.v. adviezen ter discussie stelde.
Onze vraag is: beargumenteer in dat licht uw stelling nog eens.
Op. voorhand stellen wij dat de raad bij het vaststellen van de begro
ting in het verleden heeft gesteld dat die post bedoeld is voor nog niet
bekend zijnd maar wel op gang komend beleid. Zowel het beleidsaccoord
als de op gang zijnde ontwikkeling in de welzijnshoek, geven nieuw beleid
aan.
Mijnheer de voorzitter, hoewel u het niet zo zegt stelt u voor om de
post onvoorzien sociaal culturele activiteiten te laten verdwijnen, c.q.
reduceren tct nul. Dit is niet juist en wij zijp het daar dan ook niet
mee eens. Wij stellen dan ook voor om dat na te laten en in de voorjaarsnota
aan te geven hoe u dat voorstel verwerkt.
Nu ik toch bij de voorjaarsnota ben aangekomen het volgende.
Enige maanden geleden vroeg ik u in de commissie financiën uw gedachten te
ontvouwen t.a.v. het totstandkomen van de voorjaarsnota.
Toen kon u dat niet, enige voorbereiding daaromtrent was nog niet gestart.
Nu stelt u: het is onderwerp van intern overleg.
Het is voor ons onbegrijpelijk dat dit zo is. Uw college heeft de tot
standkoming van het beleidsaccoord en de daarbij behorende moties meegemaakt.
U voorzitter: tevens wethouder financiën, heeft de stemmingen meegemaakt
in de raad. De raad heeft de voorjaarsnota ingesteld, voorlopig als éénmalig
instrument om tijd te verkrijgen om in rust de uitwerking van het beleids
accoord tot zich te nemen. U hebt maanden verloren laten gaan. Als voorzit
ter dient u daar goede redenen voor te hebben.
Wij horen ze aan. En zo vele anderen in onze raad.
Mocht de door u genoemde planmatige aanpak bedoeld zijn als behandeling
zoals de beleidsnota die nu ter discussie staat, dan heeft dat bij voorbaat
onze goedkeuring.
Ruimtelijke Ordening
Centrumplan
Onze vraag naar de wijze waarop u de inspraak rond het centrumplan
wilt effectueren komt voort uit de omschrijving van de voorbereidingen daar
toe, zoals u dit omschrijft in het raadsvoorstel dd. 29 juni 1982.
In dit voorstel wordt er namelijk vanuit gegaan dat in deze periode reeds
een informatieboekje bij de direct betrokkenen zou zijn, informatie-pagina's
in de Westhoek zouden zijn verschenen, informatie-avonden etc. zouden zijn
gehouden. Met andere woorden: kunt u deze procedure nog wel uitvoeren zoals
gepland?
Problematiek geluidshinder
Het beantwoorden van onze vragen in algemene zin heeft, zoals zo vaak
in zo'n geval, tot gevolg dat wij ons weinig nader geïnformeerd voelen.
Daarom nu concreet:
- Welke knelpunten zijn er en
- Hoever bent u in de procedure.
Dorpenplan
Met u betreuren wij het dat het dorpenplan Langeweg als proefproject
is afgewezen. Het is ons echter niet geheel duidelijk wat nu de financiële
consequenties zijn en belangrijker hoe snel u gaat reageren op dit gegeven
om met name de voortgang van de woningbouw in de kerkdorpen niet te stagne
ren.
Rijkspolitie
De fractie van de P.v.d.A. hoopt niet voor niets dat de huisvesting
van de politie in Zevenbergschen Hoek en Zevenbergen vlot en goed van de
grond komt. Voor Zevenbergschen Hoek stellen wij dat betreffende het pand
Olavstraat 33 het ongetwijfeld juist is dat er formeel nog niets bekend is
vanuit het Min. van Onderwijs en Wetenschappen. Informeel is u dit echter
wel bekend. Indien u slechts bij kennelijk blijde verwachtingen uw uit
spraken doet op basis van informele besprekingen, zie hieromtrent pag. 12