-74-
Zijn fractie'heeft grote moeite met het voorstel van het college om een nog
lagere vergoeding te gaan betalen'aan de lagere scholen. Hij geeft in over
weging om de vergoedingen te bevriezen. Een extra claim van jfo wordt' in het
kader van elementair onderwijs niet verantwoord geacht. Bovendien moet er
eerst bestuurlijk overleg plaatsvinden en misschien zijn de schoolbesturen in
staat bepaalde voorzieningen te realiseren, welke geen gevolgen hebben voor
het niveau van het onderwijs.
Zijn fractie wenst een uitgewerkt plan, waarbij per onderdeel een differen
tiatie plaatsvindt, aangezien 5$ bezuinigingen ten laste van welzijnsvoor
zieningen te abstract is vastgesteld.
Hij acht het onverklaarbaar, dat thans reeds de vloer van de sporthal aan
vernieuwing toe is. Van het college wordt hieromtrent nadere informatie ver
wacht. Zijn fractie is benieuwd naar de stand van zaken met betrekking tot de
realisering van bezuinigingen in de sportsector. Evenals de andere fracties
vreest hij dat 1983 een verloren jaar zal zijn. Concrete bezuinigingsvoorstel
len worden tegemoet gezien.
Tot slot vraagt zijn fractie zich af, mede gezien de opmerkingen van lid Makkink
op de 1-mei viering en in de commissievergadering of de voorjaarsnota de
instemming heeft van alle leden van het college.
Het lid VAN BEZUIJE van D'66 heeft de navolgende opmerkingen.
Zijns inziens bevat de voorjaarsnota, inclusief de aanvulling, een niet
complete financiële vertaling van het beleidsaccoord. Hij mist politieke
visie en een beleidsplan. Be beleidsvisies die voorkomen zijn te vinden
in de bijlagen, welke op zich maar een gedeelte van het gemeentelijke be
leidsterrein bestrijken. Hij acht de prioriteitsstelling te summier, m.n.
de budgettair neutrale zaken.
Omdat het dekkingsplan voor de tekorten onzekerheden bevat en er melding wordt
gedaan van te verwachten.rijksbezuiniging, daarbij gevoegd het nog steeds
grote aantal p.m.-posten, wordt een verantwoorde keuze tussen oud en nieuw
beleid en het inpasbaar maken daarvan, vrijwel onmogelijk gemaakt.
Het lijkt hem&zeker dat tot 1986 bij een ongewijzigd beleid f 1.700.000,
bezuinigd moet worden, terwijl het ongedekte tekort inclusief nieuw beleid
doch exclusief reeds gevonden bezuinigingen f 1.450.000,bedraagt.
Vanwege het overeengekomen beleidsaccoord om de lasten voor de burgers niet -
extra te verzwaren, stelt hij voor om alle gemeentelijke activiteiten en uitga
ven te heroverwegen en te toetsen op doelmatigheid. Daarbij moet overwogen
worden om alle uitgaven, die eens al dan niet noodzakelijk geacht werden,
nog steeds maatschappelijk relevant zijn. Daarna moeten er opnieuw priori
teiten worden gesteld, gebaseerd op politieke keuzen door de raad.
Deze prioriteitsstelling dient maatstaf te.zijn voor de mate van beperking
of beëindiging van taken, activiteiten of subsidies moet plaatsvinden.
Lijkt de begroting 1984 nog sluitend te krijgen bij een nauwelijks gewijzigd
beleid, overigens onder voorbehoud van de realisatie van de voorgestelde
bezuinigingen, dan betekent dat, zijns inziens voor de resterende f 1.450.000,
dat tot de begroting 1985 nog tijd zou zijn. De raad dient zijns inziens
vanaf dit moment via de raadscommissies betrokken te worden bij het aangeven
van de benodigde bezuinigingen.
In deze voorjaarsnota ontbreekt zijns inziens de financiële vertaling va-n de
beleidsuitgangspunten door middel van begrotingswijzigingen in de begroting
1983.
Aangezien hij zich afvraagt of alleen de vacaturestop voldoende zal zijn,
geeft hij in overweging om in overleg met andere gemeenten op stadsgewestelijk
niveau te komen tot een zgn. aroeidspoule. Dientengevolge wordt- de gemeente
lijke flexibiliteit en werkaanbod groter en kan wellicht de inzet van derden,
zoals b.v. externe adviseurs, verminderd worden.
-75-
Het uitgangspunt van het noodzakelijke accommodatie-onderzoek mag zijns inziens
niet alleen zijn om te komen tot verlaging van exploitatielasten, maar ook
het opleveren van besparingen waarbij bij voorbaat niet mag worden uitgeslo
ten om gemeentelijk eigendom te verkopen.
De reorganisatie van De Meerenhof is zijns inziens een "must". Die bezuini
gingen werken in de komende jaren door.
Ten aanzien van punt 6 van de beleidsuitgangspunten vraagt hij zich af op
welke termijn de inspraakverordening tegemoet kan worden gezien.
De punten 14 en 15 geven hem aanleiding het college te verzoeken wanneer
het college uitvoerend beleid gaat voeren, aangezien op korte termijn in de
wijk Lindonk de eerste woningen bewoond gaan worden.
Bij punt 29 onder realisering van een O.J.C. f 100.000,vraagt hij zich af
of hier sprake is van een eigen accommodatie of meent het college dat er
sprake is van noodzakelijke activiteiten.-
Bij punt 31 is zijns inziens de post "oud gemeentehuis" prematuur, aangezien
er over de renovatie en exploitatie nog niets vaststaat. Hetzèlfde geldt
voor de aanpassing van het gebouw van de G.G.D., aangezien het toekomstig
gebruik van dit gebouw nog onzeker is. Zijns inziens is het Koetshuis niet voor
het publiek toegankelijk en hij vraagt zich af of aanpassing noodzakelijk is.
Onder punt 48 gaat hij ervan uit, dat het afvoeren van kleine hoeveelheden
chemisch afval door particulieren naar het onlangs gestarte regionale depot
in Breda eveneens geregeld gaat worden via de toegezegde nota afvalverwerking.
De uitvoering van punt 70c krijgt van hem alle steun.
Hij plaatst een kanttekening bij punt 72, dat het profijtbeginsel alleen dan
toegepast mag worden indien de burger de vrije keuze heeft er al dan niet
gebruik van te maken. De overheid mag geen monopoliepositie bezitten of het
gebruik afdwingen. Overigens dienen deze zaken zijns inziens ruimschoots voor
opstelling van de begroting 1984 in de raadscommissies besproken te worden.
Uit de post onvoorzien mogen zijns inziens slechts éénmalige uitgaven worden
gedaan en dienen geen consequenties te hebben voor de komende begrotingen.
Ook voor kapitaalsuitgaven dient in principe via reserveringen gespaard te
worden.
Ten aanzien van de kwestie Matthijs Heldtgroep merkt hij op, dat indien mocht
blijken, dat het accommodatie-onderzoek geen alternatieven oplevert, de reno
vatie van boerderij Gommers dan de hoogste prioriteit dient te hebben en re
servering daarvoor in 1983 en in 1984 terecht is.
Tot slot neemt hij deze voorjaarsnota voor kennisgeving aan onder de taak
stelling aan het college om de komende jaren de noodzakelijke bezuinigingen
ad ongeveer f 1.500.000,te vinden, waarbij opgemerkt dat een resultaat
dat leidt tot de status van een art. 12-gemeente niet acceptabel is.
De VOORZITTER schorst de vergadering, zodat het college zich kan beraden
over de beantwoording van de gestelde vragen. Ha deze schorsing heropent hij
de vergadering.
Een gedeelte van de beantwoording neemt de VOORZITTER voor zijn rekening.
Hij constateert, dat de onderliggende voorjaarsnota niet geheel aan de ver
wachtingen van de raad heeft voldaan.
Naar de opvatting van het college kan de voorjaarsnota niet meer maar ook
niet minder zijn dan een meerjarige beleidsnota van het voltallige college
alsmede een eerste aanzet voor een sluitende begroting 1984. Het is de bedoe
ling van het college om op basis van deze meerjarige beleidsnota het beleid
jaarlijks vorm te geven. Het college zal trachten in de komende jaren tot
1986 de beleidsuitgangspunten te verwezenlijken. Het is echter onmogelijk
vanaf nu tot 1986 prioriteiten.te stellen. Theoretisch zou het mogelijk zijn,
maar als er grote onzekerheden bestaan ten aanzien van de realisering, dan
zouden er enkel valse verwachtingen worden gewekt.