-66-
Het is voor haar fractie onvolledig om enkel een voorstel te zien waarbij
5$ wordt bezuinigd op .het bedrag per leerling. Een gedetailleerder beeld
is daarbij noodzakelijk. Eenzelfde mening is zij toegedaan voor wat be
treft de voorgestelde bezuinigingen in de welzijnssector. Bij elk welzijns-
onderdeel dient bezien te worden of niet, minder, dan wel meer dan de voor
gestelde 5$ gekort zal moeten worden. Ook dit heeft te maken met nieuw be
leid
Haar fractie kan dan ook instemmen met dit bezuinigingsvoorstel, mits!
Ernstige bedenkingen plaatst haar fractie bij het onderdeel: sport. Waar
eerder door het college de zelfwerkzaamheid in de sport met grote voort
varendheid leek aangepakt te gaan worden heeft haar fractie thans de indruk
dat hierover voorlopig het doek is gevallen. Een belangrijke besparing werd
reeds voor dit jaar verwacht, in ieder geval veel meer dan f 15.000,
Reeds in februari dienden de reacties van de verenigingen op 'de voorstellen
van het college ingekomen te zijn. Thans volstaat het college met de op
merking (zie bijlage lil) dat nader overleg nog plaats dient te vinden.
Dientengevolge zijn reeds twee kostbare maanden verloren gegaan. Haar
fractie betwijfelt of er in 1983 nog enige besparing verwacht mag worden.
Er kan haars inziens niet langer gedraald worden om de geplande f 100.000,
bezuinigingen gerealiseerd te krijgen.
Op een totaal van f 2.500.000,— mag haars inziens een besparing van
f 220.000,haalbaar geacht worden. Bedoeld wordt het bezuinigingsvoorstel
met betrekking tot gemeentewerken. Een en ander kan gerealiseerd worden
middels een soberder aanpak qua uitvoering en materiaalkeuze bij werkzaam
heden. Zij merkt op dat de kunst van versoberen is om naar buiten toe, van
die versobering zo min en pas zo laat mogelijk te doen blijken. Haar fractie
is van mening dat dient te worden voorkomen, dat als gevolg van bezuini
gingsmaatregelen kapitaalsvernietiging en/of duur achterstallig onderhoud
in de hand gewerkt wordt. Haar fractie verzoekt wat meer inzicht te ver
krijgen omtrent de voorgestelde bezuinigingsmaatregelen bij de dienst ge
meentewerken teneinde beter te kunnen beoordelen of een en ander wel ver
antwoord is. Bij de noodzaak van bezuinigingen dient haars inziens zoveel
mogelijk het nodige evenwicht bewaard te worden. We hebben een bepaald
personeelsbestand, dat op een zinvolle wijze aan het werk moet kunnen
blijven.
In het algemeen kan van de voorgestelde' bezuinigingsmaatregelen gezegd wor
den, dat ze haalbaar moeten kunnen zijn. Zij twijfelt echter aan de ver
wachte besparingen voor wat betreft de renten. Dit ligt allesbehalve vast.
De uitvoerbaarheid van gestelde prioriteiten is hiervan echter afhankelijk.
De zaken zullen dus met het nodige voorbehoud dienen te worden aangepakt.
Voor de voorgestelde bezuinigingen geldt voorts, dat deze kortingen
zonder meer voortduren. Nieuwe bezuinigingsmaatregelen daarboven zullen
steeds pijnlijker gevoeld gaan worden. Zij dringt erop aan niet te snel
nieuwe uitgaven te doen wanneer deze voor langere tijd op de gemeentebe
groting gaan drukken. Haar bevreemdt dan ook de onverwachte opvoering
van aanlegsteigers aan de Knip. Van een dergelijke hoge prioriteit is bij
de raad voorheen niets gebleken.
Hetzelfde geldt ten aanzien van de aanpassing van trottoirs ten behoeve
van gehandicapten. Het toegankelijk maken van openbare gebouwen: akkoord»
maar als dit als een soort alternatief moet gelden wordt het wel een erg
ineffectief doekje voor het bloeden.
Mocht het Hoogheemraadschap overgaan tot het uitdiepen van de waterlopen,
zonder noemenswaardige kosten van de zijde van de gemeente, denkt haar
fractie bij de aanleg van aanlegsteigers aan zelfwerkzaamheid door vere
nigingen en/of geïnteresseerde burgers.
-67-
Voorts neemt haar fractie aan, dat de f 150.000,voor de sociaal-kulturele
sector bestemd zijn voor het open jongerenwerk en voor de Matthijs Heldtgroep.
Van het college wordt gaarne vernomen of deze conclusie juist is. Zou het zo zijn,
dan is de door eV.V.D.-fractie in de vorige raadsvergadering ingediende motie
(welke door haar fractie is onderschreven) overbodig geworden.
De reservering van een bedrag ad f 25.000,ten behoeve van de renovatie van
de Knip, geplaatst tegen het werkelijke investeringsbedrag, wordt door haar
fractie ongeloofwaardig geacht. Op welke termijn denkt het college een en
ander te realiseren? Als men de voorgestelde f 40.000,besparing bij het
onderwijs plaatst tegen dit zoethoudertje, dan kan haar fractie hiermede niet
instemmen. Zij meent dat getracht moet worden om aan de hand van een goed op
gezet bezuinigingsplan tot een overtuigender reservering te komen. Haar fractie
plaatst vraagtekens bij de renovatie van de toplaag van de sportvloer in
sporthal De Molenberg. Bij de bouw van de sporthal is medegedeeld, dat de vloer
voor multifunctioneel gebruik geschikt zou zijn en practisch onverslijtbaar
zou zijn. Aan het college wordt gevraagd een en ander nader toe te lichten.
Tot slot attendeert zij op de stellingname (zie bovenaan blz. 2 van de aan
vulling), dat bezuinigingen niet primair gerealiseerd moeten worden door ver
mindering van bijdragen van gebruikers, maar door multifunctioneel gebruik van
voorzieningen. Daaruit kan geconcludeerd worden, dat het één geenszins staav
voor het ander.
Namens de fractie van de P.v.a.A. heeft het lid WOLTMAN de navolgende
opmerkingen.
Het toegevoegde hoofdstuk IV van de voorjaarsnota wordt door zijn fractie
bekarakteriseerd als zijnde "op de valreep". Hij acht het verbijsterend,
dat het college meer dan 5 maanden nodig heeft voor de-hoofdstukken I, II en
III en dat het college meent te kunnen volstaan met het voorstel de problema
tiek aan de orde te stellen in de beleidsvoorbereidende commissie.
Gelukkig heeft die commissie het college op de valreep tot inkeer gebracht.
Zijns inziens dient geconstateerd te worden, dat de essentie van de voorjaars
nota, n.l. de financiële vertaling van het beleidsaccoord en het aangeven van
prioriteiten is vervat in het toegevoegde hoofdstuk IV. Voor dat hoofdstuk
IV heeft het college slechts een week nodig gehad, een en ander ten koste
van de detaillering.
Ten aanzien van hoofdstuk I dient geconstateerd te worden, dat het warrige
beleid ofwel het "niet-beleid" van het kabinet het voor het college niet een
voudig maakt zelf een financieel beleid te formuleren. Dat het kabinet daar
bij wijst op de mogelijkheid van bestrijding van allerlei kortingen van haar
uitkeringen door toepassing van het profijtbeginsel is niet vreemd, gezien de
samenstelling van het kabinet. Zijn fractie zal echter bij voorstellen voor
toepassing van het profijtbeginsel zeer kritisch zijn aangezien hierbij door
gaans de laagste inkomens de dupe worden.
De financiële vertaling van de beleidsuitgangspunten, vermeld in hoofdstuk II,
die voor zijn fractie vraagtekens oproepen, zal hij puntsgewijs behandelen.
Hoewel er ook immaterië'le zaken in staan vermeld die een bepaalde prioriteits-
waarde toe te kennen zijn, zal thans aan die zaken voorbij worden gegaan.
Onder het hoofdstuk Ruimtelijke Ordening heeft het college het over de moge
lijkheid van het toepassen van erfpacht in het centrumplan. Destijds bij de
discussie over de financiering van het centrumplan is gesuggereerd dat wellicht
uitgifte van grond in erfpacht voor investeerders interessanter zou kunnen
zijn, terwijl de gemeente uiteindelijk budgettair neutraal zou kunnen uitkomen.
Het uitdiepen van die mogelijkheid wordt niet teruggevonden bij de behande
ling van dat beleidsuitgangspunt.
Ten aanzien van het gestelde onder het hoofdstuk Volkshuisvesting kan zijn
fractie instemmen met de visie van het college door vast te stellen dat het