O
GEMEENTE ZEVENBERGEN
-63-
Notulen van de openbare vergadering van de gemeenteraad, gehouden ten gemeente
huize op 10 mei 1983 om 19.30 uur.
Aanwezig de leden: C.Huijssoon, A.A.M.Wijne, Mevr. P.J.Krijnen-Boot, C.J.Trompers,
J.F.Reijnders, A.W.van Bezuije, A.J.BeljaarsS.J.Schipper,
J.P.M.Kokke, C.J.Vissers, P.M.de Haas, J.N.P.Jansson,
C.Houtenbrink, D.T.H.Woltman, R.Makkink, J.van de Wetering
en G.H.Kamp.
Voorzitter: dr.A.J.D.Seelen
Secretaris: J.A.A.van der Smissen.
1Opening.
De VOORZITTER opent de vergadering met het bij reglement van orde voor de
vergaderingen van de raad voorgeschreven gebed.
2. Loting volgorde bij eventuele stemmingen.
Het nummer van volgorde bij eventuele stemmingen wordt bepaald op nr. 12
van de presentielijst, zijnde het lid Woltman.
3. Vaststelling van de notulen van de raads
vergadering van 12 april 1983.
De notulen worden zonder op- of aanmerkingen onder dank vastgesteld.
4. Ingekomen stukken en mededelingen.
Met betrekking tot punt B3 "afwijzing subsidieverzoek door gedeputeerde
staten ten behoeve van de stichtingskosten van de gemeentelijke jeugdaccommoda-
tie" wenst het lid MAKKINK nader geïnformeerd te worden onder een eventueel
in te stellen beroepsprocedure.
De VOORZITTER deelt mede, dat met ingang van 1 januari 1983 de regeling
"subsidiëring aan gemeenten voor jeugdaccommodaties" is ingetrokken waardoor
het instellen van een beroepsprocedure geen effectief gevolg zal hebben.
Ten aanzien van punt H1 merkt het lid REIJNDERS op in informatiebulletin
"Geknipt voor het raadslid" gelezen te hebben dat de V.N.G. voornemens is om
4,4$ van de contributie aan de gemeenten te restitueren vanwege een lagere
loonstijging dan in de begroting geraamd. Naar aanleiding hiervan heeft zijn
fractie er behoefte aan nogmaals vast te stellen hoe volkomen juist de raad
heeft gehandeld óm al in het najaar de verhoging onroerend-goedbelasting
terug te schroeven van 5,5 naar 4$.
Ten aanzien van punt H6 merkt het lid HUIJSSOON op, dat zijn fractie van
mening is dat op het industrieterrein Moerdijk in de compartimentenstrook
kleinschalige bedrijven ingepast moeten kunnen worden. Daarbij dient eveneens
de visie van de P.P.C. in acht te worden genomen. De P.P.C. stelt namelijk dat
de vestiging van een autosloperij op het onderhavige industrieterrein niet
problematisch behoeft te zijn. Hij vraagt zich dan ook af of het I.H.M. niet
van halsstarrigheid dient te worden beticht vanwege het weigeren van een grond-
aanbieding. Vanwege het "wegblijven" van grote bedrijven, dient men zijn in
ziens juist op de "kleintjes" te letten.
